Juiste zithouding van de passagiers op de zitplaatsen achterin
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 126 en volg deze op.
Om het gevaar voor verwondingen bij plotseling remmen of een ongeval te ver-
minderen, moeten de passagiers op de zitplaatsen achterin op het volgende let-
ten:
›
De hoofdsteun zodanig instellen, dat de bovenzijde van de hoofdsteun zoveel
mogelijk in lijn ligt met het bovenste gedeelte van het hoofd
113
op pagina 127
» pagina
127.
›
De veiligheidsgordel juist omgespen
ken.
›
Een geschikt kinderveiligheidssysteem gebruiken als u kinderen in de wagen
meeneemt
» pagina
141, Veilig vervoer van kinderen.
Voorbeelden van een verkeerde zithouding
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 126 en volg deze op.
De maximale beschermende werking van de veiligheidsgordels wordt alleen bij
juist omgegespte veiligheidsgordels bereikt.
Verkeerde zithoudingen reduceren de beschermende werking van de veiligheids-
gordels aanzienlijk en vergroten het risico van lichamelijk letsel door een ver-
keerd gordelverloop.
Als bestuurder draagt u de verantwoordelijkheid voor uzelf, voor alle passagiers
en in het bijzonder voor kinderen. Nooit toestaan dat iemand tijdens het rijden
een verkeerde zithouding inneemt in de wagen.
De volgende opsomming bevat aanwijzingen die, indien ze niet worden opge-
volgd, tot zwaar of dodelijk letsel kunnen leiden. Deze opsomming is niet volledig.
Wij willen u hiermee attenderen op dit onderwerp.
Tijdens het rijden de volgende aanwijzingen in acht nemen.
›
Nooit staan.
›
Nooit op de stoelen staan.
›
Nooit op de stoelen knielen.
›
De rugleuning niet te sterk naar achteren kantelen.
›
Niet tegen het dashboard leunen.
›
Niet op de achterbank gaan liggen.
128
Veiligheid
» Afbeelding
B
» pagina
129, Veiligheidsgordels gebrui-
›
Niet alleen op het voorste deel van de zitting gaan zitten.
›
Niet dwars op de stoel gaan zitten.
›
Niet uit de ruiten leunen.
›
De voeten niet in de ruitopeningen houden.
›
De voeten niet op het dashboard leggen.
›
De voeten niet op de zitting leggen.
›
Niemand in de voetenruimte meenemen.
›
Niet zonder omgegespte veiligheidsgordel rijden.
›
Niet in de bagageruimte verblijven.