Ontgrendelen en openen
Ontgrendelen en vergrendelen
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Sleutel
Met de sleutel ontgrendelen/vergrendelen
Met de afstandsbediening ontgrendelen/vergrendelen
Safebeveiliging
Individuele instellingen
Wagen van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen
Kindersloten
Portier openen/sluiten
Uw wagen is uitgerust met een centraal vergrendelingssysteem.
Met de centrale vergrendeling is het mogelijk, alle portieren, de tankklep
achterklep tegelijkertijd te vergrendelen resp. ontgrendelen.
In de centrale vergrendeling is de safebeveiliging
dra de wagen van buitenaf wordt vergrendeld, worden de portiersloten door de
safebeveiliging automatisch geblokkeerd
Na het ontgrendelen geldt het volgende
›
De portieren, de achterklep en de tankklep
›
De via het portiercontact geschakelde binnenverlichting gaat branden.
›
De safebeveiliging wordt uitgeschakeld.
›
Het controlelampje in het bestuurdersportier stopt met knipperen.
›
Het alarmsysteem wordt gedeactiveerd
Na het vergrendelen geldt het volgende
›
De portieren, de achterklep en de tankklep
›
De via het portiercontact geschakelde binnenverlichting dooft.
›
De safebeveiliging wordt ingeschakeld.
1)
Geldt voor wagens met vergrendelbare tankklep.
2)
Geldt voor wagens met alarmsysteem.
en de
1)
» pagina 32
geïntegreerd. Zo-
»
.
worden ontgrendeld.
1)
.
2)
worden vergrendeld.
1)
›
Het controlelampje in het bestuurdersportier begint te knipperen.
›
Het alarmsysteem wordt geactiveerd
Weergave van een storing
Als het controlelampje in het bestuurdersportier eerst circa 2 seconden snel knip-
pert, daarna circa 30 seconden continu blijft branden en vervolgens langzaam
gaat knipperen, moet de hulp van een erkend reparateur worden ingeroepen.
ATTENTIE
Bij een vergrendelde wagen met geactiveerde safebeveiliging mogen geen
■
30
personen in de wagen achterblijven, omdat van binnenuit noch de portieren,
31
noch de ruiten kunnen worden geopend. De vergrendelde portieren maken
31
het hulpverleners in geval van nood moeilijk in de wagen te komen - levens-
32
gevaar!
32
33
Let op
33
34
Bij een ongeval met geactiveerde airbag(s) worden de vergrendelde portieren
■
automatisch ontgrendeld om hulpverleners toegang tot de wagen te verschaffen.
In geval van een defect aan de centrale vergrendeling kunt u met de sleutel al-
■
leen het bestuurdersportier vergrendelen resp. ontgrendelen
andere portieren en de achterklep kunnen handmatig worden noodont- resp.
noodvergrendeld.
Noodvergrendeling van het portier
■
Noodontgrendeling van de achterklep
■
Vergrendelde portieren voorkomen ook het ongewenst binnendringen van bui-
■
tenstaanders - bijvoorbeeld op kruisingen.
.
2)
» pagina
31. De
» pagina
191.
» pagina
191.
Ontgrendelen en openen
29