5 HULP VOOR SOEPELE QSO
SEMI BREAK-IN
De zendontvanger gaat niet direct terug in de
ontvangstmodus zodra de key wordt losgelaten. In plaats
daarvan blijft de zendontvanger in de zendstand staan
voor een van tevoren bepaalde vertraging voor het toestel
terugkeert naar de ontvangststand. De Semi break-
in functie is handig wanneer u wilt voorkomen dat het
ontvangen geluid wordt weergegeven onmiddellijk na het
loslaten van de key, of om een lineare versterker aan te
kunnen sluiten op de zendontvanger.
1 Druk op [CW/ CW-R] om de CW-modus te selecteren.
2 Druk op [VOX/SEL] om de Semi Break-in in te schakelen.
De "VOX" led licht op.
3 Bedien de elektronische keyer of paddle.
De zendontvanger blijft nog enige tijd in de zendstand wanneer u
klaar bent en gaat pas nadat de ingestelde tijd verstreken is na het
loslaten van de key over naar de ontvangststand.
4 Draai aan de DELAY instelling om de vertraging na het
loslaten van de key in te stellen.
Draai de DELAY instelling tegen de klok in om de vertraging te
verkorten en met de klok mee om de vertraging te verlengen.
Opmerking:
◆ Gebruik de Semi Break-in functie als er een lineaire versterker is
aangesloten op de zendontvanger die niet geschikt is voor Full Break-in.
INSTELLEN VAN DE NEVENTOON (CW-
MONITORSIGNAAL OF SIDE TONE) EN DE
TOONHOOGTE
U kunt de toon horen via de luidspreker van de zendontvanger
wanneer u de key indrukt in de CW-modus. Deze toon
noemen we de zijtoon, neventoon, het CW-monitorsignaal of
in het Engels, de side tone. U kunt uw Morse code berichten
volgen door naar deze toon te luisteren. Wanneer Break-in
en andere zendfuncties zijn uitgeschakeld, kunt u deze toon
gebruiken om te oefenen op uw seinsleutel.
In de CD-modus, waarin de carrier direct wordt gemodificeerd
door de keyer, is er een BFO (Beat Frequency Oscillator)
vereist om de carrier om te zetten in hoorbaar geluid. Het
verschil in frequentie tussen de BFO en de carrier is hoorbaar
als een beatgeluid. Het verschil in frequentie wordt ook wel
"receive pitch" genoemd.
De neventoon of CW-monitorsignaal en de receive pitch
hebben dezelfde frequentie.
U kunt aan de CW PITCH instelling draaien om de frequentie
in te stellen zodat de het CW-monitorsignaal (neventoon)
gemakkelijker te onderscheiden is. De toon kan worden
geregeld in een bereik tussen 300 en 1100 Hz; draai de
CW PITCH instelling met de klok mee om de frequentie te
verhogen of tegen de klok in om de frequentie te verlagen.
5-16
[F1]~[F7]
[CW PITCH]
INSTELLEN VAN HET CW-MONITORSIGNAAL
1 Selecteer Group No. 1, "Audio Performance" van het Menu
scherm.
2 Open Menu 02, "Sidetone Volume".
3 Druk op [SELECT] (F4) om de inhoud van het
parametervenster te kunnen bewerken.
4 Druk op [–] (F4) of [+] (F5) en kies uit "Linked with Monitor
Control", "Off", of "1" t/m "20".
5 Druk op [
] (F1).
6 Druk op [MENU] om af te sluiten.
Opmerking:
◆ Het volume van het CW-monitorsignaal wordt gebruikt om het volume
waarmee CW-berichten worden weergegeven te regelen en noch het
niveau van het CW-monitoersignaal, noch het geluidsniveau van gewoon
weergegeven geluid kan worden gewijzigd met de AF instelling.
[MENU]
Index
Inhoud