ATTENTIE (vervolg)
H7- en H15-gloeilampjes staan onder druk en kunnen bij vervanging van het
■
gloeilampje springen - gevaar voor verwondingen! Daarom adviseren wij, bij
het vervangen van gloeilampjes handschoenen en een veiligheidsbril te dra-
gen.
Bij gasontladingslampen (xenonlicht) mag alleen door erkend reparateuren
■
aan het hoogspanningsgedeelte worden gewerkt - levensgevaar!
Vóór vervanging van het gloeilampje dient de betreffende verlichting te
■
worden uitgeschakeld.
VOORZICHTIG
Het glas van de gloeilamp niet met blote vingers aanraken (ook de allerkleinste
■
vervuiling verkort de levensduur van de gloeilamp). Een schone doek, servet of
iets dergelijks gebruiken.
Bij het uit- en inbouwen van de kentekenplaatverlichting en het achterlicht er-
■
op letten, dat de lak van de wagen en de verlichtingseenheid niet worden be-
schadigd.
Let op
In dit instructieboekje is alleen het vervangen van gloeilampjes beschreven,
■
voor de gloeilampjes die u zelf zonder problemen kunt vervangen. Het vervangen
van de andere gloeilampjes moet aan een erkend reparateur worden overgelaten.
Wij adviseren altijd een doosje met reservegloeilampjes in de wagen mee te ne-
■
men. Reservegloeilampjes zijn verkrijgbaar uit het originele ŠKODA accessoirepro-
gramma.
Wij adviseren, om na het vervangen van een gloeilampje voor het groot-, dim-
■
licht of de mistlamp de lampafstelling door een erkend reparateur te laten contro-
leren.
Bij uitval van een xenon-gasontladingslamp of een led-diode dient een erkend
■
reparateur te worden opgezocht.
Overzicht van gloeilampjes in de koplampen
Afbeelding 168 Principeafbeelding: Halogeenkoplamp / xenonkoplamp
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 196 en volg deze op.
Halogeenkoplamp
Dimlicht
1
Grootlicht, dagrijverlichting en stadslicht
2
Knipperlicht voor
3
Xenonkoplamp
Dimlicht met xenonlicht
4
Grootlicht, dagrijverlichting en stadslicht
5
Knipperlicht voor
6
197
Zekeringen en gloeilampjes