Brandstofreserve
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 12 en volg deze op.
Het controlelampje
brandt als minder dan 7 liter brandstof aanwezig is.
Op het MAXI DOT-display wordt de volgende melding weergegeven.
Tanken a.u.b. Actieradius: ... km
Let op
De tekst op het display dooft pas als er is getankt en een kort stuk is gereden.
Airbagsysteem
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 12 en volg deze op.
Als het controlelampje
brandt, is er een storing in het airbagsysteem aanwezig.
Op het MAXI DOT-display wordt de volgende melding weergegeven.
Storing: airbag
De actieve staat van het airbagsysteem wordt elektronisch gecontroleerd, ook als
een airbag buiten werking is gesteld.
Als de voor-, zij- resp. hoofdairbag of de gordelspanner met de wagensysteem-
tester buiten werking is gesteld, gebeurt het volgende:
›
Het controlelampje
brandt na het inschakelen van het contact circa 4 secon-
den en knippert vervolgens circa 12 seconden.
Op het MAXI DOT-display wordt de volgende melding weergegeven.
Airbag/ gordelspanner gedeactiveerd.
Als de bijrijdersvoorairbag met de sleutelschakelaar aan de zijkant van het
dashboard aan bijrijderszijde buiten werking is gesteld:
›
Het controlelampje
brandt na het inschakelen van het contact circa 4 secon-
den.
›
Het buiten werking stellen van de airbag wordt aangegeven door het branden
van het controlelampje
met de tekst in het midden-
stuk van het dashboard
» Afbeelding 123
18
Bediening
op pagina 139.
ATTENTIE
Als zich een storing voordoet, het airbagsysteem direct door een erkend repa-
rateur laten controleren. Anders bestaat het gevaar dat de airbags bij een on-
geval niet worden geactiveerd.
Bandenspanning
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 12 en volg deze op.
Het controlelampje
gaat branden, als de bandenspanning van een van de ban-
den aanmerkelijk is teruggelopen. De bandenspanning van alle banden controle-
ren resp. corrigeren
» pagina
171.
Als het controlelampje
knippert, is een storing in het systeem van de banden-
spanningscontrole aanwezig.
De hulp van een erkend reparateur inroepen.
Meer informatie
» pagina
174, Bandenspanningscontrole.
Let op
Als de accukabels zijn losgemaakt en weer zijn aangesloten, gaat na het inscha-
kelen van het contact het controlelampje
den, moet het controlelampje doven.
Ruitensproeiervloeistofpeil
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 12 en volg deze op.
Het controlelampje
brandt bij een te laag ruitensproeiervloeistofpeil.
Op het MAXI DOT-display wordt de volgende melding weergegeven.
Sproeiervloeistof bijvullen!
Vloeistof bijvullen
» pagina
161, Ruitensproeierinstallatie.
branden. Na even te hebben gere-