Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektronische Wegrijblokkering - Skoda Rapid 2013 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

De contactsleutel direct loslaten als de motor aanslaat - anders zou de startmo-
tor beschadigd kunnen raken.
De motor niet starten door de wagen aan te slepen - gevaar voor schade aan de
motor en de katalysator! Als starthulp kunt u de accu van een andere wagen ge-
bruiken
» pagina
186, Starthulp.
VOORZICHTIG
Hoge motortoerentallen, volgas en hoge motorbelasting vermijden zolang de
motor zijn bedrijfstemperatuur nog niet heeft bereikt - gevaar voor motorschade!
Na langdurige hoge motorbelasting de motor niet direct afzetten als de wagen
stilstaat, maar nog circa 1 minuut stationair laten draaien. Daarmee wordt warm-
teophoping in de afgezette motor voorkomen.
Milieu-aanwijzing
De motor niet bij stilstand laten warmdraaien. Zo mogelijk direct na het starten
van de motor wegrijden. Hierdoor komt de motor sneller op bedrijfstemperatuur
en is de uitstoot aan schadelijke stoffen geringer.
Let op
Nadat het contact is uitgeschakeld, kan de koelluchtventilator (ook bij uitgescha-
keld contact) nog circa 10 minuten verder draaien.

Elektronische wegrijblokkering

Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 95 en volg deze op.
In de greep van de sleutel bevindt zich een elektronische chip. Met behulp hier-
van wordt de wegrijblokkering uitgeschakeld als de sleutel in het contactslot
wordt gestoken. Als de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd, wordt de
elektronische wegrijblokkering automatisch geactiveerd.
Als bij het starten een niet toegestane sleutel wordt gebruikt, slaat de motor niet
aan.
Op het MAXI DOT-display wordt de volgende melding weergegeven.
Wegrijblokkering actief.
96
Rijden
Contactslot
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 95 en volg deze op.
Benzinemotoren
» Afbeelding 89
Contact uitgeschakeld, motor afgezet, de stuurinrichting kan worden ver-
1
grendeld
Contact ingeschakeld
2
Motor starten
3
Dieselmotoren
» Afbeelding 89
Brandstoftoevoer onderbroken, contact uitgeschakeld, motor afgezet, de
1
stuurinrichting kan worden vergrendeld
Motor voorgloeien, contact ingeschakeld
2
Motor starten
3
Voor het vergrendelen van de stuurinrichting de sleutel uit het contactslot ver-
wijderen en het stuurwiel iets verdraaien tot de vergrendelingspen hoorbaar ver-
grendelt.
Als de stuurinrichting is vergrendeld en de sleutel niet of slechts met moeite
naar stand
» Afbeelding 89
2
weer bewegen - de stuurwielvergrendeling wordt hierdoor ontlast.
Let op
Wij adviseren om bij het verlaten van de wagen altijd de stuurinrichting te ver-
grendelen. Zo wordt een eventuele poging tot diefstal van uw wagen bemoeilijkt.
Afbeelding 89
Standen van de sleutel in het
contactslot
kan worden gedraaid, het stuurwiel iets heen en

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave