16 HANDIGE FUNCTIES
TONEN VAN DE BEDRIJFSFREQUENTIE OP DE
TRANSVERTER
Wanneer de transverter is ingeschakeld, verdwijnt het laatste
cijfer op het frequentiedisplay, en verschijnt de bedrijfsfrequentie
die voor de transverter moet worden geconfigureerd.
1 Draai de Afstem instelling om de bedrijfsfrequentie van de
exciter (deze zendontvanger) te selecteren.
De transverter zet deze frequentie om. U moet een frequentie kiezen
binnen het bereik waarin u kunt verzenden.
2 Druk op [XVTR] om de transverter te activeren.
"XVTR" verschijnt op het hoofdscherm en de frequentie die kan
worden geconfigureerd verschijnt op de transverter.
3 Druk nogmaals op [XVTR].
De transverter wordt uitgeschakeld.
Opmerking:
◆ Ook wanneer de transverter is ingeschakeld, zijn de frequenties die op
het Memory Channel List scherm en de bandscope worden getoond de
frequenties die voor de zendontvanger zijn geconfigureerd.
◆ De transverter kan niet worden ingeschakeld wanneer het SWL scherm
geopend is.
◆ Indien de voor de transverter te configureren bedrijfsfrequentie niet voor
de zendontvanger is geconfigureerd, zal door het inschakelen van de
transverter het laatste cijfer van de bedrijfsfrequentie van de zendontvanger
doven.
CONFIGUREREN VAN DE FREQUENTIE MET DE
TRANSVERTER
Volg de volgende procedure om de bedrijfsfrequentie van de
zendontvanger met gebruik van de transverter om te zetten.
1 Druk op [XVTR] om de transverter te activeren.
"XVTR" verschijnt op het hoofdscherm.
2 Druk op [ENT] om de frequentie in te kunnen voeren.
3 Voer de zendfrequentie voor de transverter in met de cijfer-
en bandkeuzetoetsen.
4 Druk op [ENT] om het invoeren te bevestigen.
De zendontvanger toont de uitgangsfrequentie van de transverter
i.p.v. de werkelijke bedrijfsfrequentie.
Opmerking:
◆ De bedrijfsfrequentie voor de transverter kan niet zonder de cijfer- en
bandkeuzetoetsen worden ingevoerd.
◆ Indien u de frequentie verandert na het invoeren met gebruik van de
cijfertoetsen, kan de frequentie van de transverter mogelijk "4.294.967.2"
overschrijden of onder 30 kHz komen. In dat geval wordt de frequentie
mogelijk niet juist getoond.
◆ De frequentie wordt getoond op het hoofdscherm in stappen van 10 Hz of
100 Hz.
◆ De getoonde frequentie kan zowel in de hoofdband als subband worden
veranderd.
◆ Gebruik de REMOTE aansluiting voor het verbinden van een transverter die
een standby-aansluiting of ALC-uitgang heeft.
16-34
Voorbeeld voor gebruik: Werking met 28 MHz signaal
ingevoerd naar de transverter voor 430 MHz
1 Verbind de transverter voor 430 MHz met de zendontvanger.
2 Stem de ontvangstfrequentie voor de zendontvanger op
"28.000.000" af.
3 Druk op [XVTR] om de transverter te activeren.
4 Druk op [ENT] voor de cijfer- en bandkeuzetoetsen.
5 Voer vervolgens "430.000.00" in en druk dan op [ENT].
6 Draai de Afstem of MULTI/CH instellingen om de frequentie
te selecteren.
Index
Inhoud