128
Rijden en bediening
Rijtips
Controle over de auto
Nooit met afgezette motor rijden
Veel systemen werken niet wanneer
de motor niet loopt, bijv. rembekrach‐
tigingsmodule, stuurbekrachtiging.
Als u op deze manier rijdt, brengt u
uzelf en anderen in gevaar.
Alle systemen werken tijdens een
Autostop.
Stop/Start-systeem 3 132.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te
kunnen bedienen geen matten onder
de pedalen leggen.
Gebruik alleen vloermatten die goed
passen en met de houders aan
bestuurderszijde bevestigd zijn.
Vloermatten 3 249.
Sturen
Als de stuurbekrachtiging niet meer
werkt doordat de motor stopt of door
een systeemdefect, kunt u nog
steeds sturen maar is er wellicht meer
kracht nodig.
Noodgevallen
9 Waarschuwing
Schade aan de hoogspannings‐
accu of het hoogspanningssys‐
teem kan gevaar voor een elektri‐
sche schok, oververhitting of
brand inhouden.
Als de auto beschadigd is of bij
een middelzware tot zware
botsing was betrokken, moet deze
zo spoedig mogelijk door gekwali‐
ficeerd personeel worden geïn‐
specteerd. Totdat de technische
inspectie is verricht, moet de auto
buiten worden gestald op een
afstand van minimaal 5 meter van
bouwwerken of andere brandbare
voorwerpen.
Als de auto beschadigd is of bij
een overstroming of brand was
betrokken, mag deze niet worden
verplaatst en moet deze zo spoe‐
dig mogelijk door gekwalificeerd
personeel worden geïnspecteerd.