Opmerking:
◆ Indien de zendontvanger met het Internet is verbonden met gebruik van
bedraad breedband, heeft de breedband-router in de meeste gevallen de
DHCP-servers. Zie de handleiding van de breedband-router voor details
aangaande de DHCP-server.
■ Handmatig configureren van het IP-adres (zonder
DHCP)
1 Druk op [LAN] (F) op het Menu scherm om het LAN scherm
te openen.
2 Roep Menu 00, "DHCP" op.
3 Druk op [SELECT] (F4) om het parametervenster te kunnen
bewerken.
4 Druk op [-] (F2) of [+] (F3) om "Off" te selecteren (geen
gebruik van DHCP).
5 Druk op [
] (F1).
6 Druk op [
] (F2) of [
Address" te openen.
7 Druk op [EDIT] (F4).
8 Druk op [-] (F2), [+] (F3) of een cijfer- en bandkeuzetoets, of
draai de MULTI/CH instelling zodat het drie-cijferige nummer
oplicht.
9 Druk op [
] (F4) of [
drie-cijferige nummer oplicht.
Herhaal de stappen 8 en 9 om het IP-adres te configureren.
10 Druk op [OK] (F6).
11 Druk op [
] (F2) of [
"Subnet Mask" te openen.
Herhaal de stappen 3 tot 10 om subnet mask te configureren. U
moet de standaard-gateway, primaire DNS-server en secundaire
DNS-server op dezelfde wijze configureren.
Kort overzicht
DHCP
IP Address
1.0.0.0 t/m 223.255.255.255
Subnet Mask
0.0.0.0 t/m 255.255.255.252
Default Gateway
1.0.0.0 t/m 223.255.255.255
Primary DNS Server
1.0.0.0 t/m 223.255.255.255
Secondary DNS Server
1.0.0.0 t/m 223.255.255.255
Inhoud
Index
] (F3) om Menu 01, "IP
] (F5) zodat het volgende
] (F3) om Menu 02,
Bereik
Standaardinstelling
Off, On
On
192.168.1.100
255.255.255.0
Blanco
Blanco
Blanco
Opmerking:
◆ De zendontvanger is niet in overeenstemming met IPv6.
◆ De zendontvanger kan ICMP-respons, bijvoorbeeld PING, accepteren.
◆ De zendontvanger is in overeenstemming met 100 Base-TX
Ethernetcommunicatie. Gebruik een los verkrijgbare kabel gelijkwaardig aan
of beter dan categorie 5 (CAT5).
◆ Bij gebruik van een hub of breedband-router, moet u een los verkrijgbare
rechte kabel verbinden.
◆ Verbind de kabel nadat u de zendontvanger en aan te sluiten apparaat heeft
uitgeschakeld (OFF).
◆ Indien het IP-adres automatisch wordt verkregen, kunt u het IP-adres niet
configureren in een omgeving waar geen DHCP-server wordt gebruikt.
◆ Indien het IP-adres automatisch wordt verkregen, zijn het/de IP-adres,
subnet mask, standaard-gateway, primaire DNS-server en secundaire DNS-
server grijs gekleurd en kunt u geen parameters invoeren.
◆ Indien het IP-adres automatisch wordt verkregen en voor de zendontvanger
wordt geconfigureerd, verschijnt het voor het overeenkomende IP-adres
geconfigureerde adres.
◆ De parameters kunnen worden veranderd wanneer DHCP actief is. Indien er
geen adres wordt verkregen, blijft het adres leeg.
◆ Het adres wordt niet altijd direct na het activeren van DHCP gekregen.
◆ Het IP-adres dat werd geconfigureerd terwijl DHCP inactief was, verschijnt
wanneer DHCP wordt geactiveerd.
CONTROLEREN VAN HET MAC-ADRES
U kunt het MAC-adres van de zendontvanger, wat u nodig heeft
wanneer u de zendontvanger via LAN bestuurt, controleren.
1 Druk op [LAN] (F) op het Menu scherm om het LAN scherm
te openen.
2 Controleer Menu 06, "MAC Address".
Het MAC-adres van de zendontvanger verschijnt. Dit menu is
uitsluitend ter bevestiging; u kunt Menu 06, "MAC Address" niet
oplichten en niet veranderen.
3 Druk op [MENU] om af te sluiten.
HANDIGE FUNCTIES 16
16-13