108
Infotainmentsysteem
Afstandsbediening op stuurwiel
1 : Omhoog of omlaag omschake‐
len: de vorige/volgende radiozen‐
der of track selecteren of door
een lijst met recente oproepen
bladeren.
Kort indrukken: een menu weer‐
geven of een selectie bevestigen.
2 : Kort indrukken: volume aanpas‐
sen of geluid niet meer onder‐
drukken.
Lang indrukken van Z: geluid
onderdrukken.
3 : Kort indrukken: een inkomende
oproep accepteren, ophangen,
de lijst met recente oproepen of
het telefoonweergavescherm
weergeven.
Lang indrukken: inkomende
oproep weigeren.
4 : Kort indrukken: spraakassistent
van infotainmentsysteem active‐
ren.
Lang indrukken: spraakassistent
van verbonden mobiele telefoon
activeren.
Basisbediening
Bediening via het scherm
Het display van het infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig
oppervlak voor rechtstreekse interac‐
tie met de getoonde menubedie‐
ningsorganen.
Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpennen,
potloden of iets soortgelijks voor
het aanraakscherm.
Gebruik de volgende vingerbewegin‐
gen voor bedienen van het Infotain‐
mentsysteem.