78
Instrumenten en bedieningsorganen
Energiemeter
De energiemeter geeft de huidige
energiesituatie van de auto aan.
Opladen
: De accu wordt opgela‐
den met energie uit het
remmen of decelereren
van de auto
Zuinigste
: In alle rijmodi is energie
route
optimaal beschikbaar
Kracht
: Voor rijden met een
sportieve rijstijl waarbij
de prestaties centraal
staan
Actieradius totaal
Geeft het totale bereik weer dat met
de auto kan worden gereden.
Koelvloeistoftemperatuur‐
meter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
aan.
grijze marke‐
: normale bedrijfs‐
ring / 90
temperatuur
rode markering : koelvloeistoftem‐
peratuur te hoog
Controlelamp V gaat rood branden
als de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is.
Voorzichtig
Stop en zet de motor af wanneer
de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is. Kans op motorschade.
Controleer het koelvloeistofpeil
meteen.
Peilsensor motorolie
Volgens de service-informatie
verschijnt het motoroliepeil op het
Driver Information Center gedurende
enkele seconden na het inschakelen
van het contact.
Een correct motoroliepeil wordt
aangegeven via een melding.
Als het motoroliepeil te laag is, knip‐
pert T, verschijnt er een bericht en
brandt het lampje C. Meet het
motoroliepeil met behulp van de peil‐
staaf en vul zo nodig motorolie bij.
Motorolie 3 221.