176
Rijden en bediening
9 Waarschuwing
Het dodehoeksysteem is slechts
een rijstrookwisselhulp en
vervangt niet het kijken door de
bestuurder.
Het dodehoeksysteem detecteert
geen:
● Zeer snel naderende auto's.
● Voetgangers of dieren.
● Niet bewegende obstakels,
bijv. stilstaande voertuigen,
straatverlichting, verkeersbor‐
den, enz.
Onvoorzichtigheid bij het wisselen
van rijstrook kan schade aan de
auto, letsel of de dood tor gevolg
hebben. Kijk altijd in de buiten‐
spiegels en de achteruitkijkspie‐
gel, kijk over uw schouder en
gebruik de richtingaanwijzer voor‐
dat u van rijstrook wisselt.
Inschakelen
Druk op _ en activeer/deactiveer het
systeem op het Info-Display.
Wanneer het systeem wordt inge‐
schakeld en de motor wordt inge‐
schakeld, gaan de leds in elke buiten‐
spiegel branden om aan te geven dat
het systeem geactiveerd is.
Info-Display 3 89.
Werking
Wanneer het systeem tijdens het
vooruitrijden een voertuig in een dode
hoek detecteert, gaat een led-lampje
in de desbetreffende buitenspiegel
branden. Als de richtingaanwijzers
aan de betreffende kant worden inge‐
schakeld, knippert de led.
De led licht meteen op wanneer uw
auto wordt ingehaald.
Wanneer uw auto zelf langzaam
inhaalt, gaat de led met vertraging
branden.