4
Inleiding
● Richtingaanduidingen in de
beschrijvingen, zoals links,
rechts, voor of achter moeten
altijd met de blik in de rijrichting
worden gezien.
● Displays ondersteunen mogelijk
uw specifieke taal niet.
● Displayteksten en opschriften in
het interieur zijn vet gedrukt.
Aandrijvingstypen
Voertuig met motor met
inwendige verbranding (ICE)
ICE-voertuigen worden alleen door
een motor met inwendige verbran‐
ding - diesel of benzine - aangedre‐
ven.
Plug-in hybride-auto (PHEV)
PHEV's worden aangedreven door
een motor met inwendige verbran‐
ding en een of twee elektromotoren.
Afhankelijk van de rij-omstandighe‐
den en de rijstijl werken de motor met
inwendige verbranding en de elektro‐
motor samen of afwisselend.
De hoogspanningsaccu wordt opge‐
laden met behulp van een oplaadka‐
bel en ook door afremmen van de
motor.
Elektrisch voertuig (BEV)
BEV's worden alleen via een elektro‐
motor aangedreven.
De hoogspanningsaccu wordt opge‐
laden met behulp van een oplaadka‐
bel en ook door afremmen van de
motor.
Gevaar, Waarschuwing en
Voorzichtig
9 Gevaar
Teksten met de vermelding
9 Gevaar wijzen op een mogelijk
levensgevaar. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan levensge‐
vaar inhouden.
9 Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot
verwondingen leiden.
Voorzichtig
Teksten met de vermelding
Voorzichtig wijzen erop dat de
auto mogelijk beschadigd kan
raken. Het niet naleven van deze
richtlijnen kan tot beschadiging
van de auto leiden.
Symbolen
Verwijzingen naar andere pagina's
worden aangeduid met 3. 3 betekent
"zie pagina".
Paginaverwijzingen en lemma's in de
index verwijzen naar de ingespron‐
gen koppen in de inhoudsopgave.
We wensen u vele uren autorijplezier.
Uw Opel-team