Storing
De snelheidslimietdetectie werkt
mogelijk niet goed, als de verkeers‐
borden niet voldoen aan het Verdrag
van Wenen inzake verkeersborden
en verkeerstekens.
Bij een storing in de cruisecontrol
wordt de ingestelde snelheid gewist,
waarbij de streepjes gaan knipperen.
Systeem door een werkplaats laten
controleren.
Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De snelheidslimiet kan worden inge‐
steld op een snelheid hoger dan
30 km/u.
U kunt accelereren tot de ingestelde
snelheid. Bij het afrijden van hellingen
zijn afwijkingen van de snelheidsli‐
miet mogelijk.
Systeem inschakelen
. indrukken.
Het snelheidsbegrenzersscherm
verschijnt. . is grijs om aan te
geven dat het systeem nog steeds
niet actief is.
Rijden en bediening
Functie activeren
Druk op OK of " voor het activeren
van de snelheidsbegrenzer en om de
huidige rijsnelheid op te slaan als
snelheidsinstelling. . brandt groen.
Zelf een snelheid instellen
De vooraf ingestelde snelheid kan
worden gewijzigd door het stelwiel
naar - te verplaatsen om de snel‐
heid te verhogen of naar ! om de
snelheid te verlagen. Duw het stelwiel
herhaalde malen kort in een bepaalde
stand om de snelheid in kleine stapjes
159