VOORZICHTIG
In geen geval mogen er metaalhoudende brandstoftoevoegingen worden ge-
■
bruikt, met name mangaan en ijzer zijn zeer schadelijk. Er mogen geen metaal-
houdende LRP brandstoffen (lead replacement petrol) worden gebruikt. Anders
bestaat gevaar voor zware schade aan motoronderdelen of het uitlaatsysteem!
Er mogen geen metaalhoudende brandstoffen worden gebruikt. Anders bestaat
■
gevaar voor zware schade aan motoronderdelen of het uitlaatsysteem!
Let op
Loodvrije benzine met een hoger octaangetal dan voorgeschreven kan zonder
■
beperkingen worden gebruikt.
Bij wagens waarvoor loodvrije benzine RON 95/91 resp. 92 resp. 93 wordt voor-
■
geschreven, zorgt het gebruik van benzine met een hoger octaangetal dan RON
95 niet voor een merkbare vermogenstoename of een lager brandstofverbruik.
Bij wagens waarvoor loodvrije benzine RON min. 95 wordt voorgeschreven, kan
■
het gebruik van benzine met een hoger octaangetal dan RON 95 voor een vermo-
genstoename en een lager brandstofverbruik zorgen.
Dieselolie
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 156 en volg deze op.
In uw wagen kan alleen dieselbrandstof worden gebruik die aan de norm
EN 590
voldoet.
1)
In alle dieselmotoren kan dieselbrandstof met een aandeel van maximaal 7% bio-
diesel (B7)
worden gebruikt.
2)
Winterse omstandigheden - Winterdiesel
In het koude jaargetijde "winterdiesel" gebruiken die nog tot -20 °C volledig ge-
schikt is voor gebruik.
In landen met andere klimatologische omstandigheden wordt meestal dieselolie
aangeboden die andere temperatuureigenschappen bezit. De ŠKODA Partner en
de tankstations zijn op de hoogte van de in het betreffende land gebruikte diesel.
1)
In Duitsland ook DIN 51628, in Oostenrijk ÖNORM C 1590, in Rusland GOST R 52368-2005 / EN
590:2004.
2)
In Duitsland overeenkomstig de norm DIN 52638, in Oostenrijk ÖNORM C 1590, in Frankrijk EN 590.
158
Raadgevingen voor het gebruik
Dieseltoevoegingen (additieven)
Er mogen geen toevoegingen, zogenaamde "vloeiverbeteraars" (benzine en der-
gelijke) aan de dieselbrandstof worden toegevoegd, omdat dit tot zware schade
aan motoronderdelen of het uitlaatsysteem kan leiden.
VOORZICHTIG
Slechts een keer tanken van dieselolie die niet voldoet aan de voorgeschreven
■
norm kan al tot beschadiging van onderdelen van de motor, het brandstofsys-
teem en het uitlaatsysteem leiden!
Als u per ongeluk een andere brandstof dan dieselolie volgens bovengenoemde
■
normen (bijvoorbeeld benzine) hebt getankt, niet de motor starten of het contact
inschakelen! Dit kan zware schade aan de motor veroorzaken! Wij adviseren de
reiniging van het brandstofsysteem door een erkend reparateur te laten uitvoe-
ren.
Water in het brandstoffilter kan leiden tot motorstoringen.
■
VOORZICHTIG
Uw wagen is niet aangepast voor het gebruik van biobrandstof RME, daarom
■
mag deze brandstof niet worden getankt en gebruikt. Het gebruik van biobrand-
stof RME kan zware schade veroorzaken aan de motor of het brandstofsysteem.
Er mogen geen toevoegingen, zogenaamde "vloeiverbeteraars" (benzine en
■
dergelijke) aan de dieselbrandstof worden toegevoegd, omdat dit tot zware scha-
de aan motoronderdelen of het uitlaatsysteem kan leiden!
Motorruimte
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Motorkap openen en sluiten
Overzicht motorruimte
Koelluchtventilator
Ruitensproeierinstallatie
160
161
161
161