Inhoudsopgave
Advertenties
KOELVENTILATOR EN TEMPERATUURBEVEILIGING
VOOR DE EINDTRAP
Om de interne schakelingen te beschermen tegen te hoge
temperaturen meet de zendontvanger de temperatuur van de
eindtrap ongeacht in welke stand het toestel staat, zenden of
ontvangen, zodat het toerental van de koelventilator en het
zendvermogen daarop kunnen worden afgestemd op de manier
zoals hieronder wordt beschreven.
Als een thermistor een stijging van de temperatuur van de
eindtrap detecteert, zal de koelventilator eerst langzaam
beginnen te draaien. Als temperatuur verder stijgt, zal de
koelventilator snel gaan draaien.
Als er een zeer hoge temperatuur wordt gedetecteerd, zal het
zendvermogen worden beperkt tot de interne temperatuur daalt.
Opmerking:
◆ Wanneer er een melding verschijnt dat er een zeer hoge temperatuur is
gedetecteerd, mag u de zendontvanger niet uitschakelen door de I/O Aan/
uit-schakelaar naar "O" te drukken.
◆ Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld met de (I/O) Aan/uit-schakelaar,
zal de koelventilator stoppen en zal het veel langer duren voor alles goed is
afgekoeld.
DE HOOFD- EN SUBSCHERMEN
Op het hoofdscherm kunnen de bandscope, waterval en
audioscope en ook het meterdisplay worden weergegeven.
Een draaiknop, de audio FFT-scope (het band-doorlaat
spectrum frequentie display) en de ∆F-waarde kunnen worden
weergegeven op het subscherm.
F[ANT]
F[ATT]
F[P.SEL]
F[P.AMP]
[F1]~[F7]
HOOFDSCHERM
Nadat het opstartscherm dat verschijnt wanneer de
zendontvanger aan ( ) wordt gezet is verdwenen, zal hetzelfde
display verschijnen als dat werd weergegeven toen de
zendontvanger de laatste keer uit (standby) ( ) werd gezet.
In dit geval kunt u op [MENU] of [EXTEND] (F) drukken
met [EXTEND] (F) als toetsaanduiding om de displays
gecomprimeerd weer te laten geven.
Zoals hieronder wordt uitgelegd, kunnen de functietoetsen onder
en rechts van het hoofdscherm de bijbehorende taak uitvoeren
en het display wijzigen voor configuratie.
Druk op [ESC] terwijl er een scherm open staat om dit scherm te
sluiten en terug te keren naar het normale bedieningsscherm.
Inhoud
Index
F[MAX-Po]
F[METER]
F[TX-FIL]
[MENU]
Standaardscherm
Bandscope met waterval
■ Functietoetsen aan de onderkant van het
hoofdscherm
• [RX PLAY] (F1)
{pagina 13-7}
Druk hierop om het Recording Audio Files scherm te openen.
• [TX MSG] (F2)
{pagina 13-1}
Druk hierop in een andere dan de CW, FSK en PSK-modi om het
Voice Message scherm te openen.
• [KEYER] (F2)
{pagina 5-22}
Druk hierop in de CW-modus om het CW-Message scherm te
openen.
• [DECODE] (F3)
{pagina 5-38}
Verschijnt in de FSK of PSK-modus. Deze toets verschijnt niet in
andere bedieningsmodi.
• [TONE] (F4)
{pagina 5-34}
Verschijnt in de FM-modus. Deze toets verschijnt niet in andere
bedieningsmodi.
• [SCAN] (F5)
{pagina 11-1}
Druk hierop om te beginnen met scannen.
• [M V] (F6)
{pagina 10-6}
Verschijnt in de geheugenkanaalmodus of
snelgeheugenkanaalmodus. Deze toets verschijnt niet in andere
bedieningsmodi. Druk hierop om de geheugenshift in te schakelen.
• [M.LIST] (F7)
{pagina 10-1}
Druk hierop om het Memory Channel List scherm te openen.
BASISBEDIENING 4
4-3
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
