196
Rijden en bediening
Systeembeperkingen
In de volgende situaties werkt het
systeem mogelijk niet goed of hele‐
maal niet:
● slecht zicht als gevolg van onvol‐
doende verlichting van het
wegdek, sneeuwval, zware
regenval, dichte mist enz.
● verblinding door koplampen van
tegenliggers, laagstaande zon,
weerkaatsingen op een vochtig
wegdek, uitrijden van een tunnel,
afwisselend schaduw en licht
enz.
● voorruitgedeelte vóór de camera
bedekt met vuil, sneeuw, stickers
enz.
● geen rijstrookmarkeringen gede‐
tecteerd of meerdere rijstrook‐
markeringen door wegwerk‐
zaamheden
● voorliggers vlakbij
● slingerende wegen of smalle
wegen
● wanneer de geavanceerde Lane
Keep Assist actief is
Opladen
Algemene informatie
9 Waarschuwing
Personen met een pacemaker
moeten een arts raadplegen voor
mogelijke voorzorgsmaatregelen.
Het opladen van de hoogspannings‐
accu van de auto hangt af van diverse
factoren:
● hoogspanningsaccu van de auto
● interne acculader (OBC)
● externe oplader
● oplaadkabel
Via de oplaadkabel wordt de hoog‐
spanningsaccu van de auto aange‐
sloten op een externe oplader die
stroom levert. Dit kan een huishoud‐
stopcontact, een Green'Up-aanslui‐
ting, een wallbox of een openbare
oplaadpaal zijn.
De hoogspanningsaccu kan alleen
worden opgeladen met gelijkstroom
(DC). Bij het opladen via een huis‐
houdstopcontact, een wallbox of een
oplaadpaal met wisselstroom (AC)
moet de wisselstroom worden omge‐
vormd tot gelijkstroom. Dit gebeurt
door de oplader in de auto.
PHEV: de oplader in de auto (eenfa‐
sig) is leverbaar met 3,7 kW of
7,4 kW.
BEV: de oplader in de auto (3-fasig)
is leverbaar met 11 kW.
Aandrijvingstypen 3 4.
De snelheid van het opladen van de
hoogspanningsaccu van de auto
hangt af van de zwakste schakel in de
oplaadketen. Voor de maximale
oplaadsnelheid moeten oplaadkabel
en oplader op elkaar zijn afgestemd.
Let op
Ga na of de gebruikte oplaadkabel
bij de oplader in de auto past.
Oplaadmethoden 3 197.