Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Opel ADAM 2015 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor ADAM 2015:
Inhoudsopgave

Advertenties

OPEL ADAM
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Opel ADAM 2015

  • Pagina 1 OPEL ADAM Gebruikershandleiding...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding ......... 2 Kort en bondig ....... 6 Sleutels, portieren en ruiten ..21 Stoelen, veiligheidssystemen ..35 Opbergen ........55 Instrumenten en bedieningsorganen ...... 75 Verlichting ........108 Klimaatregeling ......116 Rijden en bediening ....126 Verzorging van de auto ....164 Service en onderhoud ....
  • Pagina 4: Inleiding

    Inleiding Inleiding...
  • Pagina 5 "Technische gegevens", derhoud en reparatie aan gasauto's. van de handleiding en in de afzon‐ alsmede op het typeplaatje. Elke Opel Service Partner biedt u eer‐ derlijke paragrafen geeft aan waar Inleiding steklas service tegen redelijke prij‐ u de informatie die u zoekt kunt vin‐...
  • Pagina 6 Het niet naleven "zie pagina". van deze richtlijnen kan levensge‐ We wensen u vele uren autorijplezier. vaar inhouden. Adam Opel AG 9 Waarschuwing Teksten met de vermelding 9 Waarschuwing wijzen op een mogelijk gevaar voor ongelukken of verwondingen. Het niet naleven van deze richtlijnen kan tot ver‐...
  • Pagina 7 Inleiding...
  • Pagina 8: Kort En Bondig

    Kort en bondig Kort en bondig Auto ontgrendelen Basisinformatie Om de achterklep te openen drukt u op het merkembleem op de onderste Druk op de toets c om de portieren en helft. de bagageruimte te ontgrendelen. Afstandsbediening 3 22, centrale Open de portieren door aan de hand‐...
  • Pagina 9: Stoelverstelling

    Kort en bondig Stoelverstelling Rugleuning voorstoelen 9 Gevaar Zitpositie Altijd op minstens 25 cm afstand van het stuurwiel zitten zodat de airbag veilig in werking kan treden. Zithoek met het handwiel aanpassen. Bij het verstellen de rugleuning niet belasten. Aan handgreep trekken, stoel ver‐ schuiven, handgreep loslaten.
  • Pagina 10: Hoofdsteunverstelling

    Kort en bondig Hoofdsteunverstelling Veiligheidsgordel Zithoogte Pompbeweging van de hendel Ontgrendelingsknop indrukken, Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐ hoogte instellen, vastklikken. delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ omhoog = stoel omhoog del mag niet gedraaid zitten en moet omlaag = stoel omlaag Hoofdsteunen 3 35. strak tegen het lichaam aanliggen.
  • Pagina 11: Spiegelverstelling

    Kort en bondig Spiegelverstelling Buitenspiegels Binnenspiegel Handmatig dimmend Verblinding 's nachts door achterop‐ komend verkeer wordt automatisch Desbetreffende buitenspiegel selec‐ verminderd. teren en verstellen. Spiegel met automatische dimfunctie Vergrotende buitenspiegels 3 29, 3 30. Elektrische verstelling 3 29, Inklap‐ Om verblinding te verminderen, de bare buitenspiegels 3 29.
  • Pagina 12 Kort en bondig Stuurwiel instellen Hendel omlaagbewegen, stuurwiel instellen, hendel omhoogbewegen en vergrendelen. Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len. Airbagsysteem 3 43, contactslot‐ standen 3 127.
  • Pagina 13 Kort en bondig Overzicht instrumentenpaneel...
  • Pagina 14 Kort en bondig Elektrische ruitbediening ..30 Eco-knop voor Stop/Start- 19 AUX-ingang, USB-ingang ..11 systeem ....... 128 Buitenspiegels ...... 29 20 Keuzehendel, Traction Control-systeem ... 139 versnellingsbak ....132 Cruise control ..... 143 21 Handrem ......138 Elektronische Snelheidsbegrenzer .... 145 stabiliteitsregeling ....
  • Pagina 15: Rijverlichting

    Kort en bondig Rijverlichting Lichtschakelaar met Lichtsignaal, grootlicht en automatische verlichting dimlicht Lichtschakelaar AUTO = Automatische verlichting: Lichtsignaal = Hendel naar u toe Lichtschakelaar draaien: rijverlichting wordt automa‐ trekken tisch in- en uitgeschakeld Grootlicht = Hendel van u af 7 = Verlichting uit = Activering of deactivering duwen 8 = Zijmarkeringslichten...
  • Pagina 16: Richtingaanwijzers

    Kort en bondig Claxon Richtingaanwijzers Alarmknipperlichten Bediening met toets ¨. Hendel = Rechter richting‐ j indrukken. omhoog aanwijzer Alarmknipperlichten 3 110. Hendel omlaag = Linker richtingaan‐ wijzer Richtingaanwijzers 3 111, parkeer‐ lichten 3 111.
  • Pagina 17: Voorruitwissers

    Kort en bondig Wis-/wasinstallatie Voorruitwisser 3 77, wisserblad Voorruitsproeiers vervangen 3 171. Voorruitwissers Hendel naar u toe trekken. Wis-/wasinstallatie voor 3 77, = snel sproeiervloeistof 3 168. LO = langzaam INT = intervalwissen automatische wisfunctie met regensensor OFF = uit Hendel omlaag in stand 1x duwen om wissers één slag te laten maken wan‐...
  • Pagina 18 Kort en bondig Klimaatregeling Achterruitwisser Achterruitsproeier Verwarmbare achterruit Hendel van u af duwen. Druk de wipschakelaar in om de ach‐ terruitwisser aan te zetten: Er wordt sproeiervloeistof op de ach‐ Ü-toets indrukken om verwarming in terruit gespoten en de ruitenwisser schakelaar = continue werking te schakelen.
  • Pagina 19: Ruiten Ontwasemen En Ontdooien

    Kort en bondig Versnellingsbak Ruiten ontwasemen en Klimaatregelsysteem 3 116. ontdooien Handgeschakelde versnellingsbak ■ Luchtverdeelschakelaar op l zet‐ ten. Achteruit: breng de auto tot stilstand, ■ Toets V indrukken. trap het koppelingspedaal in en druk ■ Draaiknop voor temperatuur in op de ontgrendelknop op de keuze‐...
  • Pagina 20: Voordat U Wegrijdt

    Kort en bondig Voordat u wegrijdt Geautomatiseerde Geautomatiseerde versnellingsbak 3 133. versnellingsbak Voor het wegrijden controleren ■ bandenspanning en -staat 3 188, 3 229 ■ motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 166 ■ alle ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil, sneeuw of ijs en gebruiksklaar ■...
  • Pagina 21 Kort en bondig Motor starten Stop-startsysteem Om de motor te herstarten, moet u het koppelingspedaal opnieuw intrappen. Auto's met geautomatiseerde versnellingsbak Als de auto stilstaat met ingetrapt rempedaal, wordt Autostop automa‐ tisch geactiveerd, aangegeven door de naald in de stand AUTOSTOP op de toerenteller.
  • Pagina 22 Kort en bondig Parkeren Schakel als de auto op een af‐ Voorzichtig lopende helling staat de achter‐ 9 Waarschuwing uitversnelling in voordat u de Na een rit waarbij met hoge mo‐ contactsleutel lostrekt. Boven‐ tortoerentallen of met hoge motor‐ dien de voorwielen naar de ■...
  • Pagina 23: Sleutels, Portieren En Ruiten

    Sleutels, portieren en ruiten Sleutels, portieren en Sleutels, sloten Sleutel met uitklapbare sleutelbaard ruiten Sleutels Reservesleutels Het sleutelnummer staat in de Car Sleutels, sloten ......21 Pass of op een afneembaar label. Portieren ........26 Bij het bestellen van reservesleutels Antidiefstalbeveiliging ....
  • Pagina 24: Basisinstellingen

    Sleutels, portieren en ruiten Handzender Handzender met zorg behandelen, Basisinstellingen vochtvrij houden, beschermen tegen U kunt sommige instellingen veran‐ hoge temperaturen en onnodig ge‐ deren op het Info-Display. bruik vermijden. Persoonlijke instellingen 3 104. Storing Batterij van de handzender Als de centrale vergrendeling niet met vervangen de handzender kan worden vergren‐...
  • Pagina 25: Handzender Synchroniseren

    Sleutels, portieren en ruiten Sleutel met uitklapbare sleutelbaard Handzender synchroniseren Een voorwaarde is dat Pers. inst. voor bestuurder geactiveerd is in de per‐ Na vervanging van de batterij het be‐ soonlijke instellingen van de stuurdersportier openen met de sleu‐ Info-Display. Dit moet worden inge‐ tel in het slot.
  • Pagina 26: Ontgrendelen

    Sleutels, portieren en ruiten Ontgrendelen U kunt de instelling opslaan voor de Centrale vergrendelingstoetsen gebruikte sleutel. Portieren, de bagageruimte en de tankklep worden vanuit de passa‐ Opgeslagen instellingen 3 23. giersruimte vergrendeld of ontgren‐ Ontgrendelen en openen van de ach‐ deld.
  • Pagina 27: Storing In Afstandsbediening

    Sleutels, portieren en ruiten gesloten, vergrendelt de auto na vijf in en druk op de centrale vergrendel‐ Vergrendelen seconden automatisch alle portieren toets c om het passagiersportier, de Druk op de binnenste vergrendelknop en wordt dit aangegeven. Na tien mi‐ bagageruimte en de tankklep te ont‐...
  • Pagina 28: Algemene Tips Voor De Achterklepbediening

    Sleutels, portieren en ruiten Portieren Sluiten rijke bagage, omdat er dan giftige, onzichtbare en reukloze uitlaat‐ Bagageruimte gassen de auto kunnen binnen‐ dringen. Hierdoor kunt u bewuste‐ Achterklep loos raken en zelfs sterven. Openen Voorzichtig Voordat u de achterklep opent, moet u belemmeringgen in de hoogte controleren, zoals een ga‐...
  • Pagina 29: Antidiefstalbeveiliging

    Sleutels, portieren en ruiten Antidiefstalbeveiliging Inschakelen Activering ■ Automatische activering Vergrendelingssysteem 30 seconden na het vergrendelen van de auto door één keer op e te drukken. 9 Waarschuwing ■ Rechtstreeks door binnen 5 seconden twee keer op e te druk‐ Niet inschakelen als er zich perso‐...
  • Pagina 30: Deactivering

    Sleutels, portieren en ruiten Status tijdens de eerste 30 seconden Alarm De startbeveiliging activeert zichzelf na het activeren van het alarmsys‐ automatisch nadat u de sleutel uit de Bij het activeren klinkt de alarmclaxon teem: contactschakelaar hebt gehaald. en gaan de alarmknipperlichten tege‐ lijkertijd knipperen.
  • Pagina 31 Sleutels, portieren en ruiten Buitenspiegels Verwarmde spiegels In de stand 0 is geen enkele spiegel geselecteerd. Bolle vorm Inklapbare spiegels De convexe buitenspiegel heeft een asferische zone en reduceert dode Voor de veiligheid van voetgangers hoeken. Door de vorm van de spiegel klappen de buitenspiegels bij aansto‐...
  • Pagina 32 Sleutels, portieren en ruiten Binnenspiegel Ruiten Automatische dimfunctie Handmatige dimfunctie Voorruit Voorruitstickers Plak geen stickers, bijv. tolvignetten o.i.d., rondom de binnenspiegel op de voorruit. Anders kan de detectiezone van de sensor in de spiegelbehuizing worden beperkt. Elektrisch bediende ruiten 9 Waarschuwing Verblinding 's nachts door achterop‐...
  • Pagina 33: Beveiligingsfunctie

    Sleutels, portieren en ruiten Beveiligingsfunctie Stuit de ruit tijdens het automatisch sluiten boven de middelste stand op weerstand, dan stopt het sluiten on‐ middellijk en beweegt de ruit weer omlaag. Beveiligingsfunctie negeren In geval van problemen bij het sluiten vanwege vorst o.i.d. schakelt u het contact in, trekt u de schakelaar ver‐...
  • Pagina 34: Elektrisch Bediende Ruiten Initialiseren

    Sleutels, portieren en ruiten Achterruitverwarming Elektrisch bediende ruiten Aan de achterkant van de zonneklep zit een kaartjeshouder. initialiseren Wanneer u de ruiten niet automatisch kunt sluiten (bijv. na het loskoppelen van de accu), verschijnt een waar‐ schuwingsbericht of -code op het Dri‐ ver Information Center.
  • Pagina 35: Inklapbaar Elektrisch Bediend Zonnedak

    Sleutels, portieren en ruiten Sluiten Kort drukken op <: het zonnedak Zonnedak sluit automatisch tot een opening van ongeveer 30 cm om veiligheidsrede‐ nen. Houd < daarna ingedrukt om Inklapbaar elektrisch bediend het zonnedak geheel te sluiten. Om zonnedak de beweging tijdens automatisch be‐ drijf te stoppen, drukt u nogmaals op 9 Waarschuwing de schakelaar.
  • Pagina 36 Sleutels, portieren en ruiten Druk op de toets in de handgreep om het zonnescherm te openen en het naar achteren te geleiden. Deze rolt automatisch op. Tussenliggende posities zijn niet mo‐ gelijk. Zonnescherm sluiten door het naar voren te trekken en de toets te laten vastklikken.
  • Pagina 37: Stoelen, Veiligheidssystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Stoelen, Hoofdsteunen ten (bij zeer kleine personen de hoofdsteun juist in de laagste stand veiligheidssystemen zetten). Stand Instellen 9 Waarschuwing Hoofdsteunen ......35 Hoofdsteunen voor, hoogteverstelling Voorstoelen ........36 Alleen met correct ingestelde hoofdsteunen rijden. Veiligheidsgordels ....... 40 Airbagsysteem ......
  • Pagina 38: Voorstoelen

    Stoelen, veiligheidssystemen Voorstoelen Hoofdsteunen achter, hoogteverstelling Stoelpositie 9 Waarschuwing Alleen met een correct ingestelde stoel rijden. Druk beide pallen in, trek de hoofd‐ steun omhoog en verwijder deze. Leg de hoofdsteun in een nettas en Trek de hoofdsteun omhoog en laat bevestig de onderkant van de tas met deze vastklikken.
  • Pagina 39 Stoelen, veiligheidssystemen Stoelverstelling ■ Uw schouders zo dicht mogelijk Zitpositie naar de rugleuning schuiven. Stel de hoek van de rugleuning zo in dat 9 Gevaar u het stuurwiel gemakkelijk met licht gebogen armen kunt vastpak‐ Altijd op minstens 25 cm afstand ken.
  • Pagina 40: Rugleuning Voorstoelen

    Stoelen, veiligheidssystemen Rugleuning neerklappen Rugleuning voorstoelen Zithoogte Zithoek met het handwiel aanpassen. Pompbeweging van de hendel Ontgrendelingshefboom naar voren Bij het verstellen de rugleuning niet trekken en rugleuning naar voren omhoog = stoel omhoog belasten. klappen. Vervolgens stoel geheel omlaag = stoel omlaag naar voren schuiven.
  • Pagina 41: Sportstoel Neerklappen

    Stoelen, veiligheidssystemen Sportstoel neerklappen 9 Waarschuwing 9 Waarschuwing Bij opklappen moet u zich ervan Bij opklappen moet u zich ervan verzekeren dat de stoel stevig op verzekeren dat de stoel stevig op zijn plaats vergrendeld is alvorens zijn plaats vergrendeld is alvorens te gaan rijden.
  • Pagina 42: Verwarming

    Stoelen, veiligheidssystemen Veiligheidsgordels Verwarming 9 Waarschuwing Veiligheidsgordel vóór elke rit om‐ doen. Inzittenden die geen gebruik ma‐ ken van de veiligheidsgordel bren‐ gen bij eventuele aanrijdingen me‐ depassagiers en zichzelf in ge‐ vaar. Veiligheidsgordels zijn bedoeld voor gebruik door slechts één persoon te‐ gelijk.
  • Pagina 43 Stoelen, veiligheidssystemen Driepuntsgordel Let op 9 Waarschuwing Zorg dat de veiligheidsgordels niet door schoenen of voorwerpen met Bevestiging Onjuist handelen (bijv. het verwij‐ scherpe randen beschadigd raken deren of aanbrengen van gordels) klem komen te zitten. Oprolautoma‐ kan de gordelspanners in werking ten vrijhouden van vuil.
  • Pagina 44: Demonteren

    Stoelen, veiligheidssystemen Demonteren Gebruik van de veiligheidsgordel tijdens de zwangerschap Loszittende kleding belemmert het strak trekken van de gordel. Geen Om de gordel los te maken, de rode voorwerpen zoals handtassen of mo‐ knop van het gordelslot indrukken. biele telefoons tussen de gordel en uw lichaam leggen.
  • Pagina 45: Kinderveiligheidssystemen Op De Passagiersstoel Met Airbagsystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Airbagsysteem Elke airbag treedt slechts eenmaal Kinderveiligheidssystemen op in werking. Geactiveerde airbags de passagiersstoel met onmiddellijk laten vervangen door airbagsystemen Het airbagsysteem bestaat uit meer‐ een werkplaats. Ook moeten even‐ dere afzonderlijke systemen afhanke‐ Waarschuwing conform ECE R94.02: tueel het stuurwiel, het instrumen‐...
  • Pagina 46 Stoelen, veiligheidssystemen DE: Nach hinten gerichtete Kinder‐ может привести к СМЕРТИ или det kan føre til at BARNET utsettes for sitze NIEMALS auf einem Sitz ver‐ СЕРЬЕЗНЫМ ТРАВМАМ LIVSFARE og fare for ALVORLIGE wenden, der durch einen davor be‐ РЕБЕНКА. SKADER.
  • Pagina 47 Stoelen, veiligheidssystemen PL: NIE WOLNO montować fotelika HR: NIKADA nemojte koristiti sustav чрез АКТИВНА ВЪЗДУШНА dziecięcego zwróconego tyłem do zadržavanja za djecu okrenut prema ВЪЗГЛАВНИЦА пред нея - може да kierunku jazdy na fotelu, przed któ‐ natrag na sjedalu s AKTIVNIM ZRAČ‐ се...
  • Pagina 48: Frontaal Airbagsysteem

    Stoelen, veiligheidssystemen Frontaal airbagsysteem LV: NEKĀDĀ GADĪJUMĀ neizmanto‐ De opgeblazen airbags vangen de jiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēde‐ schok op waardoor het gevaar voor Het frontairbagsysteem bestaan uit klīti sēdvietā, kas tiek aizsargāta ar letsel aan het bovenlichaam en hoofd een airbag in het stuurwiel en een air‐...
  • Pagina 49: Zijdelings Airbagsysteem

    Stoelen, veiligheidssystemen Zijdelings airbagsysteem Let op Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐ zen gebruiken die voor de auto zijn goedgekeurd. De airbags niet afdek‐ ken. Gordijnairbagsysteem De hoofdairbags bestaan uit een air‐ bag aan weerskanten in het dak‐ frame. De locatie is te herkennen aan het opschrift AIRBAG op de dakstij‐...
  • Pagina 50: Airbag Deactiveren

    Stoelen, veiligheidssystemen De opgeblazen airbags vangen de 9 Gevaar schok op waardoor het gevaar voor letsel aan het hoofd bij een zijdelingse Deactiveer de passagiersairbag aanrijding aanzienlijk afneemt. uitsluitend bij gebruik van een kin‐ derveiligheidssystemen, volgens 9 Waarschuwing de instructies en beperkingen in de tabel 3 51.
  • Pagina 51 60 seconden brandt nadat het contact landen is het gebruik van kindervei‐ ingeschakeld is, gaat het airbagsys‐ ligheidssystemen op bepaalde zit‐ teem voor de voorpassagier af bij een Wij bevelen de volgende Opel kinder‐ plaatsen verboden. aanrijding. veiligheidssystemen aan die speci‐ Indien beide controlelampen tegelij‐...
  • Pagina 52 Stoelen, veiligheidssystemen Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan de geldende UN ECE- regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐ lijke wetgeving en richtlijnen voor het verplichte gebruik van kinderveilig‐ heidssystemen. Het kinderveiligheidssysteem dat u gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype. Het kinderveiligheidssysteem moet op de correcte positie in de auto wor‐...
  • Pagina 53: Inbouwposities Kinderveiligheidssystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Inbouwposities kinderveiligheidssystemen Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem Op passagiersstoel Gewichts- of leeftijdsgroep geactiveerde airbag gedeactiveerde airbag Op zitplaatsen achterin Groep 0: tot 10 kg of ca. 10 maanden Groep 0+: tot 13 kg of ca. 2 jaar Groep I: 9 tot 18 kg of ca.
  • Pagina 54 Stoelen, veiligheidssystemen = als het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordel wordt vastgezet, zet de rugleuning dan verticaal zodat de gordel aan de kant van de gesp strak zit. Zet de zithoogte op de hoogste stand. = verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze groep de hoofdsteun achter 3 35 * = zet de betreffende voorstoel voor het kinderveiligheidssystemen in één van de voorste standen ** = zet de passagiersstoel in de achterste stand.
  • Pagina 55: Isofix-Maatklasse En Zitgelegenheid

    Stoelen, veiligheidssystemen Gewichtsklasse Maatklasse Bevestiging Op passagiersstoel Op zitplaatsen achterin Groep II: 15 tot 25 kg of ca. 3 tot 7 jaar Groep III: 22 tot 36 kg of ca. 6 tot 12 jaar = geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐ seel'.
  • Pagina 56 Stoelen, veiligheidssystemen ISOFIX- De auto is uitgevoerd met geleiders in de rugleuning ter ondersteuning van kinderveiligheidssystemen de inbouw van het kinderveiligheids‐ systeem. Open de kleppen van de ge‐ leiders om een kinderveiligheidssys‐ Bevestig de voor de auto goedge‐ teem te monteren. keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐...
  • Pagina 57: Opbergen

    Opbergen Opbergen Opbergruimten Open de klep van het handschoenen‐ kastje door aan de hendel te trekken. Opbergvakken Het handschoenenkastje is uitge‐ voerd met een muntenbakje en een Opbergruimten ......55 adapter voor de wielborgbouten. 9 Waarschuwing Bagageruimte ......67 Het handschoenenkastje tijdens het rijden gesloten houden.
  • Pagina 58: Flexibele Bekerhouderband

    Opbergen Opbergruimte voor Flexibele bekerhouderband In de portierholtes in beide portieren kunt u flessen opbergen. In het opbergvak vóór de keuzehen‐ Opbergruimten bevinden zich onder del bevindt zich een beweegbare rub‐ de lichtschakelaar, in de middencon‐ beren band. Trek de band eruit om sole vóór de keuzehendel, in de por‐...
  • Pagina 59: Draagsysteem Achterzijde

    Opbergen Draagsysteem achterzijde adapter. Er kan met andere woorden Voorzichtig een elektrische fiets op de uitschuif‐ bare houder worden gemonteerd. Het Draagsysteem achterzijde voor Neem contact uw fietshandelaar maximale gewicht op de adapter is twee fietsen alvorens fietsen met koolfiberfra‐ 20 kg.
  • Pagina 60 Opbergen Ontgrendelingshefboom naar boven Achterlichten uitklappen de juiste manier uitgeschoven is. trekken. Het systeem komt los en ver‐ Als het Flex-Fix draagsysteem niet plaatst zich snel uit de bumper. goed uitgeschoven kan worden, breng dan geen voorwerpen op het systeem aan en schuif het weer in.
  • Pagina 61 Opbergen Verwijder de spanband en klap de Fietsendrager ineenzetten wielhouder uit. Draagsysteem achteraan vergrendelen Zwenk beide achterlichten zo ver mo‐ gelijk naar achteren. Til de drager aan de achterzijde (1) op en trek hem naar achteren. Wielhouder uitklappen Klap de drager omhoog (2). Verwijder de spanband en draai beide spanhefbomen zover mogelijk opzij.
  • Pagina 62 Opbergen Druk knop (1) in en neem het linker‐ gedeelte van de drager (2) eraf. 1. Adapter zoals in illustratie op het Duw de drager omlaag (1) en draai de draagsysteem achterzijde plaat‐ draaihandgreep (2) naar achteren, sen. zodat deze ingrijpt. Druk knop (1) in en steek het linker‐...
  • Pagina 63 Opbergen 2. Hendel (1) naar voren draaien en Eerste fiets bevestigen vasthouden. Vervolgens de adap‐ ter (2) aan de achterzijde omlaag halen. 3. Hendel losmaken en controleren of de adapter goed vastzit. 2. De korte bevestigingsbeugel aan het fietsframe bevestigen. De 1.
  • Pagina 64 Opbergen 3. Beide fietswielen met de span‐ banden aan de wielhouders vast‐ maken. 4. Controleren of fiets goed vastzit. Voorzichtig Zorg dat de ruimte tussen de fiets en de auto minstens 5 cm is. Stuurstang zo nodig losdraaien en opzij zwenken. Tweede fiets bevestigen 5.
  • Pagina 65 Opbergen ■ Zonder bevestigde adapter: 9 Waarschuwing Bij het naar voren klappen van het draagsysteem achterzijde erop letten dat het systeem goed ver‐ grendelt. Fietsen verwijderen Spanbanden van beide fietswielen losmaken. Knop linksom draaien en de bevesti‐ Frame (1) van achterste fiets met gingsbeugels verwijderen.
  • Pagina 66 Opbergen Fietsendrager uiteennemen Druk knop (1) in en monteer de drager (2) weer. 3. Hendel (1) naar voren draaien en vasthouden. Druk knop (1) in en neem het boven‐ 4. Adapter (2) aan de achterzijde op‐ gedeelte van de drager (2) eraf. Bevestigingsbeugel plaatsen zoals in tillen en verwijderen.
  • Pagina 67 Opbergen Draagsysteem achterzijde ontgrendelen Houder naar achteren klappen en Spanbanden op de juiste manier op‐ vervolgens tot aan de aanslag naar bergen. voren duwen (1). Beide spanhefbomen zover mogelijk Houder aan de achterzijde omlaag‐ naar binnen draaien. Spanband vast‐ duwen (2). zetten.
  • Pagina 68 Opbergen Achterlichten inklappen Kentekenverlichting inklappen Ontgrendelingshendel omhoogdu‐ wen en vasthouden. Het systeem een Zwenk eerst de achterlichten (1) zo Klap de kentekenverlichting naar vo‐ beetje heffen en in de bumper duwen ver mogelijk opzij. ren. tot het vastzit. Zwenk daarna de scharnieren (2) zo Ontgrendelingshefboom moet naar Draagsysteem achteraan inschuiven ver mogelijk naar voren.
  • Pagina 69: Bagageruimte Vergroten

    Opbergen Bagageruimte 9 Waarschuwing De rugleuning van de achterbank be‐ Bij opklappen moet u zich ervan staat uit twee delen. U kunt beide de‐ verzekeren dat de rugleuningen len apart neerklappen. stevig op hun plaats vergrendeld zijn alvorens te gaan rijden. Het Bagageruimte vergroten nalaten hiervan kan lichamelijk let‐...
  • Pagina 70: Opbergruimte Achter

    Opbergen Gebruik de haak op de zijwand rechts ■ Bagagerolhoes bagageruimte ver‐ Monteren van de bagageruimte voor het ophan‐ wijderen 3 68. ■ Plaats het opbergvak op de neer‐ gen van draagtassen. Maximale be‐ geklapte rugleuningen. ■ Klap de rugleuningen achter neer lasting: 5 kg.
  • Pagina 71: Vloerafdekking Bagageruimte

    Opbergen Vloerafdekking Openen Demonteren bagageruimte Afdekking laadruimte Til de afdekking achteraan op. Deze Druk de afdekking links en rechts klikt in een bijna verticale stand vast. vanaf de onderkant omhoog en ver‐ Verder openen is mogelijk. U sluit wijder deze. deze weer door de afdekking door het Til de afdekking laadruimte op om bij Vastmaken...
  • Pagina 72 Opbergen Controleer bij het sluiten van de vloer‐ ■ Til het achtergedeelte op en klap Monteren afdekplaat of deze met de klitten‐ het naar voren. ■ Zet de eventueel weggenomen ge‐ bandbevestiging vast zit. reedschapskist weer terug. ■ Trek de afdekplaat naar achteren; door een geleider komt deze iets ■...
  • Pagina 73 Opbergen Sjorogen Gevarendriehoek Algemene tip 9 Waarschuwing Berg omwille van de veiligheid alle onderdelen in de bagageruimte op hun plek op en rijd altijd met ge‐ sloten afdekking laadruimte en, zo mogelijk, met omhoog geklapte rugleuningen. Anders kunnen de inzittenden bij krachtig remmen, plotseling af‐...
  • Pagina 74: Verbanddoos

    Opbergen Dakdragersysteem Verbanddoos Dakdrager Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ ding van dakschade adviseren wij het voor uw auto goedgekeurde dakdra‐ gersysteem te gebruiken. Contact op‐ nemen met uw werkplaats voor meer informatie. Gebruiksaanwijzing van het dakdra‐ gersysteem in acht nemen en dak‐ dragersysteem verwijderen wanneer Til het achtergedeelte van de vloeraf‐...
  • Pagina 75: Beladingsinformatie

    Opbergen Beladingsinformatie ■ Losse voorwerpen in de bagage‐ ruimte vastzetten om glijden tegen te gaan. ■ Bij het vervoeren van voorwerpen in de bagageruimte mogen de rug‐ leuningen van de achterbank niet schuin naar voren geklapt zijn. ■ Bagage niet boven de rugleuningen laten uitsteken.
  • Pagina 76 Opbergen hogere zwaartepunt. Lading gelijk‐ 9 Waarschuwing matig verdelen en goed met span‐ banden vastzetten. Bandenspan‐ Controleer altijd of de lading in het ning en rijsnelheid aan de bela‐ voertuig goed vastgezet is. Als dat dingstoestand aanpassen. Span‐ niet het geval is, kunnen er voor‐ banden regelmatig controleren en werpen in het voertuig bijspannen.
  • Pagina 77: Instrumenten En Bedieningsorganen

    Instrumenten en bedieningsorganen Instrumenten en Bedieningsorganen Stuurbedieningsknoppen bedieningsorganen Stuurwielverstelling Bedieningsorganen ...... 75 Waarschuwingslampen, meters en controlelampen ....... 83 Informatiedisplays ......93 Boordinformatie ......100 Persoonlijke instellingen .... 104 U kunt het infotainment-systeem, de cruise control en een gekoppelde mo‐ biele telefoon bedienen met de knop‐ Hendel omlaagbewegen, stuurwiel pen op het stuurwiel.
  • Pagina 78: Verwarmd Stuurwiel

    Instrumenten en bedieningsorganen Verwarmd stuurwiel Claxon De gedeelten van het stuurwiel die specifiek gemarkeerd zijn voor plaat‐ Druk op toets * om verwarming te j indrukken. sing van de handen zijn sneller warm activeren. De activering wordt aange‐ en worden warmer dan de overige ge‐ duid door de LED in de toets.
  • Pagina 79: Wis-/Wasinstallatie Voorruit

    Instrumenten en bedieningsorganen Wis-/wasinstallatie voorruit Niet inschakelen wanneer de voorruit Automatische wisfunctie met bevroren is. regensensor Voorruitwissers Uitschakelen in wasstraten. Instelbaar wisinterval INT = Automatische wisfunctie met regensensor = snel LO = langzaam De regensensor registreert de hoe‐ Wisserhendel in stand INT. INT = intervalwissen veelheid neerslag op de voorruit en Draai aan het stelwiel om het gewen‐...
  • Pagina 80: Wis-/Wasinstallatie Achterruit

    Instrumenten en bedieningsorganen Instelbare gevoeligheid van de Hendel naar u toe trekken. Er wordt regensensor sproeiervloeistof op de voorruit ge‐ spoten en de ruitenwisser maakt een paar slagen. Wis-/wasinstallatie achterruit Sensor vrijhouden van stof, vuil en ijs. Voorruitsproeiers Draai aan het stelwiel om de gevoe‐ ligheid in te stellen: lage gevoelig‐...
  • Pagina 81 Instrumenten en bedieningsorganen Buitentemperatuur Een dalende temperatuur wordt on‐ middellijk aangeduid, een stijgende temperatuur met enige vertraging. Temperaturen onder 3 °C verschijnen knipperend. Hendel van u af duwen. Er wordt Illustratie toont Colour-Info-Display. sproeiervloeistof op de achterruit ge‐ Uplevel-display spoten en de ruitenwisser maakt een paar slagen.
  • Pagina 82 Instrumenten en bedieningsorganen Als de buitentemperatuur tot 3 °C Let op Datum instellen daalt, verschijnt er een waarschu‐ Raadpleeg de handleiding van het wingsbericht op het Driver Informa‐ Infotainmentsysteem voor een ge‐ tion Center. detailleerde van de menubediening. Tijd instellen 9 Waarschuwing Ook bij een aanduiding van enkele graden boven 0 °C kan het weg‐...
  • Pagina 83 Instrumenten en bedieningsorganen Datumopmaak instellen Tijd en datum instellen Schakel door de beschikbare opties door steeds op de knop MENU-TUNE te drukken. Kloksynchr. RDS-signaal Het RDS-signaal van de meeste VHF-zenders stelt automatisch de tijd in. De RDS-tijdsynchronisatie kan en‐ kele minuten in beslag nemen. Som‐ mige zenders zenden geen correct tijdsignaal uit.
  • Pagina 84: Elektrische Aansluitingen

    Instrumenten en bedieningsorganen Activeer of deactiveer RDS- Aangesloten elektrische accessoires Druk de aansteker in. Als het element synchronisatie door op het scherm op moeten wat betreft de elektromagne‐ gloeit, wordt deze automatisch uitge‐ de knoppen Aan of Uit te tikken. tische compatibiliteit voldoen aan de schakeld.
  • Pagina 85 Instrumenten en bedieningsorganen Waarschuwingslam‐ Kilometerteller Toerenteller pen, meters en controlelampen Instrumentengroep De naalden van de instrumenten draaien even tot tegen de eindaan‐ slag wanneer de ontsteking wordt in‐ geschakeld. Snelheidsmeter Weergave van de afgelegde afstand Geeft het motortoerental aan. in km op de onderste regel. In elke versnelling zo veel mogelijk met een laag toerental rijden.
  • Pagina 86: Koelvloeistoftemperatuurmeter

    Instrumenten en bedieningsorganen Brandstofmeter Door brandstofresten in de tank kan Led uit = rijden op benzine de hoeveelheid brandstof die kan Led aan = rijden op vloeibaar gas worden bijgetankt kleiner zijn dan de = omschakelen is niet mo‐ gespecificeerde tankinhoud. knippert gelijk, een van de brand‐...
  • Pagina 87: Terugzetten

    Instrumenten en bedieningsorganen Geeft de koelvloeistoftemperatuur De resterende gebruiksduur van de aan. motorolie wordt in procenten weerge‐ geven naast de controlelamp I op linker gedeelte = motor nog niet op het Midlevel-display. bedrijfstempera‐ tuur middelste = normale bedrijfs‐ gedeelte temperatuur rechter = koelvloeistoftem‐...
  • Pagina 88: Controlelampen

    Instrumenten en bedieningsorganen Bij het verversen van de olie moet het Betekenis kleuren controlelampen: systeem altijd worden teruggezet om Rood = gevaar, belangrijke herinne‐ goed te kunnen werken. De hulp van ring een werkplaats inroepen. Geel = waarschuwing, aanwijzing, storing Volgende onderhoudsbeurt Groen = inschakelbevestiging Wanneer het systeem heeft berekend...
  • Pagina 89 Instrumenten en bedieningsorganen Controlelampen in de instrumentengroep...
  • Pagina 90 Instrumenten en bedieningsorganen Controlelampen in de Gloeilamp vervangen 3 171, zeke‐ Gordelstatus op de achterbank ringen 3 181. middenconsole Richtingaanwijzers 3 111. Gordelverklikker Gordelverklikker op de voorstoelen X van de bestuurdersstoel brandt of knippert rood op de toerenteller. k van de passagiersstoel voorin brandt of knippert rood op de midden‐...
  • Pagina 91: Airbag En Gordelspanners

    Instrumenten en bedieningsorganen Airbag en gordelspanners Brandt ongeveer 60 seconden na het Brandt bij een draaiende motor inschakelen van het contact. De pas‐ Stoppen, motor afzetten. Accu wordt v brandt rood. sagiersairbag voor is geactiveerd. niet opgeladen. Motorkoeling wordt Bij het inschakelen van de ontsteking mogelijk onderbroken.
  • Pagina 92: Service-Indicatie

    Instrumenten en bedieningsorganen Service-indicatie Pedaal intrappen het ABS-systeem. Het remsysteem blijft normaal werken, maar zonder g brandt geel. - brandt of knippert geel. ABS-regeling. Ook verschijnt er waarschuwingsbe‐ Antiblokkeersysteem 3 137. Brandt richt op het Driver Information Center. Trap het koppelingspedaal in om de De auto vergt een onderhoudsbeurt.
  • Pagina 93: Elektronische Stabiliteitsregeling Uit

    Instrumenten en bedieningsorganen Gaat branden met verminderde Storingen door externe bronnen van Brandt ultrasoon geluid. Als de storingsbron stuurbekrachtiging Er zit een storing in het systeem. Er wordt verwijderd, dan werkt het sys‐ verschijnt een waarschuwingsbericht De stuurbekrachtiging wordt vermin‐ teem weer normaal.
  • Pagina 94: Grootlicht

    Instrumenten en bedieningsorganen Knippert 3. Zo spoedig mogelijk de verkeers‐ Knippert stroom verlaten zonder hierbij an‐ Storing in het systeem of montage Brandstofvoorraad opgebruikt. On‐ dere weggebruikers te hinderen. van een wiel zonder druksensor (bijv. middellijk bijtanken. Tank nooit leeg‐ reservewiel).
  • Pagina 95: Cruise Control

    Instrumenten en bedieningsorganen Informatiedisplays Het mistachterlicht is ingeschakeld ■ boordinformatiemenu, zie hieron‐ 3 111. Driver Information Center ■ informatiemenu rit/brandstof, zie Cruise control hieronder Het Driver Information Centre (DIC) is ■ boordinformatie in de vorm van cij‐ m brandt wit of groen. ondergebracht in de instrumenten‐...
  • Pagina 96 Instrumenten en bedieningsorganen Uplevel-display Sommige weergegeven functies ver‐ Druk op de toets MENU om tussen de schillen onderweg ten opzichte van menu's te schakelen of om vanuit een stilstand van de auto. Sommige func‐ submenu één niveau terug te gaan. ties zijn alleen onderweg beschik‐...
  • Pagina 97 Instrumenten en bedieningsorganen ■ Bandenbelasting moeten worden ververst/vervan‐ stellen van de snelheid kan deze gen 3 85. functie worden uitgeschakeld door Het bandenspanningsdisplay se‐ tijdens het bekijken van deze pa‐ lecteert de bandenspanningscate‐ gina op SET/CLR te drukken. gorie Light, Eco of Max op basis van de huidige bandenspanning.
  • Pagina 98 Instrumenten en bedieningsorganen Het Midlevel-display kan beschikbaar ■ digitale snelheid zijn bij het informatiemenu dagteller/ ■ actieradius brandstof. ■ momentaan verbruik Uplevel-display Selectie en aanduiding kunnen ver‐ schillen tussen Midlevel-display en Uplevel-display. Twee tripcomputers De informatie van twee tripcomputers kan afzonderlijk worden teruggezet voor de kilometerteller, het gemid‐...
  • Pagina 99 Instrumenten en bedieningsorganen Dagteller Voor het resetten drukt u de toets Actieradius brandstof LPG-versie SET/CLR op de betreffende pagina De dagteller geeft de huidige afstand Weergeven van de actieradius brand‐ enkele seconden in. vanaf een bepaalde reset weer. stof bij benadering met de resterende brandstof in elke betreffende brand‐...
  • Pagina 100 Instrumenten en bedieningsorganen Submenu's zijn: ■ Grootverbruikers De lijst van de ■ Zuinig rijden: geeft de gemiddelde hoogste momenteel ingeschakelde verbruiksontwikkeling over een af‐ ■ Schakelaanduiding: De huidige comfortverbruikers verschijnt in af‐ stand van 50 km weer. Gevulde versnelling verschijnt in een pijltje. lopende volgorde.
  • Pagina 101: Menu's En Instellingen Selecteren

    Instrumenten en bedieningsorganen ■ systeemberichten Op schermpictogram Instellingen tik‐ ken: Menupagina Instellingen ver‐ ■ boordinformatie 3 100 schijnt. Selecteer een instelling door ■ persoonlijke instellingen 3 104 erop te tikken. Het type informatie en de weergave Tik nogmaals op een geselecteerde daarvan is afhankelijk van de gecon‐...
  • Pagina 102: Boordinformatie

    Instrumenten en bedieningsorganen Boordinformatie Meldingen worden voornamelijk weergegeven op het Driver Informa‐ tion Center (DIC); in sommige geval‐ len samen met een waarschuwings‐ zoemer. Toets CONFIG indrukken: Menupa‐ gina Instellingen verschijnt. Draai aan knop MENU-TUNE voor selecteren van een instelling of waarde.
  • Pagina 103: Boordinformatie Op Midlevel-Display

    Instrumenten en bedieningsorganen Boordinformatie op Nr. Boordinformatie Nr. Boordinformatie Midlevel-display Draai aan het stuurwiel, start de 28 Richtingaanwijzer rechtsachter motor opnieuw defect 12 Auto overbeladen 35 Vervang batterij in handzender 13 Compressor oververhit 48 Reinig blindehoekdetectiesys‐ teem 15 Derde remlicht defect 53 Draai tankdop vast 16 Remlicht defect 56 Ongelijke bandenspanning op...
  • Pagina 104: Boordinformatie Op Upleveldisplay

    Instrumenten en bedieningsorganen Boordinformatie op Uplevel- ■ verlichting, gloeilamp vervangen Nr. Boordinformatie display ■ wis-/wasinstallatie 79 Vul motorolie bij ■ portieren, ruiten 82 Vervang motorolie binnenkort ■ handzender 84 Motorvermogen beperkt ■ veiligheidsgordels 89 Onderhoud spoedig ■ airbagsystemen 95 Service airbag ■...
  • Pagina 105: Batterijspanning

    Instrumenten en bedieningsorganen Het geluidssignaal voor niet gedra‐ Bij het parkeren van de auto en/ stoelverwarming, achterruitver‐ gen veiligheidsgordels geniet de pri‐ warming of andere grootverbrui‐ of het openen van het oriteit boven alle andere geluidssig‐ kers. bestuurdersportier nalen. 2. Laad de accu op door een tijdje te ■...
  • Pagina 106: Persoonlijke Instellingen

    Instrumenten en bedieningsorganen Persoonlijke In de bijbehorende submenu's kunt u de volgende instellingen veranderen: instellingen Talen (Languages) U kunt het gedrag van de auto op uw Selectie van de gewenste taal. wensen afstemmen door de instellin‐ Tijd en datum gen in het Info-display te veranderen. Zie klok 3 80.
  • Pagina 107 Instrumenten en bedieningsorganen Autom. Achterruitverwarming: Acti‐ Activeert of deactiveert de uitstap‐ Autom. Portiervergrendeling: Acti‐ veert de automatische achterruit‐ verlichting en wijzigt de duur ervan. veert of deactiveert de automati‐ verwarming. sche hervergrendeling na het ont‐ ■ Portiervergrendeling grendelen zonder de auto te ope‐ ■...
  • Pagina 108 Instrumenten en bedieningsorganen U kunt uit de volgende instellingen In de bijbehorende submenu's kunt u ■ Comfort & gemak kiezen: de volgende instellingen veranderen: Volume geluidssignaal: Verandert het volume van geluidssignalen. Tijd- en datuminstellingen Aanpassing door bestuurder: Acti‐ Zie klok 3 80. veert of deactiveert persoonlijke in‐...
  • Pagina 109 Instrumenten en bedieningsorganen ■ Elektrische portiervergr. Op afstand ontgrendelde portieren DivX(R) VOD opnieuw vergrendelen: Activeert of Zie de infotainment-handleiding voor Automatische portiervergrende‐ deactiveert de automatische her‐ nadere informatie. ling: Activeert of deactiveert de au‐ vergrendeling na het ontgrendelen tomatische portiervergrendelings‐ zonder de auto te openen.
  • Pagina 110: Lichtschakelaar Met Automatische Verlichting

    Verlichting Verlichting Rijverlichting Lichtschakelaar met automatische verlichting Lichtschakelaar Rijverlichting ......108 Binnenverlichting ....... 112 Verlichtingsfuncties ....114 Lichtschakelaar draaien: AUTO = Automatische verlichting: Lichtschakelaar draaien: het dimlicht wordt automa‐ 7 = Verlichting uit tisch in- en uitgeschakeld, 8 = Zijmarkeringslichten afhankelijk van het omge‐...
  • Pagina 111: Automatische Verlichting

    Verlichting Grootlicht De huidige status van de automati‐ Wanneer de automatische verlichting sche verlichting wordt weergegeven is ingeschakeld en de motor loopt, op het Driver Information Center. wordt er automatisch gewisseld tus‐ sen dagrijlicht en automatische ver‐ Wanneer u de ontsteking inschakelt, lichting afhankelijk van het omge‐...
  • Pagina 112: Koplampverstelling

    Verlichting Koplampverstelling Koplampinstelling in het Dagrijlicht buitenland Het dagrijlicht maakt de auto overdag Handmatig instellen beter zichtbaar. Het asymmetrische dimlicht biedt koplampreikwijdte Deze gaat bij het inschakelen van het meer zicht op de rand van de weg aan contact automatisch branden. de passagierskant.
  • Pagina 113: Parkeerlichten

    Verlichting Richtingaanwijzers Parkeerlichten Voor langer richting aanwijzen de hendel tot tegen het weerstandspunt duwen en vasthouden. Schakel de richtingaanwijzer hand‐ matig uit door de hendel in de oor‐ spronkelijke stand te zetten. Mistachterlichten Hendel = Rechter richting‐ Bij het parkeren kunnen de parkeer‐ omhoog aanwijzer lichten aan één kant worden inge‐...
  • Pagina 114: Achteruitrijlichten

    Verlichting Binnenverlichting Achteruitrijlichten Draai aan het kartelwiel A en houd dit vast totdat de gewenste lichtsterkte is Het achteruitrijlicht gaat branden bereikt. Regelbare wanneer de ontsteking is ingescha‐ instrumentenverlichting keld en de auto in de achteruitver‐ Binnenverlichting snelling staat. Voorste interieurverlichting Beslagen lampglazen De interieurverlichting wordt bij het in- De binnenkant van de lampenglazen...
  • Pagina 115: Plafondverlichting

    Verlichting Let op De sfeerverlichting licht bij het uit‐ Bij een ongeval waarbij de airbags schakelen van het contact automa‐ geactiveerd worden gaat de vloer‐ tisch op en dooft na het openen van verlichting automatisch aan. een portier. Toets m indrukken na uit‐ schakelen van het contact, de sfeer‐...
  • Pagina 116: Verlichtingsfuncties

    Verlichting Verlichtingsfuncties Toets indrukken met ingeschakeld De volgende verlichting gaat ook contact: branden wanneer u het bestuurders‐ portier opent: Instapverlichting m één keer kort = aan of uit indrukken ■ alle schakelaars Welkomstverlichting T herhaaldelijk = stapsgewijs dim‐ ■ Driver Information Center kort indrukken De volgende verlichting wordt korte ■...
  • Pagina 117: Padverlichting

    Verlichting Padverlichting Wordt het bestuurdersportier niet ge‐ Om te voorkomen dat de accu onder sloten, dan gaat de verlichting na het rijden leegraakt, worden de vol‐ De koplampen, achterlichten en ken‐ twee minuten uit. gende systemen automatisch in twee tekenverlichting blijven een instelbare fasen afgebouwd en ten slotte uitge‐...
  • Pagina 118: Klimaatregeling

    Klimaatregeling Klimaatregeling Klimaatregelsystemen Temperatuur Rood = warm Verwarmings- en Blauw = koud ventilatiesysteem De verwarming werkt pas optimaal Klimaatregelsystemen ....116 als de motor de normale bedrijfstem‐ Luchtroosters ......124 peratuur heeft bereikt. Onderhoud ......... 125 Luchtdebiet Luchtdebiet instellen door de ventila‐ torknop in de gewenste stand te zet‐...
  • Pagina 119: Airconditioning

    Klimaatregeling Ruiten ontwasemen en ■ Zijdelingse ventilatieopeningen = Koeling openen naar wens en op de zijrui‐ 4 = Luchtrecirculatie ontdooien ten richten. Ü = Verwarmbare achterruit 3 32 ■ Voor gelijktijdig verwarmen van de Verwarmde stoelen ß 3 40. voetenruimte, luchtverdeelschake‐ Verwarmd stuurwiel * 3 76.
  • Pagina 120: Maximale Koeling

    Klimaatregeling Tussenstanden zijn mogelijk. ligt. Er kan zich dan condens vormen Recirculatiemodus uitschakelen door en onder de auto op de grond drup‐ weer op toets 4 te drukken. Koeling n pelen. 9 Waarschuwing Als geen koeling of droging gewenst is, moet u omwille van het brandstof‐ Als het luchtrecirculatiesysteem is verbruik de koeling uitschakelen.
  • Pagina 121: Elektronisch Klimaatregelsysteem

    Klimaatregeling Ruiten ontwasemen en Let op Bij het selecteren van de luchtver‐ ontdooien l delingsmodus l bij een draaiende motor wordt een Autostop geblok‐ keerd totdat er een andere luchtver‐ deling wordt geselecteerd. Bij het selecteren van de luchtver‐ delingsmodus l terwijl de motor in een Autostop is, zal de motor auto‐...
  • Pagina 122 Klimaatregeling Bedieningsorganen voor: Automatische modus AUTO ■ luchtdebiet ■ temperatuur ■ luchtverdeling = koeling AUTO = automatische modus = handmatig bediende lucht‐ recirculatie = ontwasemen en ontdooien = verwarmbare achterruit Ü 3 32 Instellingen van de klimaatregeling Verwarmde stoelen ß 3 40. verschijnen op het infodisplay.
  • Pagina 123 Klimaatregeling ■ Druk op n voor het inschakelen Ruiten ontwasemen en van optimale koeling en ontwase‐ ontdooien V ming. De activering wordt aange‐ duid door de LED in de toets. ■ Stel de voorkeuzetemperatuur in met de middelste draaiknop. De aanbevolen temperatuur is 22 °C.
  • Pagina 124: Handmatige Instellingen

    Klimaatregeling U kunt de instelling van de automati‐ Handmatige instellingen Automatische modus opnieuw in‐ sche achterruitverwarming wijzigen schakelen: Toets AUTO indrukken. U kunt de instellingen van het klimaat‐ op het Info-display. Persoonlijke in‐ regelsysteem als volgt met de toetsen Luchtverdeling stellingen 3 104.
  • Pagina 125: Luchtrecirculatiemodus

    Klimaatregeling K = naar de voetenruimte Druk op toets n om koeling in te U kunt de werking van de koeling na 9 = naar de voorruit, de voorste zij‐ schakelen. De activering wordt aan‐ het starten van de motor in- of uit‐ ruiten en de voetenruimte geduid door de LED in de toets.
  • Pagina 126: Luchtroosters

    Klimaatregeling Luchtroosters 9 Waarschuwing Verstelbare luchtroosters Als het luchtrecirculatiesysteem is ingeschakeld, vermindert de lucht‐ Wanneer de koeling ingeschakeld is verversing. Bij het gebruik zonder moet er minimaal een luchtrooster koeling neemt de luchtvochtigheid openstaan. toe waardoor de ruiten van bin‐ nenuit kunnen aandampen.
  • Pagina 127: Onderhoud

    Klimaatregeling Onderhoud Airconditioning regelmatig aanzetten Luchtinlaat Om te zorgen dat het systeem goed blijft werken, moet de koeling een‐ maal per maand, ongeacht de weers‐ gesteldheid of het seizoen, enkele mi‐ nuten worden ingeschakeld. Bij te lage buitentemperaturen kan de koe‐ ling niet worden ingeschakeld.
  • Pagina 128: Rijden En Bediening

    Rijden en bediening Rijden en bediening Rijtips Starten en bediening Controle over de auto Nieuwe auto inrijden Rem tijdens de eerste ritten niet te Rijtips ......... 126 Nooit met afgezette motor rijden krachtig. Starten en bediening ....126 In deze toestand werken veel syste‐ Bij de eerste rit kunnen was- en olie‐...
  • Pagina 129: Vertraagde Uitschakeling Stroom

    Rijden en bediening Contactslotstanden ■ elektrisch bediende ruiten Handgeschakelde versnellingsbak: koppelings- en rempedaal intrappen. ■ stekkerdozen Geautomatiseerde versnellingsbak: ■ elektrisch zonnedak rempedaal intrappen. Het Infotainmentsysteem blijft van Trap het gaspedaal niet in. stroom voorzien en zal 30 minuten blijven werken of tot de sleutel uit de Draai de sleutel even in stand 3 en contactschakelaar wordt gehaald, on‐...
  • Pagina 130 Rijden en bediening Uitrol-brandstofafsluiter Automatische Activering startmotorregeling Het stop-startsysteem is beschikbaar De brandstoftoevoer wordt automa‐ van zodra de motor is gestart, de auto Deze functie regelt de startprocedure tisch afgesloten bij overtoeren, d.w.z. is vertrokken en er aan de hieronder van de motor.
  • Pagina 131 Rijden en bediening Autostop Melding ■ Het bestuurdersportier is gesloten of de veiligheidsgordel van de be‐ Auto's met handgeschakelde ver‐ stuurder is vastgemaakt. snellingsbak: Als de auto langzaam rijdt of stilstaat, ■ De accu is voldoende opgeladen activeer dan een Autostop zoals hier‐ en in goede staat.
  • Pagina 132: Herstarten Van De Motor Door Het Stop-Startsysteem

    Rijden en bediening Onmiddellijk na het rijden op de snel‐ Het starten van de motor wordt aan‐ Als er zich een van de volgende om‐ weg kan mogelijk geen Autostop ge‐ geduid door de naald van de statio‐ standigheden voordoet tijdens een beuren.
  • Pagina 133 Rijden en bediening Als een elektrisch accessoire, bijv. versnelling in voordat u de con‐ Voorzichtig een draagbare cd-speler op de elek‐ tactsleutel lostrekt. Op een op‐ trische aansluiting is aangesloten, lopende helling bovendien de Na een rit waarbij met hoge mo‐ merkt u mogelijk een korte span‐...
  • Pagina 134: Uitlaatgassen

    Rijden en bediening Uitlaatgassen Handgeschakelde Voorzichtig versnellingsbak Het gebruik van andere brandstof‐ 9 Gevaar kwaliteiten dan die genoemd op pagina 3 157, 3 223 kan aanlei‐ Motoruitlaatgassen bevatten het ding geven tot schade aan de ka‐ giftige en bovendien kleur- en talysator en elektronische onder‐...
  • Pagina 135: Geautomatiseerde Versnellingsbak

    Rijden en bediening Geautomatiseerde Versnellingsbakdisplay Bij bediening het koppelingspedaal helemaal intrappen. Uw voet niet op versnellingsbak het pedaal laten rusten. De geautomatiseerde versnellings‐ Voorzichtig bak staat handschakelen (handge‐ schakelde modus) of automatisch Rijd bij voorkeur niet met de hand schakelen (automatische modus) toe, voortdurend op de selectorhendel.
  • Pagina 136 Rijden en bediening Keuzehendel Versnellingsbak schakelt bij het star‐ Een Autostop wordt door de naald ten automatisch N in. Dit gebeurt mo‐ aangegeven bij de AUTOSTOP- gelijk met enige vertraging. stand in de toerenteller. Als alle remlichten zijn uitgevallen, Autostart kan de motor evenmin worden ge‐...
  • Pagina 137 Rijden en bediening = terugschakelen in handge‐ Wordt noch het gaspedaal noch het Auto heen en weer schommelen schakelde modus rempedaal bediend, dan is er geen Het is alleen toegestaan de auto heen = achteruitversnelling. Uitslui‐ versnelling ingeschakeld en knippert en weer te schommelen als de auto is tend inschakelen als de auto de aanduiding D of R korte tijd op het...
  • Pagina 138: Handgeschakelde Modus

    Rijden en bediening Elektronische Bandenspanningscontrolesys‐ Bij een te hoog motortoerental scha‐ kelt de versnellingsbak alleen tijdens teem rijprogramma's een kickdown automatisch op. Om het koppelen van de sensoren ■ Het bedrijfstemperatuurpro‐ Als in de automatische modus + of - van het bandenspanningscontrole‐ gramma brengt de katalysator na wordt geselecteerd, switcht de ver‐...
  • Pagina 139: Remmen

    Rijden en bediening Remmen Bij een storing brandt controlelamp Zodra een wiel dreigt te blokkeren, g. Ook verschijnt er een waarschu‐ regelt het ABS de remdruk af op het desbetreffende wiel. De auto blijft ook wingsbericht op het Driver Informa‐ Het remsysteem omvat twee onaf‐...
  • Pagina 140: Remassistentie

    Rijden en bediening Handrem Storing Om minder kracht te hoeven uit‐ oefenen bij het aantrekken van de Handbediende handrem 9 Waarschuwing handrem, tegelijkertijd het rempe‐ daal intrappen. Bij een defect aan het ABS kunnen de wielen bij krachtig remmen de Controlelamp R 3 90.
  • Pagina 141: Rijregelsystemen

    Rijden en bediening Rijregelsystemen Wanneer u de voetrem loslaat nadat u op een helling bent gestopt, blijft de rem nog gedurende 2 seconden in‐ Traction Control geschakeld. De remmen worden au‐ De Traction Control (TC) is een on‐ tomatisch losgezet zodra de auto op‐ derdeel van de elektronische stabili‐...
  • Pagina 142: Deactivering

    Rijden en bediening Deactivering Storing Bij een storing in het systeem licht het controlelampje b ononderbroken op en verschijnt er een bericht of een waarschuwingscode op het Driver In‐ formation Center. Het systeem is bui‐ ten werking. Oorzaak van de storing onmiddellijk door een werkplaats laten verhelpen.
  • Pagina 143: Stadsmodus

    Rijden en bediening Deactivering schakeld, worden zowel TC als ESC opnieuw geactiveerd. Er verschijnt er een statusbericht op het Driver Infor‐ mation Center en t dooft wanneer TC en ESC opnieuw worden geactiveerd. De ESC wordt ook opnieuw geacti‐ veerd wanneer u de ontsteking de volgende keer weer inschakelt.
  • Pagina 144 Rijden en bediening Activering De stadsmodus blijft actief tijdens een Storing Autostop, maar werkt alleen waan‐ neer de motor draait. Stop-startsysteem 3 128. Deactivering Druk op toets B; de LED in de toets dooft en er verschijnt een bericht op het Driver Information Center.
  • Pagina 145: Bestuurdersondersteuningssys- Temen

    Rijden en bediening Bestuurdersondersteu‐ Roep de hulp van een werkplaats in Om veiligheidsredenen kan de cruise als de controlelampjes c en b na het control pas worden ingeschakeld na‐ ningssystemen dat het rempedaal eenmaal werd be‐ kalibreren niet doven. diend. Activeren in de eerste versnel‐ ling is niet mogelijk.
  • Pagina 146 Rijden en bediening Inschakelen Automatisch uitschakelen: Druk op de knop m; de controlelamp ■ De rijsnelheid is lager dan ca. m in de instrumentengroep brandt 30 km/u. wit. ■ Rijsnelheid is hoger dan ca. 200 km/u. Activering ■ Het rempedaal wordt bediend. Accelereer tot de gewenste snelheid ■...
  • Pagina 147: Activering

    Rijden en bediening Snelheidsbegrenzer Activering Of accelereer tot de gewenste snel‐ heid en draai het stelwiel kort naar De snelheidsbegrenzer voorkomt dat SET/-: de huidige snelheid wordt als de auto een vooraf ingestelde snel‐ snelheidslimiet opgeslagen. De snel‐ heidslimiet overschrijdt. heidslimiet verschijnt op het Driver In‐...
  • Pagina 148 Rijden en bediening Snelheidslimiet overschrijden Uitschakelen achter te meten. Deze informeert en waarschuwt de bestuurder met ge‐ In noodgevallen is het mogelijk de Druk op de knop L, de snelheidsli‐ luids- en visuele signalen. snelheidslimiet te overschrijden door miet in het Driver Information Center het gaspedaal stevig door de weer‐...
  • Pagina 149 Rijden en bediening Melding Het systeem schakelt automatisch uit Parkeerhulp voor-achter wanneer de achteruitversnelling Het systeem waarschuwt de bestuur‐ wordt uitgeschakeld. der met geluidssignalen tegen moge‐ 9 Waarschuwing lijk gevaarlijke obstakels achter de Handmatig deactiveren is ook moge‐ auto binnen een bereik tot 1,5 meter. De bestuurder is zelf geheel ver‐...
  • Pagina 150 Rijden en bediening Het systeem heeft zes ultrasone par‐ De parkeerhulp voor-achter en de ge‐ ■ Als alleen de geavanceerde par‐ keersensoren in zowel achter- als avanceerde parkeerhulp gebruiken keerhulp actief is, deactiveert u de voorbumper. beide dezelfde toets voor activeren geavanceerde parkeerhulp door de en deactiveren: toets lang in te drukken.
  • Pagina 151 Rijden en bediening Bij het één keer inschakelen van de luidssignalen volgen elkaar sneller op De afstandsmelding kan worden ge‐ toets D binnen een contactcyclus naarmate de afstand tot dat obstakel blokkeerd door boordinformatie met afneemt. Is de afstand kleiner dan on‐ een hogere prioriteit.
  • Pagina 152: Geavanceerde Parkeerhulp

    Rijden en bediening gedurende 3 seconden alvorens deze Instructies verschijnen op het Driver Beide systemen gebruiken dezelfde dooft. Het controlelampje r brandt Information Center 3 93 of, afhanke‐ sensoren in de voor- en achterbum‐ per. op de instrumentengroep 3 91 en ver‐ lijk van de versie, op het Colour-Info- schijnt er een bericht op het Driver In‐...
  • Pagina 153 Rijden en bediening ■ Als alleen de geavanceerde par‐ Activering Het systeem kan alleen worden ge‐ keerhulp actief is, activeert u de activeerd bij snelheden tot 30 km/u en parkeerhulp voor-achter door de het systeem zoekt naar parkeerplek‐ toets kort in te drukken. ken bij een snelheid tot 30 km/u.
  • Pagina 154 Rijden en bediening Als er een plek is gevonden, wordt dit op het Driver Information Center ge‐ toond en klinkt er een geluidssignaal. Selecteer een parallelle of haakse Als er een plek is gevonden, wordt dit parkeerplek op het Driver Information op het Colour-Info-Display getoond Center door op de toets SET/CLR te en klinkt er een geluidssignaal.
  • Pagina 155 Rijden en bediening 10 meter of bij haaks gelegen par‐ systeem zoekt naar parkeerplekken ■ het verzoek tot optrekken of rem‐ keerplekken binnen 6 meter na het aan de bestuurderskant door gedu‐ men, bericht Stop stopt. Het systeem bere‐ rende het zoeken de richtingaanwij‐ ■...
  • Pagina 156: Algemene Opmerkingen Over Parkeerhulpsystemen

    Rijden en bediening ■ tijdens het zoeken naar een par‐ ■ het systeem buiten werking is, In het bijzonder moet gelet worden keerplek sneller dan 30 km/u te rij‐ ■ een van de bovenstaande redenen op lage obstakels die het onderste den, voor deactiveren van toepassing is.
  • Pagina 157 Rijden en bediening Blindehoeksysteem Het systeem detecteert geen onre‐ Parkeerhulpsystemen detecteren gelmatigheden in het wegdek, bijv. geen voorwerpen buiten het de‐ Het blindehoeksysteem detecteert en op bouwterreinen. De bestuurder tectiebereik. meldt objecten die zich, binnen een neemt de verantwoordelijkheid op specifieke blindehoekzone, aan zich.
  • Pagina 158: Detectiezones

    Rijden en bediening Het blindehoeksysteem werkt bij kanten uit. De zone is ongeveer tus‐ Controleer voordat u van rijstrook snelheden van 10 km/u tot 140 km/u. sen de 0,5 meter en 2 meter hoog, verandert altijd alle spiegels, kijk Bij snelheden hoger dan 140 km/u vanaf de grond.
  • Pagina 159: Brandstof

    Rijden en bediening Brandstof paanverhouding. LPG wordt vloei‐ Voorzichtig baar opgeslagen bij een druk van 5 - 10 bar. Brandstof voor Gebruik van brandstof die niet vol‐ Het kookpunt hangt af van de druk en benzinemotoren doet aan EN 228 of E DIN 51626-1 mengverhouding.
  • Pagina 160 Rijden en bediening Brandstofkeuzeschakelaar Led uit = rijden op benzine Vanwege extreme temperaturen in Led aan = rijden op vloeibaar gas combinatie met de samenstelling van = omschakelen is niet mo‐ het gas kan het iets langer duren knippert gelijk, een van de brand‐ voordat het systeem van de benzine- stofsoorten is op naar de gasmodus omschakelt.
  • Pagina 161 Rijden en bediening Volg de bedienings- en veilig‐ 9 Waarschuwing heidsinstructies van het benzine‐ station tijdens het tanken op. Als u gas in de auto of in de on‐ middellijke omgeving ruikt, scha‐ kel dan onmiddellijk naar benzine‐ 9 Gevaar modus.
  • Pagina 162 Rijden en bediening Klepje sluiten en vastklikken. Vloeibaar gas tanken Bij het tanken de gebruiks- en veilig‐ heidsvoorschriften van het tanksta‐ tion in acht nemen. De vulklep voor het vloeibare gas zit achter de tankdop. Bij het tanken de tankdop in de steun Schroef de vereiste adapter handvast op de tankklep hangen.
  • Pagina 163 Breng de beschermdop aan om te stuk naar beneden. adapters nodig die verkrijgbaar zijn bij voorkomen dat vreemde voorwerpen Opel distributeurs en bij door Opel er‐ DISH-vulpijphals (Italië): Plaats het de vulopening of het systeem binnen‐ kende reparateurs. vulmondstuk in de adapter. Druk de dringen.
  • Pagina 164: Brandstofverbruik - Co 2 -Uitstoot

    Rijden en bediening Brandstofverbruik - -uitstoot Het brandstofverbruik (gecombi‐ neerd) van het model Opel Adam is binnen een bereik van 7,0 tot 4,2 l/100 km. De CO -emissie (gecombineerd) is binnen een bereik van 139 tot 99 g/km. Voor de waarden specifiek voor uw auto kunt u de EEG-conformiteitsver‐...
  • Pagina 165 Rijden en bediening toepassing zijnde versie), waarbij re‐ kening wordt gehouden met het ge‐ wicht van de auto in bedrijfstoestand, zoals voorgeschreven door de veror‐ dening. De getallen worden alleen gegeven ter vergelijking tussen verschillende varianten van de auto's en mogen niet als garantie worden opgevat voor het werkelijke brandstofverbruik van een bepaalde auto.
  • Pagina 166: Verzorging Van De Auto

    Verzorging van de auto Verzorging van de Algemene informatie Auto stallen auto Langdurig stallen Accessoires en Wanneer u de auto meerdere maan‐ modificaties van auto den moet stallen: Wij raden u aan alleen gebruik te ma‐ Algemene informatie ....164 ■...
  • Pagina 167: Verwerking Van Sloopauto

    Verzorging van de auto Controle van de auto ■ Motorkap openen, alle portieren Gasauto's moeten worden afgevoerd sluiten en auto vergrendelen. door een speciaal daartoe bevoegd bedrijf. Werkzaamheden ■ Poolklem van de minpool van de accu loskoppelen. Erop letten dat uitvoeren geen van de systemen werkt, waar‐...
  • Pagina 168 Verzorging van de auto Als de motorkap wordt geopend tij‐ 9 Gevaar dens een Autostop, wordt de motor automatisch herstart omwille van vei‐ Het ontstekingssysteem werkt met ligheidsredenen. een extreem hoge spanning. Niet aanraken. Sluiten Steun vóór het sluiten van de motor‐ Motorkap kap stevig in de houder duwen.
  • Pagina 169 Verzorging van de auto Koelvloeistof Alleen op een vlakke ondergrond controleren. De motor moet op be‐ De koelvloeistof biedt vorstbescher‐ drijfstemperatuur zijn en minstens ming tot ca. –28 °C. In noordelijke lan‐ 5 minuten uitgeschakeld zijn ge‐ den met extreem lage temperaturen weest.
  • Pagina 170 Verzorging van de auto Dop goed vastdraaien. Koelvloeistof‐ Voorzichtig gehalte door een werkplaats laten controleren en oorzaak van het koel‐ Alleen sproeiervloeistof met vol‐ vloeistofverlies laten verhelpen. doende antivries biedt voldoende bescherming bij lage temperatu‐ Sproeiervloeistof ren of een plotselinge daling van de temperatuur.
  • Pagina 171: Accu Vervangen

    Verzorging van de auto korte ritten en veelvuldig starten kan Accu vervangen de accu ontladen raken. Vermijd het Let op gebruik van onnodige elektrische ver‐ Elke afwijking van de in dit hoofdstuk bruikers. gegeven instructies kan leiden tot een tijdelijke uitschakeling van het stop- startsysteem.
  • Pagina 172 ■ Explosief gas kan in de buurt van Opel-accu. de accu aanwezig zijn. Let op Als u een andere AGM-accu ge‐ bruikt dan de originele Opel-accu is het mogelijk dat het stop-startsys‐ teem slechter presteert. Het wordt geadviseerd de accu door een werkplaats te laten vervangen.
  • Pagina 173: Wisserblad Vervangen

    Verzorging van de auto Gloeilamp vervangen Wisserblad vervangen Wisserblad achterruit Ontsteking uitschakelen en desbe‐ treffende schakelaar uitschakelen of portieren sluiten. Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken! Het glas van de gloei‐ lamp niet met blote handen aanraken. Bij vervangen altijd hetzelfde type gloeilamp gebruiken.
  • Pagina 174 Verzorging van de auto 3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp. 4. Steek de lamphouder met de clip omlaag erin en klik deze vast in de reflector. 5. Breng de kap aan. Grootlicht (2) 2. Druk op de clip om de lamphouder Dimlicht buitenste gloeilamp (1).
  • Pagina 175: Zijmarkeringslicht/Dagrijlicht Met Gloeilampen

    Verzorging van de auto Zijmarkeringslicht/dagrijlicht met gloeilampen (3) 2. Druk op de clip om de lamphouder 2. Haal de lamp uit de fitting door los te klikken. Lamphouder met deze eruit te trekken. gloeilamp uit het reflectorhuis ne‐ 3. Plaats een nieuwe lamp in de fit‐ 1.
  • Pagina 176: Richtingaanwijzers Vooraan

    Verzorging van de auto Richtingaanwijzers vooraan 2. Schroef de schroef los en haal het 4. Verwijder de gloeilamp door deze licht compleet van de bumper. iets linksom draaiend los te trek‐ ken. Vervang de gloeilamp. 5. Draai de lampfitting rechtsom in 1.
  • Pagina 177 Verzorging van de auto Adam Rocks 2. Verwijder de afdekking door met vingers op de gemarkeerde posi‐ ties te trekken, zie de pijlen op de afbeelding. 4. Klik de lampfitting los door deze linksom eruit te draaien. 1. Maak de kleine dop met een schroevendraaier bij de gemar‐...
  • Pagina 178: Achterlichten

    Verzorging van de auto 5. Verwijder de gloeilamp door deze iets linksom draaiend los te trek‐ ken. Vervang de gloeilamp. 6. Draai de lampfitting rechtsom in de onderdeelgroep vast. 7. Bevestig de lichtmodule in de bumper en bevestig deze met beide schroeven.
  • Pagina 179 Verzorging van de auto 4. Draai de lamphouder linksom er‐ Breng de lichtmodule met de uit. Vervang de gloeilamp door borgpennen in de uitsparingen lostrekken: van de carrosserie aan en draai de kunststof bevestigingsmoer richtingaanwijzer 1 vanuit de binnenkant van de ba‐ achterlicht 2 gageruimte vast.
  • Pagina 180 Verzorging van de auto 4. Verwijder de gloeilamp door deze 1. Verwijder de afdekking door met iets linksom draaiend los te trek‐ de hand op de gemarkeerde po‐ ken. Vervang de gloeilamp. sitie te trekken, zie de pijl op de afbeelding.
  • Pagina 181: Zijrichtingaanwijzers

    Verzorging van de auto 4. Verwijder de gloeilamp door deze 1. Schuif de lamp naar de linkerkant iets linksom draaiend los te trek‐ ervan en haal deze aan de rech‐ ken. Vervang de gloeilamp. terkant ervan los. 5. Draai de lampfitting rechtsom in de onderdeelgroep vast.
  • Pagina 182: Kentekenverlichting

    Verzorging van de auto Kentekenverlichting 3. Trek de lamp uit de lamphouder 2. Lamp naar beneden toe verwijde‐ en vervang deze. ren, hierbij niet aan de kabel trek‐ ken. 1. Plaats een schroevendraaier in 4. Breng de lamphouder aan en de uitsparing van de afdekking, draai deze rechtsom.
  • Pagina 183: Instrumentenverlichting

    Verzorging van de auto Elektrisch systeem 3. Draai de lamphouder linksom uit Sterrenhemel het lamphuis. Gloeilampen door een werkplaats la‐ Zekeringen ten vervangen. 4. Trek de lamp uit de lamphouder en vervang deze. Controleren of het opschrift op de ver‐ Instrumentenverlichting 5.
  • Pagina 184: Zekeringenkast In Motorruimte

    Verzorging van de auto Afhankelijk van het type zekering is Zekeringtrekker van bovenaf op de een doorgebrande zekering herken‐ verschillende typen zekering zetten baar aan de gesmolten draad. Zeke‐ en zekering lostrekken. ring pas vervangen wanneer de oor‐ zaak van de storing verholpen is. Zekeringenkast in Sommige functies worden door meer‐...
  • Pagina 185 Verzorging van de auto Nr. Stroomkring Nr. Stroomkring – 18 Motorregelmodule Schakelaar buitenspiegel 19 Brandstofpomp Carrosserieregelmodule 20 – Inklapbaar zonnedak/chassisre‐ 21 Bobine gelmodule 22 – 23 Inspuitsysteem Dagrijlicht links 24 Ruitensproeier – 25 Verlichtingsysteem Carrosserieregelmodule 26 Motorregelmodule Accusensor 27 – 10 Koplamphoogteregeling/TPMS/ 28 Motorregelmodule inklapbaar zonnedak...
  • Pagina 186: Zekeringenkast Instrumentenpaneel

    Verzorging van de auto Zekeringenkast Nr. Stroomkring instrumentenpaneel ABS-pomp Ruitenwisser voor Aanjager Instrumentenpaneel – – Elektrische vacuümpomp Koelventilator laag Koelventilator hoog 10 Koelventilator/elektrische vacu‐ ümpomp De zekeringenkast zit achter de licht‐ 11 Startmotor schakelaar in het instrumentenpa‐ neel. Klik na het vervangen van doorge‐ Pak de handgreep vast en trek de brande zekeringen het deksel van het lichtschakelaar omlaag.
  • Pagina 187 Verzorging van de auto Nr. Stroomkring Nr. Stroomkring – 20 Parkeerhulp – 21 Remschakelaar Elektrische ruitbediening 22 Audiosysteem Spanningsomvormer 23 Display Carrosserieregelmodule 1 24 – Carrosserieregelmodule 2 25 Onstar Carrosserieregelmodule 3 26 Instrumentenpaneel Carrosserieregelmodule 4 27 Stoelverwarming, bestuurder Carrosserieregelmodule 5 28 –...
  • Pagina 188: Boordgereedschap

    Verzorging van de auto Boordgereedschap Nr. Stroomkring 39 – Gereedschap 40 – Auto's met bandenreparatieset Bij versies met draagsysteem achter‐ zijde of LPG-motor zit het gereed‐ schap samen met het sleepoog en de bandenreparatieset in een kist die met een band aan de zijwand links in de bagageruimte bevestigd is.
  • Pagina 189 Verzorging van de auto Auto's met reservewiel Bij versies met opbergvak bevindt de Bij versies met subwooferbox zitten kist met het gereedschap, het sleep‐ het gereedschap en het sleepoog sa‐ De krik, de wielboutsleutel, het ge‐ oog en de bandenreparatieset zich in men met de bandenreparatieset en reedschap en twee banden voor het een compartiment van het vak in de...
  • Pagina 190: Velgen En Banden

    Verzorging van de auto Velgen en banden Bandenmaat 185/60 R 15 is alleen Draairichtingsgebonden toegestaan als winterband. banden De sticker met de maximumsnelheid Draairichtingsgebonden banden Conditie van banden en velgen in overeenstemming met de geldende moeten zo worden gemonteerd dat Zo langzaam mogelijk en onder een wetgeving in uw land in het gezichts‐...
  • Pagina 191 Verzorging van de auto Een onjuiste bandenspanning beïn‐ Schakel het contact uit wanneer de vloedt de veiligheid, het weggedrag, bandenspanning moet worden ver‐ het rijcomfort en het brandstofver‐ hoogd of verlaagd. Schakel na het bruik negatief en verhoogt de ban‐ aanpassen van de bandenspanning denslijtage.
  • Pagina 192 Verzorging van de auto Alle wielen moeten zijn voorzien van Draai aan het stelwiel om het ban‐ een druksensor en de banden moe‐ denspanningscontrolesysteem te se‐ ten de voorgeschreven bandenspan‐ lecteren. ning hebben. De systeemstatus en bandenspan‐ ningswaarschuwingen herkent u aan Let op een bericht waarbij de desbetreffende In landen waar het bandenspan‐...
  • Pagina 193: Tpms-Sensoren Koppelen

    Verzorging van de auto Als w 60-90 seconden knippert en niet op deze banden. De controle‐ stelling in het menu lamp w brandt. Voor de overige drie Bandenbelasting op het Driver Infor‐ daarna continu wordt verlicht, is er mation Center (DIC), Informatie- een fout in het systeem.
  • Pagina 194 Verzorging van de auto band/nieuw wiel worden gekoppeld Koppel de TPMS-sensoren als volgt: 7. Druk nogmaals op de knop nadat de banden zijn geroteerd of alle SET/CLR om de selectie te be‐ 1. Trek de handrem aan. wielen zijn verwisseld en als een of vestigen.
  • Pagina 195: Van Banden- En Velgmaat Veranderen

    Verzorging van de auto Profieldiepte en dat de procedure voor het kop‐ slijtage-indicatoren wordt aangeduid pelen van de TPMS-sensoren door merktekens op de zijwand van Regelmatig de profieldiepte controle‐ afgesloten is. de band. ren. 13. Schakel het contact uit. Banden verouderen ook wanneer er Om veiligheidsredenen de banden te niet mee gereden wordt.
  • Pagina 196: Wieldoppen

    Verzorging van de auto Wieldoppen mogen de koeling van de Sneeuwkettingen zijn uitsluitend op Voorzichtig remmen niet belemmeren. de voorwielen toegestaan. Gebruik altijd kettingen met fijne Bij het overgaan op wielen van 14" 9 Waarschuwing schakels waardoor het loopvlak en de wordt de rijhoogte lager.
  • Pagina 197 Verzorging van de auto Bandenreparatieset Bij versies met draagsysteem achter‐ zijde of LPG-motor zit de bandenre‐ Lichte beschadigingen van de loop‐ paratieset in een kist die met een vlakken van de banden kunnen met band aan de zijwand links in de ba‐ de bandenreparatieset worden ver‐...
  • Pagina 198 Verzorging van de auto 3. Verwijder de aansluitkabel en de luchtslang uit de opbergvakken aan de onderkant van de com‐ pressor. Bij versies met subwooferbox zit de 1. Haal de bandenreparatieset uit bandenreparatieset in de kist onder het opbergvak. de vloerafdekplaat in de bagage‐ 2.
  • Pagina 199 Verzorging van de auto wanneer de juiste bandenspan‐ ning is bereikt. 10. Zet de wipschakelaar van de com‐ 6. Ventieldop van defecte band los‐ pressor op I. De band wordt nu schroeven. Wordt de voorgeschreven ban‐ met afdichtmiddel gevuld. 7. Schroef de vulslang op het ven‐ denspanning niet binnen 11.
  • Pagina 200 Verzorging van de auto Laat eventueel de te hoge ban‐ denspanning controleren. Hier‐ Breng de vloerafdekplaat weer denspanning af via de knop boven voor de luchtslang van de com‐ aan. Vloerafdekking bagage‐ op de manometer. pressor rechtstreeks op bandven‐ ruimte 3 69. tiel en compressor schroeven.
  • Pagina 201: Wiel Verwisselen

    Verzorging van de auto De aanwezige hulpstukken kunnen ■ Bij een zachte ondergrond, een ste‐ ren. Ter bescherming een zachte voor het oppompen van ballen, vige plank (max. 1 cm dik) onder de doek tussen de schroevendraaier luchtbedden en opblaasboten e.d. krik leggen.
  • Pagina 202 Verzorging van de auto 2. Plaats de wielsleutel stevig op de wielbouten en draai elke bout een halve slag los. De wielen kunnen met wielborg‐ bouten beschermd zijn. Zet voor het losdraaien van deze speci‐ fieke bouten eerst de adapter voor de wielborgbouten op de boutkop voordat u de wielsleutel erop zet.
  • Pagina 203 Verzorging van de auto 4. Zet de krik op de vereiste hoogte. 9. Wielsleutel aanbrengen, let er Krikpositie voor liftplatform Zet deze zodanig onder het hef‐ hierbij op dat deze stevig vastzit punt dat deze niet kan losschie‐ en de wielbouten kruislings aan‐ ten.
  • Pagina 204 Verzorging van de auto Voorzichtig Is het gemonteerde reservewiel kleiner dan de andere wielen of wordt het gebruikt in combinatie met winterbanden, dan kunnen de rijeigenschappen negatief worden beïnvloed. Defecte band zo spoe‐ dig mogelijk laten vervangen. Het reservewiel bevindt zich in een houder onder de vloerplaat.
  • Pagina 205: Een Beschadigd Wiel In De Bagageruimte Opbergen

    Verzorging van de auto 4. Til de reservewielhouder met de 11. Sluit de lege reservewielhouder hand iets op en haak de vergren‐ door de zeskantige bout met de deling los. wielsleutel rechtsom te draaien. 5. Laat de reservewielhouder zak‐ 12. Berg de wielsleutel en de krik op ken.
  • Pagina 206 Verzorging van de auto 2. Draai de vleugelmoer los en neem 6. Steek de riem door de spaken van 4. Haal de band 1 van de gereed‐ de gereedschapskist weg. het wiel zoals weergegeven in de schapskist en haal het uiteinde illustratie.
  • Pagina 207 Verzorging van de auto 9. Plaats de gereedschapskist in de 2. Haal de band 1 van de gereed‐ 4. Pak de band 1 en haal het uiteinde binnenkant van het wiel en zet schapskist. met de lus van de band door het deze vast met band 2 die door sjoroog rechts.
  • Pagina 208: Reservewiel Met Draairichtingsgebonden Band

    Verzorging van de auto Als uw auto achteraan een lekke een botsing kunnen inzittenden band krijgt wanneer u een ander voer‐ door voorwerpen worden getrof‐ tuig trekt, moet u het compacte reser‐ fen. vewiel vooraan plaatsen en een vol‐ Berg krikken of gereedschap altijd waardig wiel achteraan.
  • Pagina 209: Starthulp Gebruiken

    Verzorging van de auto Starthulp gebruiken ■ Een ontladen accu kan al bij een ■ Handrem aantrekken, versnellings‐ temperatuur van 0 °C bevriezen. bak in neutrale stand. Ontdooi de bevroren accu alvorens ■ Open de pluspoolbeschermkappen Niet starten met een snellader. hulpstartkabels aan te sluiten.
  • Pagina 210: Trekken

    Verzorging van de auto Trekken of op een bout van de motorop‐ hanging. Zover mogelijk van de ontladen accu aansluiten; mini‐ Auto slepen maal 60 cm. Het sleepoog is opgeborgen bij het De kabels zo leggen dat ze niet door boordgereedschap 3 186.
  • Pagina 211 Verzorging van de auto Adam Rocks 2. Sleepoog inschroeven en tot aan Recirculatiesysteem inschakelen en de aanslag in horizontale stand ruiten sluiten, zodat geen uitlaatgas‐ vastdraaien. sen van de slepende auto kunnen binnendringen. 3. Sleepkabel – beter is een sleep‐ stang –...
  • Pagina 212: Andere Auto Slepen

    Verzorging van de auto Andere auto slepen Voorzichtig Adam Langzaam wegrijden. Schok‐ kende bewegingen vermijden. Buitensporige trekkrachten kun‐ nen de auto beschadigen. Na het slepen verwijdert u het sleep‐ oog. Plaats de kap en klik deze vast in de bumper. Sleepoog inschroeven en tot aan de Adam Rocks aanslag in horizontale stand vast‐...
  • Pagina 213: Verzorging Van Uiterlijk

    Verzorging van de auto Verzorging van uiterlijk Adam met inklapbaar zonnedak: Voorzichtig Het lakwerk van uw auto staat bloot aan invloeden van buitenaf. Was uw Verzorging exterieur Droog het inklapbare zonnedak na auto daarom regelmatig. het wassen of reinigen volledig Sloten Ga hiervoor naar een wasstraat met voordat u het opent.
  • Pagina 214: Ruiten En Ruitenwisserbladen

    Verzorging van de auto Randen en naden van geopende por‐ Teervlekken niet met harde voorwer‐ Ongelakte kunststof carrosseriedelen tieren, achterklep en motorkap en de pen verwijderen. Op gelakte opper‐ mogen niet met autowas of polijstmid‐ gebieden die erdoor bedekt worden vlakken een spray voor het verwijde‐...
  • Pagina 215 Verzorging van de auto ruit drukken, zodat er geen vuil onder Lakschade Vloeibaar-gassysteem de krabber kan komen en er geen Geringe lakschade voordat er roest‐ krassen op de ruit worden gemaakt. 9 Gevaar vorming optreedt met een lakstift her‐ stellen. Grotere lakschade of roest‐ Wisserbladen die strepen trekken, Vloeibaar gas is zwaarder dan vorming door een werkplaats laten...
  • Pagina 216: Verzorging Interieur

    Verzorging van de auto Verzorging interieur Voorzichtig Interieur en bekleding Klittenbandsluitingen sluiten om‐ Interieur van de auto inclusief instru‐ dat geopende klittenbandsluitin‐ mentenpaneel en bekleding alleen gen schade aan de stoelbekleding met een droge doek of interieurreini‐ kunnen toebrengen. ger schoonmaken. Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐...
  • Pagina 217: Service En Onderhoud

    Service en onderhoud Service en onderhoud Algemene informatie Andorra, België, Bosnië-Herzego‐ vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Service-informatie Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐ Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ tannië, Hongarije, Ierland, IJsland, Algemene informatie ....215 veiligheid en voor het behoud van de Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Lux‐...
  • Pagina 218: Aanbevolen Vloeistoffen, Smeermiddelen En Onderdelen

    Service en onderhoud Aanbevolen Registraties oliekwaliteit blijft o.a. de motor schoon, is de slijtage minimaal en Uitgevoerde service wordt geregi‐ vloeistoffen, veroudert de olie minder snel. De vis‐ streerd op de daarvoor bestemde smeermiddelen en cositeit geeft informatie over de dikte plaatsen in het Service- en garantie‐...
  • Pagina 219: Rem- En Koppelingsvloeistof

    Service en onderhoud Het gebruik van motorolie met alleen Alle aanbevolen viscositeitswaarden Rem- en koppelingsvloeistof de kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen A5/ zijn geschikt voor hoge omgevings‐ Remvloeistof absorbeert na verloop B5 is verboden, omdat deze onder temperaturen. van tijd vocht waardoor de remmen bepaalde omstandigheden langdu‐...
  • Pagina 220: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische gegevens Voertuigidentificatie Voertuigidentificatienum‐ Voertuigidentificatie ....218 Autogegevens ......220 Het voertuigidentificatienummer kan op het instrumentenpaneel zijn ge‐ perst, zichtbaar door de voorruit, of in de motorruimte op het rechter carros‐ seriepaneel. Het voertuigidentificatienummer staat op het typeplaatje en is bovendien in de bodemplaat onder de vloerbedek‐...
  • Pagina 221: Typeplaatje

    Technische gegevens Typeplaatje Gegevens op het typeplaatje: ties in de voertuigdocumenten preva‐ leren altijd boven die in deze handlei‐ 1 = fabrikant ding. 2 = typegoedkeuringsnummer 3 = voertuigidentificatienummer Motor-ID 4 = toegelaten totaal voertuiggewicht in kg De tabellen met technische gegevens 5 = toegelaten totaal treingewicht bevatten de code van de motor-ID.
  • Pagina 222: Autogegevens

    Technische gegevens Autogegevens Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen Europees serviceschema Vereiste motoroliekwaliteit Alle Europese landen (uitgezonderd Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Turkije) Alleen Israël Motoroliekwaliteit Benzinemotoren Benzinemotoren (met inbegrip van CNG, LPG, E85) (met inbegrip van CNG, LPG, E85) dexos 1 – ✔ dexos 2 ✔...
  • Pagina 223 Technische gegevens Internationaal serviceschema Vereiste motoroliekwaliteit Alle landen buiten Europa uitgezonderd Israël Alleen Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Turkije Motoroliekwaliteit Benzinemotoren Benzinemotoren (met inbegrip van CNG, LPG, E85) (met inbegrip van CNG, LPG, E85) dexos 1 ✔ – dexos 2 – ✔ Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u de onderstaande oliekwaliteiten gebruiken: Alle landen buiten Europa uitgezonderd Israël...
  • Pagina 224 Technische gegevens Alle landen buiten Europa uitgezonderd Israël Alleen Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Turkije Motoroliekwaliteit Benzinemotoren Benzinemotoren (met inbegrip van CNG, LPG, E85) (met inbegrip van CNG, LPG, E85) ACEA A3/B3 ✔ ✔ ACEA A3/B4 ✔ ✔ ACEA-C3 ✔ ✔ API SM ✔...
  • Pagina 225: Motorgegevens

    Technische gegevens Motorgegevens Verkoopaanduiding B10XFL B10XFT A12XEL A14XEL Motoraanduiding B14XEL Aantal cilinders 1229 1398 Cilinderinhoud [cm Motorvermogen [kW] bij 1/min 3700-6000 5000-6000 5600 6000 Koppel [Nm] bij 1/min 1800-3700 1800-4500 4000 4000 Brandstofsoort Benzine Benzine Benzine Benzine Octaangetal RON aanbevolen mogelijk mogelijk –...
  • Pagina 226 Technische gegevens Verkoopaanduiding 1.4 LPG Adam S Motoraanduiding B14XEL A14XER B14NEH Aantal cilinders 1398 1398 1362 Cilinderinhoud [cm Motorvermogen [kW] bij 1/min 5200-6000 6000 5000 Koppel [Nm] bij 1/min 4000 4000 3000-4500 Brandstofsoort LPG/benzine Benzine Benzine Octaangetal RON aanbevolen mogelijk mogelijk –...
  • Pagina 227: Prestaties

    Technische gegevens Prestaties A14XEL B14XEL Motor B10XFL B10XFT A12XEL B14XEL A14XER B14NEH Maximumsnelheid [km/u] Handgeschakelde versnellingsbak Geautomatiseerde versnellingsbak – – – – – – De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra uitrusting en accessoires geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.
  • Pagina 228: Voertuiggewicht

    Technische gegevens Voertuiggewicht Rijklaargewicht, basisuitvoering zonder enige opties Motor Handgeschakelde versnellingsbak Geautomatiseerde versnellingsbak met/zonder airconditioning B10XFL 1141/1156 – [kg] B10XFT 1141/1156 – A12XEL 1086/1101 – A14XEL 1120/1135 – B14XEL 1120/1135 1120/1135 B14XEL 1163/1178 – A14XER 1120/1135 – B14NEH 1163/1178 – Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
  • Pagina 229: Afmetingen Auto

    Technische gegevens Afmetingen auto Lengte [mm] 3747 Breedte zonder buitenspiegels [mm] 1720 Breedte met twee buitenspiegels [mm] 1966 Hoogte (zonder antenne) [mm] 1475-1508 Lengte vloer bagageruimte [mm] Lengte van bagageruimte met neergeklapte achterbank [mm] 1041 Breedte bagageruimte [mm] Hoogte bagageruimte [mm] Wielbasis [mm] 2311 Diameter draaicirkel [m]...
  • Pagina 230 Technische gegevens Inhouden Motorolie Motor B10XFL B10XFT A12XEL A14XEL B14XEL A14XER B14NEH B14XEL inclusief filter [l] tussen MIN en MAX [l] Brandstoftank Motor B10XFL B10XFT A12XEL A14XEL B14XEL A14XER B14NEH B14XEL Benzine, tankinhoud [I] LPG, tankinhoud [I] – – – –...
  • Pagina 231 Technische gegevens Bandenspanningswaarden Comfort bij max. 3 Bij maximale belading inzittenden ECO bij max. 3 inzittenden Motor Banden voor achter voor achter voor achter [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] ([psi]) ([psi]) ([psi]) ([psi]) ([psi]) ([psi]) B10XFL, 175/70 R14, 220/2,2 (32) 200/2,0 (29) 290/2,9 (42) 270/2,7 (39) 260/2,6 (38) 320/3,2 (46) B10XFT, 185/70 R14, A12XEL,...
  • Pagina 232: Klantinformatie

    Conformiteitsverklaring conform EG- Hans-Peter Metzger richtlijn 2006/42/EC Engineering Group Manager Chassis Bij deze verklaren wij dat het product: & Structure Productaanduiding: Krik Adam Opel AG Type/GM onderdeelnummer: D-65423 Rüsselsheim 13331922 voldoet aan de bepalingen van richt‐ lijn 2006/42/EC.
  • Pagina 233: Registratie Van Voertuigdata En Privacy

    Klantinformatie Registratie van ■ reacties van de auto in bepaalde Bij gebruik van de auto kunnen zich rijsituaties (bijv. afgaan van airbag, situaties voordoen waarin deze tech‐ voertuigdata en privacy activering van stabiliteitsregeling) nische gegevens die samenhangen met andere informatie (rapport over ■...
  • Pagina 234: Radiofrequentieidentificatie (Rfid)

    RFID-technologie in Opel- voertuigen gebruikt geen persoonlijke informatie, houdt ze niet bij of koppelt deze niet aan andere Opel-systemen die persoonlijke informatie bevatten.
  • Pagina 235 Klantinformatie...
  • Pagina 236: Trefwoordenlijst

    Trefwoordenlijst Automatische dimfunctie ..... 30 Automatische verlichting .... 109 Aanbevolen vloeistoffen en Automatisch vergrendelen ... 25 smeermiddelen ....216, 220 Auto ontgrendelen ......6 Aanduidingen op banden ..188 Auto slepen ........ 208 Aansteker ........82 Auto stallen......... 164 Accessoires en modificaties van auto ........
  • Pagina 237 Brandstof........157 Draagsysteem achterzijde.... 57 Geluidssignalen ......102 Brandstofkeuzeschakelaar ..84 Driepuntsgordel ......41 Gereedschap ......186 Brandstofmeter ......84 Driver Information Center..... 93 Gevaar, Waarschuwing en Brandstofverbruik - CO -uitstoot. 162 Voorzichtig ......... 4 Brandstof voor benzinemotoren 157 Gevarendriehoek ......71 Eerste hulp........
  • Pagina 238 Inklapbare spiegels ..... 29 Lichtsignaal ........ 109 Inleiding ......... 3 Luchtinlaat ......... 125 Panne......... 208 Instapverlichting ......114 Panoramadak ......33 Instrumentengroep ...... 83 Parkeerhulp ....... 146 Meters........... 83 Instrumentenverlichting ..... 181 Parkeerlichten ......111 Mistachterlicht ......92 Interieurverlichting...... 112 Parkeren ......
  • Pagina 239 Richtingaanwijzers ..... 111 Stuurbedieningsknoppen ..... 75 Ventilatieopeningen....124 Richtingaanwijzers vooraan ..174 Stuurbekrachtiging......90 Verbanddoos ....... 72 Rugleuning neerklappen ..... 38 Stuurwiel instellen ......10 Vergrendelingssysteem ....27 Ruiten........... 30 Stuurwielverstelling ...... 75 Versnellingsbak ......17 Rijregelsystemen......139 Symbolen ........4 Versnellingsbakdisplay ....
  • Pagina 240 Wis-/wasinstallatie achterruit ..78 Wis-/wasinstallatie voorruit ..77 Wisserblad vervangen ....171 Zekeringen ......... 181 Zekeringenkast in motorruimte . . 182 Zekeringenkast instrumentenpaneel ....184 Zonnedak ........33 Zonnekleppen ......32 Zijdelings airbagsysteem ..... 47 Zijmarkeringslichten....108 Zijrichtingaanwijzers ....179...
  • Pagina 241 De gegevens in deze publicatie waren correct op de onderstaande uitgiftedatum. Wijzigingen in de techniek, uitrusting of vorm van de auto's ten opzichte van de gegevens in deze publicatie, alsmede wijzigingen van deze publicatie zelf blijven Adam Opel AG voorbehouden.

Inhoudsopgave