50
Stoelen, veiligheidssystemen
Bevestigingsriemogen worden
aangeduid met het symbool t van
een kinderzitje.
Maak naast de ISOFIX-beugels ook
de bevestigingsriem aan de boven‐
kant vast aan de desbetreffende
bevestigingsriemogen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF 3 52.
Juiste systeem selecteren
De achterbank is de beste plaats om
een kinderzitje vast te maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk
tegen de rijrichting in. Hierdoor wordt
de nog erg zwakke ruggengraat van
het kind bij een ongeval minder
belast. Gebruik geen voorwaarts
gericht kinderveiligheidssysteem op
alle zitplaatsen wanneer het kind
minder dan 13 kg weegt.
Geschikt zijn kinderveiligheidssyste‐
men die voldoen aan de geldende
UN ECE-regelgeving. Raadpleeg de
plaatselijke wetgeving en richtlijnen
voor het verplichte gebruik van
kinderveiligheidssystemen.
De volgende kinderveiligheidssyste‐
men worden aanbevolen voor de
volgende gewichtsklassen:
● Groep 0, Groep 0+:
Maxi Cosi Cabriofix met of
zonder ISOFIX ondergedeelte
voor kinderen tot 13 kg.
● Groep I: Britax Duo Plus met
ISOFIX en bevestigingsriem aan
de bovenkant voor kinderen van
9 kg tot 18 kg.
● Groep II: Kidfix 2R met of zonder
ISOFIX voor kinderen van 15 kg
tot 36 kg.
Graco Booster voor kinderen van
15 kg tot 36 kg.
● Groep III: Kidfix 2R / met of
zonder ISOFIX voor kinderen van
22 kg tot 36 kg.
Graco Booster voor kinderen van
22 kg tot 36 kg.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn
voor het autotype.
Kinderzitje voorin: Zet de passagiers‐
stoel in de hoogste en in de lengte‐
richting in de achterste stand met de
rugleuning rechtop.
Kinderzitje achterin: Zet de voorstoel
van de auto naar voren en zet de
rugleuning rechtop zodat de benen
van het kind in het "voorwaarts
gerichte" of "achterwaarts gerichte"
kinderzitje de voorstoel van de auto
niet raken.
Als het kinderveiligheidssysteem de
hoofdsteun van de autostoel raakt,
moet u de betreffende hoofdsteun
van de autostoel verstellen of verwij‐
deren.
Gebruik geen voorwaarts gerichte
kinderveiligheidssystemen op alle
zitplaatsen wanneer het kind minder
dan 13 kg weegt.
Ga te werk volgens de instructies van
de fabrikant van het kinderveilig‐
heidssysteem voor het monteren van
het betreffende kinderveiligheidssys‐
teem in de auto.
Zie voor semi-universele of model‐
specifieke kinderveiligheidssystemen
(ISOFIX-kinderveiligheidssysteem of
versie voor veiligheidsgordel), de lijst
in de gebruikershandleiding van het
kinderveiligheidssysteem.