De auto heeft een elektrische aandrij‐
ving met 1 versnelling. De keuzehen‐
del zit op de middenconsole tussen
de stoelen.
P : parkeerstand
R : achteruitmodus
N : vrij (neutraal)
D : automatische modus
B : automatische modus met eenpe‐
daalbediening
Na het selecteren van een modus
gaat de keuzehendel terug naar de
middelste stand. De geselecteerde
modus verschijnt op het Driver Infor‐
mation Center.
Geef tijdens het inschakelen van een
modus geen gas. Gas- en rempedaal
nooit gelijktijdig bedienen.
Wanneer D of R wordt geselecteerd
en de rem wordt losgelaten, rijdt de
auto langzaam weg.
Parkeerstand P
9 Waarschuwing
Stap niet uit als het aandrijvings‐
systeem nog werkt, de auto kan
plotseling in beweging komen. U
of anderen kunt/kunnen letsel
oplopen. Controleer om te voorko‐
men dat de auto in beweging
komt, zelfs als u op een vlakke
ondergrond staat, of de handrem
aangetrokken is en P is geselec‐
teerd.
Druk om Pin te schakelen op toets P
wanneer de auto stilstaat. In P zijn de
voorwielen van de auto geblokkeerd.
Trap om P uit te schakelen het rempe‐
daal in en selecteer de gewenste
modus.
Rijden en bediening
De auto schakelt automatisch naar
P wanneer
● het contact wordt uitgeschakeld
● het bestuurdersportier wordt
geopend bij een rijsnelheid van
minder dan 5 km/u
De auto schakelt niet over op P als hij
te snel rijdt. Stop de auto en schakel
over naar P.
Achteruitmodus R
Om naar en uit R te schakelen moet
de auto stilstaan en moet het rempe‐
daal ingetrapt zijn.
Voorzichtig
Bij inschakelen naar R terwijl u
vooruit rijdt, kan de elektrische
aandrijving beschadigd raken.
Schakel alleen over naar R als de
auto stilstaat.
Vrij (neutraal) N
In deze stand brengt het aandrijvings‐
systeem geen koppel over op de
wielen.
141