● De auto een aanrijding heeft
gehad. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
● Bij extreme temperatuurwisselin‐
gen.
Voorzichtig
Het is zeer belangrijk dat een
eventuele reparatie aan het pano‐
ramazichtsysteem volgens Opel
specificaties wordt verricht.
Anders werkt het systeem syste‐
men wellicht niet goed en bestaat
de kans op van onverwacht(e)
gedrag en/of berichten van het
systeem.
Achteruitkijkcamera
De achteruitkijkcamera helpt de
bestuurder bij het achteruitrijden door
middel van een weergave van het
gebied achter de auto. Hiermee ziet u
de omgeving van de auto op het Info-
Display als een afbeelding van bijna
180°, als het ware van boven af.
9 Waarschuwing
De achteruitrijcamera kan nooit
het zicht van de bestuurder
vervangen. Let op: voorwerpen
die zich buiten het bereik van de
camera en de sensoren van de
parkeerhulp bevinden, bijv. onder
de bumper of onder de auto,
worden niet getoond.
Gebruik niet alleen de achteruit‐
kijkcamera om achteruit te rijden
of te parkeren.
Controleer vóór het wegrijden en
onderweg altijd de omgeving van
de auto.
Het systeem gebruikt:
● achteruitrijcamera, gemonteerd
boven de kentekenplaat achter
● ultrasone parkeersensoren in de
achterbumper
Rijden en bediening
Het scherm van het Info-Display is in
drieën gesplitst:
● Aan de rechterkant staat een
bovenaanzicht van de auto.
● Het middengedeelte bestaat uit
een contextuele weergave.
● De linkerkant bestaat uit de
aanzichtselectie alsmede het
instellingenmenu.
De parkeersensoren vormen een
aanvulling op het panoramische
bovenaanzicht van de auto.
De door de achteruitkijkcamera weer‐
gegeven zone is beperkt. Weergege‐
ven beelden kunnen verder of dich‐
terbij zijn dan dat ze lijken te zijn.
Het systeem selecteert automatisch
het beste aanzicht voor weergave op
basis van de informatie van de
parkeersensoren. De stand van het
systeem blijft bij uitschakeling van het
contact niet in het geheugen staan.
Inschakelen
De achteruitkijkcamera wordt geacti‐
veerd wanneer de achteruitversnel‐
ling wordt ingeschakeld.
181