STARTEN EN RIJDEN
||
Schakelstanden
Parkeerstand - P
De parkeerstand wordt geactiveerd met de P-
knop bij de keuzehendel.
Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat
of als de motor moet worden gestart. De auto
moet stilstaan, wanneer u de parkeerstand kiest.
Om vanuit de parkeerstand een andere schakel-
stand te kunnen kiezen, moet u in contactslot-
stand II het rempedaal bedienen.
In stand P is de versnellingsbak mechanisch
geblokkeerd. Zet de parkeerrem eerst aan als de
auto geparkeerd staat.
412
WAARSCHUWING
Gebruik bij het parkeren op een helling altijd
de parkeerrem. Stand P is bij een automaat
niet voldoende om de auto in alle situaties
staande te houden.
N.B.
De keuzehendel moet in de P-stand staan om
de auto te kunnen vergrendelen en op alarm
te zetten.
Hulpsystemen:
Het systeem schakelt automatisch stand P in:
•
als u de auto afzet in stand D of R.
•
als u, terwijl de motor draait en met de keu-
zehendel in een stand anders dan P staat, de
veiligheidsgordel afdoet en het bestuurders-
portier opent.
Achteruitrijstand - R
Kies de stand R om achteruit te rijden. De auto
moet stilstaan, wanneer u de achteruitrijstand
kiest.
Neutrale stand - N
In deze stand kunt u de motor starten en er is
geen versnelling ingeschakeld. Zet de parkeer-
rem aan, wanneer de auto stilstaat en de keuze-
hendel in stand N staat.
Om de keuzehendel uit de neutraalstand te kun-
nen halen moet u in contactslotstand II het rem-
pedaal bedienen.
Rijmodus - D
Stand D is de normale rijstand. De versnellings-
bak schakelt automatisch op en terug afhankelijk
van de stand van het gaspedaal en de snelheid.
De auto moet stilstaan bij het schakelen van
stand R naar stand D.