S Het AF-punt selecterenN
In de basismodi stelt de camera automatisch scherp op het
dichtstbijzijnde onderwerp. Daarom wordt er mogelijk niet altijd op het
beoogde onderwerp scherpgesteld.
In de modi <d>, <s>, <f> en <a> kunt u het AF-punt selecteren
en dat gebruiken om scherp te stellen op het beoogde onderwerp.
U kunt ook op het scherm tikken om AF-punten te selecteren. Als u bij het
handmatig selecteren van AF-punten linksonder in het scherm op het pictogram
[
] tikt, wordt er overgeschakeld naar automatische AF-puntselectie.
100
1
Druk op de knop <S>.
Het geselecteerde AF-punt wordt op
het LCD-scherm en in de zoeker
weergegeven.
2
Selecteer het AF-punt.
Druk op de toets <S> om het AF-
punt te selecteren.
Als u in de zoeker kijkt, kunt u het AF-
punt selecteren door aan het
instelwiel <6> te draaien tot het
gewenste AF-punt rood oplicht.
Als alle AF-punten oplichten, wordt
automatische AF-puntselectie ingeschakeld.
Er wordt dan automatisch een AF-punt
geselecteerd waarmee op het onderwerp
wordt scherpgesteld.
Wanneer u op <0> drukt, wordt er
tussen het middelste AF-punt en
automatische AF-puntselectie gewisseld.
3
Stel scherp op het onderwerp.
Richt het geselecteerde AF-punt op
het onderwerp en druk de
ontspanknop half in om scherp te
stellen.
(9)