Wagens met automatische versnellingsbak kunnen met een sleepkabel resp. een
sleepstang of met opgeheven vooras worden afgesleept. Bij een auto waarbij de
achterwielen zij opgetakeld wordt de automatische versnellingsbak beschadigd!
Het beste voor de wagen en het veiligste is het om met een sleepstang te rijden.
Alleen als er geen geschikte sleepstang beschikbaar is, moet een sleepkabel wor-
den gebruikt.
Bij het afslepen moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd.
Bestuurder van de slepende wagen
›
De koppeling bij het wegrijden uiterst voorzichtig laten opkomen resp. bij een
automatische versnellingsbak bijzonder voorzichtig gas geven.
›
Bij wagens met schakelbak bij het wegrijden pas gas geven als de kabel strak
staat.
De maximale sleepsnelheid bedraagt 50 km/h.
Bestuurder van de gesleepte wagen
›
Het contact inschakelen zodat het stuurwiel niet kan blokkeren en de knipper-
lichten, de claxon, de ruitenwissers en de ruitensproeierinstallatie kunnen wor-
den ingeschakeld.
›
De versnellingsbak in de neutraalstand zetten resp. bij een automatische ver-
snellingsbak de keuzehendelstand N selecteren.
In acht nemen dat de rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging alleen maar
werken als de motor draait. Bij stilstaande motor moet het rempedaal met aan-
zienlijk meer kracht worden ingedrukt en is voor het sturen veel meer kracht no-
dig.
Let er bij het gebruik van een sleepkabel op dat de sleepkabel strak blijft staan.
VOORZICHTIG
De motor niet starten door de wagen aan te slepen - gevaar voor schade aan de
■
motor en de katalysator! Als starthulp kunt u de accu van een andere wagen ge-
bruiken
» pagina
186, Starthulp.
Als er door een defect geen versnellingsbakolie meer in de versnellingsbak zit,
■
mag de wagen alleen met opgetakelde aangedreven wielen of met een trans-
portvoertuig resp. aanhangwagen worden vervoerd.
Als normaal slepen niet mogelijk is of als de sleepafstand groter is dan 50 km,
■
moet de wagen op een transportvoertuig of een aanhangwagen worden ver-
voerd.
De sleepkabel moet elastisch zijn, zodat beide wagens niet aan schokbelastin-
■
gen worden blootgesteld. Daarom alleen kunststofvezel kabels of kabels van
soortgelijk elastisch materiaal gebruiken.
188
Tips om het zelf te doen
Bij het slepen mogen geen ontoelaatbaar hoge trekkrachten en geen schokbe-
■
lastingen optreden. Bij het slepen over onverharde wegen bestaat altijd het ge-
vaar, dat de bevestigingsdelen te zwaar worden belast en beschadigd raken.
De sleepkabel resp. de sleepstang aan het sleepoog
■
na 189
resp. aan de afneembare kogelkop van de trekhaak
gen.
De sleepkabel mag niet zijn verdraaid, omdat onder bepaalde omstandigheden
■
het sleepoog voorop uw wagen zou kunnen worden losgedraaid.
Let op
Wij adviseren een sleepkabel uit het originele ŠKODA accessoireprogramma te
■
gebruiken, die bij een ŠKODA Partner verkrijgbaar is.
Voor het slepen is een zekere ervaring nodig. Beide bestuurders moeten met de
■
bijzonderheden van het slepen vertrouwd zijn. Bestuurders die daarmee geen er-
varing hebben, kunnen beter niet afslepen of worden afgesleept.
Bij het afslepen de nationale wettelijke bepalingen in acht nemen, vooral met
■
betrekking tot de te gebruiken markering.
De sleepkabel mag niet zijn verdraaid, omdat onder bepaalde omstandigheden
■
het sleepoog voorop uw wagen zou kunnen worden losgedraaid.
Sleepoog voor
Afbeelding 155 Voorbumper: Verwijderen van de afdekking / montage van
het sleepoog
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 187 en volg deze op.
Afdekkap uit- en inbouwen
›
Op de afdekkap bij
» Afbeelding 155
A
» pagina 188
resp.
» pagi-
» pagina 118
bevesti-
drukken.