Inhoudsopgave
Advertenties
Druk op het stuurwiel achtereenvol‐
gens op , totdat de Drive Assist-
modus wordt geselecteerd.
Het scherm Drive Assist verschijnt op
het Driver Information Center.
Info-Display 3 89.
Activeer om een halfautomatische
rijstrookwissel te starten de richting‐
aanwijzers van de gewenste richting.
U kunt de halfautomatische rijstrook‐
wisselhulp onderbreken door de rich‐
tingaanwijzer te deactiveren, door het
stuurwiel stevig vast te houden of
door het rempedaal in te trappen.
Uitschakelen
Druk achtereenvolgens op , totdat
de modus voor uitschakelen van
assistentie is geselecteerd.
Werking
Als de richtingaanwijzer is ingescha‐
keld en aan de voorwaarden voor de
werking is voldaan, verschijnt OK? op
het Driver Information Center.
Druk op OK op het stuurwiel.
Er verschijnt een bericht dat de
bestuurder moet blijven opletten. De
auto wordt nu met kleine stuurbewe‐
gingen naar de beoogde rijstrook
gestuurd.
Rijden en bediening
Houd tijdens de manoeuvre uw
handen op het stuurwiel. Anders
wordt het systeem gedeactiveerd.
Wanneer de auto eenmaal op de
beoogde rijstrook rijdt, wordt het
systeem gedeactiveerd.
Als er niet aan de voorwaarden voor
de werking is voldaan, zal de auto niet
van rijstrook wisselen. In dat geval
verschijnen er oranje lijnen op de
rijassistentieweergave.
Een halfautomatische rijstrookwissel‐
manoeuvre wordt mogelijk onderbro‐
ken als er niet meer aan de voorwaar‐
den voor de werking wordt voldaan:
● Als er geen wiel de rijstrookmar‐
kering heeft overschreden, stuurt
het systeem de auto weer terug
naar de oorspronkelijke rijstrook.
● Als de rijstrookwisselmanoeuvre
al is ingezet, vraagt het systeem
de bestuurder om de controle
over de auto weer over te nemen.
In beide situaties verschijnt er een
bericht, wordt het systeem automa‐
tisch gedeactiveerd en klinkt er
mogelijk een geluidssignaal.
193
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
