Met de vermindering van de afstand tot het obstakel wordt het interval tussen de
akoestische signalen korter. Vanaf een afstand van circa 30 cm tot het obstakel
klinkt een aanhoudende toon - gevarenzone. Vanaf dit moment mag niet verder
worden gereden!
De lengte van de wagen kan door een ingebouwde afneembare trekhaak groter
worden. Daarom begint de gevarenzone bij wagens met een af fabriek ingebouw-
de trekhaak op een afstand van circa 35 cm.
Activering/deactivering
Het systeem wordt automatisch door het inschakelen van de achteruitversnel-
ling geactiveerd. Dit wordt door een kort akoestisch signaal bevestigd.
Het systeem wordt door het uit de achteruitversnelling nemen gedeactiveerd.
Let op
Bij wagens met af fabriek ingebouwde trekhaak kan het systeem bij aanhangwa-
gengebruik niet worden geactiveerd.
Optisch parkeersysteem
Afbeelding 101 Weergavevoorbeelden op het display van de radio resp. het
navigatiesysteem: Monochroom display / kleuren display
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 112 en volg deze op.
Bij navigatiesystemen en enkele af fabriek ingebouwde radio's wordt de parkeer-
hulp op het beeldscherm weergegeven.
Beeldbeschrijving
Een zich in de gevarenzone bevindend obstakel. Niet verder rijden!
A
Een zich buiten de gevarenzone bevindend obstakel.
B
Een zich in de gevarenzone bevindend obstakel. Niet verder rijden!
C
Een zone zonder obstakel resp. een vrije ruimte tussen de bumper en een
D
obstakel.
Een zich buiten de gevarenzone bevindend obstakel.
E
Een zone achter het obstakel.
F
Snelheidsregelsysteem
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Inschakelen/uitschakelen
Snelheid opslaan en vasthouden
Opgeslagen snelheid wijzigen
Tijdelijk uitschakelen
Het snelheidsregelsysteem (SRS) houdt de ingestelde snelheid, hoger dan 25 km/
h (20 mph), constant, zonder dat u het gaspedaal hoeft te bedienen.
Dit is echter alleen mogelijk als motorvermogen resp. motorremwerking dit toela-
ten.
Bij ingeschakeld snelheidsregelsysteem brandt in het instrumentenpaneel het
controlelampje .
ATTENTIE
Om veiligheidsredenen mag het snelheidsregelsysteem bij druk verkeer en
■
ongunstige wegdekomstandigheden (bijvoorbeeld gladheid, steenslag) niet
worden gebruikt - gevaar voor ongevallen!
De opgeslagen snelheid mag pas weer worden hervat als deze niet te hoog
■
is voor de actuele verkeerssituatie.
Om onbedoeld inschakelen van het snelheidsregelsysteem te voorkomen,
■
het systeem na gebruik altijd uitschakelen.
114
114
114
115
113
Hulpsystemen