146
Rijden en bediening
oplopen. Controleer om te voorko‐
men dat de auto in beweging
komt, zelfs als u op een vlakke
ondergrond staat, of de handrem
aangetrokken is en P is geselec‐
teerd.
Druk om P in te schakelen op de knop
P.
Trap om P uit te schakelen het rempe‐
daal in en selecteer de gewenste
modus.
De auto schakelt niet over op P als hij
te snel rijdt. Stop de auto en schakel
over naar P.
De auto schakelt automatisch naar
P wanneer
● het contact wordt uitgeschakeld
● het bestuurdersportier wordt
geopend bij een rijsnelheid van
minder dan 5 km/u
Als het contact wordt uitgeschakeld
terwijl N wordt geselecteerd, schakelt
de auto na een vertraging van onge‐
veer vijf seconden naar P.
Achteruitversnelling R
Om naar en uit R te schakelen moet
de auto stilstaan en moet het rempe‐
daal ingetrapt zijn.
Neutrale stand N
In deze stand brengt het aandrijvings‐
systeem geen koppel over op de
wielen. Alleen met D kunt u het
aandrijvingssysteem opnieuw starten
wanneer de auto al in beweging is.
Wanneer N wordt geselecteerd,
wordt P na korte tijd ingeschakeld.
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl N is geselecteerd,
klinkt er een geluidssignaal en wordt
P ingeschakeld. Het geluidssignaal
stopt wanneer het bestuurdersportier
wordt gesloten.
Automatische modus D
Let op
Rijd bij een glad wegdek in de stand
D voor verbeterde rijomstandighe‐
den en wegligging.
Handgeschakelde modus M
In deze modus is het mogelijk om
handmatig te schakelen met behulp
van de stuurwielpeddels.
Afremmen op de motor
Om bij het afdalen van een helling op
de motor af te remmen, tijdig een
lagere versnelling selecteren.
Vrijlopen / wasstraatmodus
Schakel om te voorkomen dat de auto
vanuit N naar P schakelt vrijlopen in:
Trap terwijl de auto stilstaat en de
motor loopt het rempedaal in en
selecteer N.
Doe binnen vijf seconden het
volgende:
1. Houd het rempedaal ingetrapt.
2. Schakel het contact uit door op
minstens één seconde op
Start/Stop te drukken en zet de
keuzehendel naar voren of naar
achteren.
3. Haal uw voet van het rempedaal
in en schakel het contact in.
4. Houd het rempedaal ingetrapt en
druk op de elektrische parkeer‐
rem om deze los te zetten.
5. Haal uw voet van het rempedaal
in en schakel het contact uit.