N.B.
•
Deze reeks automatische knipperingen is
te onderbreken door de stuurhendel
onmiddellijk in tegengestelde richting te
bewegen.
•
Als het richtingaanwijzersymbool op het
bestuurdersdisplay sneller knippert dan
normaal – zie de melding op het bestuur-
dersdisplay.
Onafgebroken serie knippersignalen
Haal de stuurhendel omhoog of omlaag naar
de eindstand.
De hendel blijft in deze stand staan en is hand-
matig in de uitgangspositie terug te zetten of
veert automatisch terug bij het terugdraaien van
het stuurwiel.
Gerelateerde informatie
•
Verlichtingsbediening (p. 146)
•
Alarmlichten (p. 154)
•
Instellingsscherm (p. 180)
Interieurverlichting
De interieurverlichting is te activeren/deactiveren
met de knoppen van de bedieningspanelen aan
het plafond voor- en achterin.
Alle verlichting in het interieur is handmatig in en
uit te schakelen binnen 30 minuten nadat:
•
de auto is afgezet en het elektrische sys-
teem ervan in contactslotstand 0 staat
•
de auto ontgrendeld is zonder dat deze is
gestart.
Verlichting voorin
Knoppen op plafondconsole voor bediening leeslampjes
en interieurverlichting voorin.
Leeslampje linkerzijde
Interieurverlichting
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Automatische bediening voor interieurverlich-
ting
Leeslampje rechterzijde
Leeslampjes voorin
De leeslampjes links of rechts doet u aan of uit
door kort op de bijbehorende knop op de pla-
fondconsole te drukken. De lichtsterkte is aan te
passen door de knop ingedrukt te houden.
Interieurverlichting
De vloerverlichting en plafondverlichting zijn in en
uit te schakelen door de bijbehorende knop op
de plafondconsole kort in te drukken.
}}
155