A Menufunctie-instellingen
Live view-opname.
U kunt Live view-opname. instellen op [Inschakelen] of
[Uitschakelen].
AF-methode
U kunt [u+volgen] (pag. 159), [FlexiZone - Multi] (pag. 161),
[FlexiZone - Single] (pag. 162) of [Quick-modus] (pag. 166)
selecteren.
Continue AF
De standaardinstelling is [Inschakelen].
Omdat het scherpstelpunt constant dicht bij het onderwerp ligt, kan de camera snel op het
onderwerp scherpstellen wanneer u de ontspanknop indrukt. Indien [Inschakelen] is
ingeschakeld, zal het objectief vaak worden geactiveerd. Dit verbruikt meer
batterijvermogen. Hierdoor wordt het aantal mogelijke opnamen verminderd (levensduur
batterij). Daarnaast wordt de Continue AF automatisch ingesteld op [Uitschakelen]
wanneer de AF-methode is ingesteld op [Quick-modus]. Als u een andere AF-
methode selecteert, wordt de oorspronkelijke instelling van Continue AF hersteld.
Bij Continue AF moet u de camera uitschakelen voordat u de
focusinstellingsknop op het objectief instelt op <MF>.
Touch Shutter
Door eenvoudigweg op het LCD-scherm te tikken, kunt u
scherpstellen en automatisch een opname maken. Zie pagina 168
voor meer informatie.
Rasterweergave
Met [Raster 1l] of [Raster 2m] kunt u rasterlijnen weergeven om u te
helpen de camera in verticale of horizontale stand recht te houden.
156
De onderstaande menuopties worden
weergegeven.
De instelbare functies in dit
menuscherm worden alleen
toegepast tijdens Live view-opnamen.
Deze functies worden niet toegepast
bij het maken van opnamen via de
zoeker.