Auto-Check-Control
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 8 en volg deze op.
Wagentoestand
Bij ingeschakeld contact en tijdens het rijden worden in de wagen continu de
werking en toestanden van de afzonderlijke wagensystemen gecontroleerd.
Enkele storingsmeldingen en andere aanwijzingen worden op het MAXI DOT-dis-
play weergegeven. De meldingen worden tegelijkertijd met de symbolen op het
MAXI DOT-display resp. met de controlelampjes in het instrumentenpaneel weer-
gegeven
» pagina
12.
Het menupunt Wagenstatus wordt in het hoofdmenu van het MAXI DOT-display
weergegeven indien minimaal één storingsmelding aanwezig is. Na het selecte-
ren van dit menupunt wordt de eerste storingsmelding aangegeven. Als meerde-
re storingsmeldingen aanwezig zijn, verschijnt op het display onder de melding
bijvoorbeeld 1/3. Dat betekent dat de eerste van in totaal drie meldingen wordt
aangegeven.
Waarschuwingssymbolen op het MAXI DOT-display
Motoroliedruk te laag
Motoroliepeil controleren,
Motoroliesensor defect
Probleem met de motoroliedruk
Probleem met de motoroliedruk
Als op het MAXI DOT-display het symbool
mogelijk door een erkend reparateur te worden gecontroleerd. Samen met dit
symbool wordt informatie over het maximaal toelaatbare motortoerental weerge-
geven.
Koppelingen van de automatische versnellingsbak te heet
Als op het MAXI DOT-display het symbool
koppelingen van de automatische versnellingsbak te hoog.
Op het MAXI DOT-display wordt de volgende melding weergegeven.
Versnellingsbak oververhit. Stop! Instructieboekje!
12
Bediening
» pagina 14
» pagina 14
» pagina 12
verschijnt, dient de wagen zo snel
verschijnt, is de temperatuur van de
niet verder rijden! De motor afzetten en wachten tot het symbool
gevaar voor schade aan de versnellingsbak! Na het verdwijnen van het symbool
kan de rit worden voortgezet.
ATTENTIE
Als om technische redenen moet worden gestopt, parkeer de wagen dan op
een veilige afstand van het verkeer, zet de motor af en schakel de alarmlich-
ten in
» pagina
42.
Let op
Als op het MAXI DOT-display waarschuwingsmeldingen worden weergegeven,
■
moeten deze meldingen worden bevestigd om het hoofdmenu op te roepen
gina
20, Informatiesysteem bedienen.
Zolang de functiestoringen niet zijn verholpen, worden de symbolen telkens
■
weer aangegeven. Na de eerste weergave worden de symbolen zonder aanwij-
zingen voor de bestuurder aangegeven.
Controlelampjes
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Handrem
Remsysteem
Gordelwaarschuwingslampje
Uitlaatgascontrolesysteem
dooft -
» pa-
13
13
13
14
14
14
15
15
15
16
16
16
16
17