ATTENTIE (vervolg)
Wanneer er onder de wagen moet worden gewerkt, moet de wagen tegen
■
wegrollen zijn beveiligd en met passende steunbokken goed worden onder-
steund, de krik is hiervoor onvoldoende - gevaar voor verwondingen!
De motor nooit met extra dempingsmateriaal (bijvoorbeeld een deken) af-
■
dekken - brandgevaar!
De motorkap dient tijdens het rijden altijd goed gesloten te zijn. Daarom
■
dient altijd na het sluiten van de motorkap te worden gecontroleerd of de ver-
grendeling juist is vergrendeld.
Als u tijdens het rijden merkt dat de kap niet goed is vergrendeld, stop dan
■
direct en sluit de motorkap - gevaar voor ongevallen!
VOORZICHTIG
Alleen bedrijfsvloeistoffen bijvullen die aan de voorgeschreven specificaties vol-
doen. Anders zijn ernstige storingen en motorschade het gevolg!
Milieu-aanwijzing
Vanwege de milieuvriendelijke afvoer van bedrijfsvloeistoffen, het vereiste speci-
ale gereedschap en de noodzakelijke kennis adviseren wij de bedrijfsvloeistoffen
van uw wagen door een erkend reparateur te laten vervangen.
Let op
Bij onduidelijkheden over de bedrijfsvloeistoffen een erkend reparateur raad-
■
plegen.
Bedrijfsvloeistoffen met de juiste voorgeschreven specificaties zijn verkrijgbaar
■
uit het originele ŠKODA accessoireprogramma.
160
Raadgevingen voor het gebruik
Motorkap openen en sluiten
Afbeelding 131 Ontgrendelingshendel van motorkap / ontgrendelingshendel
Afbeelding 132 Motorkap borgen
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 158 en volg deze op.
Openen
›
Het betreffende voorportier openen.
›
Aan de ontgrendelingshendel onder het dashboard in pijlrichting
ken
» Afbeelding
131.
Voor het openen van de motorkap controleren of de ruitenwisserarmen niet van
de voorruit zijn weggeklapt, omdat er in dat geval schade aan de lak kan ont-
staan.
›
De ontgrendelingshendel in pijlrichting
kap wordt ontgrendeld.
›
De motorkap vastpakken en optillen.
trek-
1
drukken
» Afbeelding
131, de motor-
2