weer mogelijk niet waar dat u de
handen niet aan het stuurwiel
houdt. De bestuurder is volledig
verantwoordelijk voor het bestu‐
ren van de auto en moet onderweg
de handen altijd op het stuurwiel
houden.
Als u het systeem gebruikt terwijl
u een aanhanger trekt of op een
gladde weg rijdt, dan kunt u de
controle over de auto verliezen en
een ongeluk krijgen. Schakel het
systeem uit.
Geavanceerde Lane Keep
Assist
9 Waarschuwing
Het systeem helpt de bestuurder
bij het sturen, accelereren en
remmen binnen de grenzen van
de wetten der natuurkunde en de
capaciteiten van de auto.
Sommige weginfrastructuur of
voertuigen op de weg worden
mogelijk niet goed waargenomen
of slecht geïnterpreteerd door de
camera, wat kan leiden tot een
onverwachte verandering van de
richting, het uitblijven van een
stuuringreep en/of onterecht acce‐
lereren of remmen.
De geavanceerde Lane Keep Assist
is een verbetering van de Lane Keep
Assist.
Het geactiveerde systeem neemt de
rijstrookmarkeringen met behulp van
de camera bovenaan de voorruit
waar. Het stuurt de auto binnen de
waargenomen rijstrook. De bestuur‐
der voelt dat het stuurwiel draait.
Rijden en bediening
Zo wordt de auto steeds op de
rijstrook gehouden. Dit is niet per defi‐
nitie het midden van de rijstrook.
Als de auto op de rand van de rijstrook
rijdt, corrigeert het systeem de rijrich‐
ting soepel naar het midden van de
huidige rijstrook als er een bepaalde
snelheid is overschreden. De
bestuurder voelt ook nu dat het stuur‐
wiel draait.
Wanneer de auto door het systeem
wordt bestuurd, brandt ( groen op
het Driver Information Center.
Echter, de bestuurder kan de bestu‐
ring van de auto te allen tijde weer in
eigen hand nemen. Daarom moet de
bestuurder soms met extra kracht aan
het stuurwiel draaien.
Als het systeem waarneemt dat de
bestuurder het stuur niet stevig
genoeg vasthoudt, activeert het een
189