Druk op _ en activeer/deactiveer het
systeem op het Info-Display.
Info-Display 3 89.
Na deactiveren brandt m op het
Driver Information Center. Bij de
volgende keer inschakelen van het
contact wordt het systeem standaard
geactiveerd.
Werking
Wanneer er een bewegend voertuig
is gedetecteerd, werkt de actieve
noodrem bij snelheden tussen
10 km/u en 85 km/u bij auto's met
camera, en tussen 10 km/u en
140 km/u bij auto's met camera en
radar.
Als er een stilstaand voertuig, een
fietser of een voetganger is gedetec‐
teerd, werkt de actieve noodrem als
rijsnelheid niet hoger dan 80 km/u is.
Frontaanrijdingswaarschuwing
De frontaanrijdingswaarschuwing
waarschuwt de bestuurder als er een
kans op een botsing met de voorlig‐
ger, met een fietser of een voetgan‐
ger is.
De bestuurder alarmeren
De bestuurder wordt gewaarschuwd
aan de hand van het volgende:
● Niveau 1: Er verschijnt een waar‐
schuwingsbericht op het Driver
Information Center wanneer de
volgafstand te klein wordt.
● Niveau 2: Er verschijnt een waar‐
schuwingsbericht op het Driver
Information Center in combinatie
met een geluidssignaal, wanneer
een botsing dreigt en de bestuur‐
der onmiddellijk moet ingrijpen.
● Niveau 3: Afhankelijk van de
versie kan de auto korte
remschokjes produceren om de
kans op een botsing te bevesti‐
gen. De bestuurder moet onmid‐
dellijk ingrijpen.
9 Waarschuwing
Bij te snel naderen van een voor‐
ligger verschijnt er mogelijk een
waarschuwing niveau 2 zonder
dat er een waarschuwing niveau 1
was.
Rijden en bediening
Waarschuwingen niveau 1 zijn
afhankelijk van de ingestelde
waarschuwingsgevoeligheid. Dit
type waarschuwing verschijnt
alleen bij voertuigen in beweging.
Bij lagere snelheden wordt deze
uitgeschakeld.
De gevoeligheid van het systeem
instellen
Let op
Als de instelling voor de waarschu‐
wingsgevoeligheid met de grootste
afstand wordt ingesteld, waarschuwt
het systeem eerder. Hierdoor neemt
de veiligheid toe, maar neemt ook
het aantal waarschuwingen als de
wettelijke veiligheidsafstand niet
wordt bewaard toe. Selecteer om
het aantal waarschuwingen te
verminderen een kortere waarschu‐
wingsgevoeligheidsinstelling.
Er kunnen drie waarschuwingsge‐
voeligheden worden geselecteerd in
het menu Bestuurdersondersteu‐
ningssystemen.
Persoonlijke instellingen 3 94.
169