De flitser instellenN
3
De instellingen voor de ingebouwde flitser en de externe Speedlite kunnen via het
menu van de camera worden ingesteld. U kunt de functie-instellingen van de
externe Speedlite alleen via het menu van de camera instellen als een Speedlite
uit de EX-serie die compatibel is met deze functie, is bevestigd.
De instellingsprocedure is hetzelfde als voor het instellen van een
menufunctie van de camera.
[Flitsen]
[E-TTL II meting]
Als het moeilijk is om scherp te stellen bij weinig licht, is het mogelijk dat de flitser meerdere keren
flitst (AF-hulplicht, pag. 101), zelfs wanneer [Flitsen] is ingesteld op [Uitschakelen].
218
Selecteer [Flitsbesturing].
Selecteer op het tabblad [z1] de
optie [Flitsbesturing] en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm voor flitsbesturing wordt
weergegeven.
Stel deze optie normaliter in op
[Inschakelen].
Als [Uitschakelen] is ingesteld,
flitst zowel de ingebouwde flitser
als de externe Speedlite niet. Dit is
nuttig wanneer u alleen het AF-
hulplicht van de flitser wilt gebruiken.
Voor normale flitsbelichtingen stelt u
deze optie in op [Evaluatief].
De instelling [Gemiddeld] is voor
gevorderde gebruikers. Net als bij een externe
Speedlite wordt het gemiddelde van het
meetgebied genomen. Het kan nodig zijn om
flitsbelichtingscompensatie te gebruiken.