Handige functies
3 Methoden voor bestandsnummering
De beeldbestanden worden genummerd van 0001 tot 9999 in de
volgorde waarin de opnamen zijn gemaakt. Vervolgens worden de
bestanden in een map opgeslagen. U kunt instellen hoe het
bestandsnummer wordt toegewezen.
Het bestandsnummer wordt op de computer in de volgende notatie
weergegeven: IMG_0001.JPG.
[Continu]: de opeenvolgende bestandsnummering loopt door,
ook na het vervangen van de kaart of het maken van een map.
Zelfs nadat u de kaart hebt vervangen of een nieuwe map hebt gemaakt, loopt
de opeenvolgende bestandsnummering door tot 9999. Dit is handig wanneer u
afbeeldingen met nummers tussen 0001 en 9999 op meerdere kaarten of uit
meerdere mappen in één map op de computer wilt opslaan.
Als echter de vervangende kaart of de bestaande map opnamen
bevat die eerder zijn gemaakt, kan de bestandsnummering van de
nieuwe opnamen worden voortgezet vanaf de bestandsnummers
van de bestaande opnamen op de kaart of in de map. Als u een
doorlopende bestandsnummering wilt gebruiken, moet er elke keer
een opnieuw geformatteerde kaart worden gebruikt.
Bestandsnummering na het
vervangen van de kaart
Kaart 1
0051
Volgende opeenvolgende
208
Selecteer op het tabblad [51] de optie
[Bestandnr.] en druk vervolgens op
<0>. De beschikbare instellingen
worden hieronder beschreven. Selecteer
de optie en druk vervolgens op <0>.
Kaart 2
0052
bestandsnummer
Bestandsnummering na
het maken van een map
Kaart 1
100
0051
101
0052