16 HANDIGE FUNCTIES
OPNEMEN EN OPSLAAN VAN BEELDEN VAN
DE SCHERMEN
U kunt beelden van het hoofdscherm en van het subscherm
opnemen en opslaan op een USB-flashgeheugen in PNG (.png)
formaat.
[USB]
1 Wijs "Capture" aan een van de PF-toetsen toe.
Zie voor het configureren PF-toetsen (Programmeerbare
functietoetsen).
{pagina 16-6}
2 Steek USB-flashgeheugen in de
het voorpaneel.
"
" verschijnt op het hoofdscherm.
3 Druk op [Capture] (PF).
• De beelden van het hoofdscherm en subscherm worden als
beeldbestanden op het USB-flashgeheugen opgeslagen. De
opslagmap is KENWOOD/TS-990/CAPTURE.
• Verwijder het USB-flashgeheugen alleen nadat u de procedure
onder Het USB-flashgeheugen veilig verwijderen hebt
uitgevoerd.
{pagina 12-1}
Opmerking:
◆ Het bestand wordt met de volgende namen opgeslagen:
Jaar, maand, dag_time m.png: Beeld van hoofdscherm
Jaar, maand, dag_time s.png: Beeld van subscherm
Voorbeeld:
20190215_102030m.png
(Beeld van het hoofdscherm, opgeslagen op 10:20:30 op 15 februari
2019)
◆ Wanneer de vastgelegde schermafbeelding wordt opgeslagen op een USB-
flashdrive, controleer vooraf dan het volgende:
• Het USB-flashgeheugen is met de zendontvanger geformatteerd.
• Het USB-flashgeheugen is goed geplaatst.
• Er is voldoende vrije ruimte op het USB-flashgeheugen.
• Het USB-flashgeheugen is niet tegen schrijven beschermd en het
bestandssysteem is niet beschadigd.
◆ U kunt op [Print Screen] op het USB-toetsenbord drukken om het beeld op
te nemen en vast te leggen.
◆ Opname van een beeld kan soms wat langer duren.
◆ U kunt geen beelden van het scherm opnemen wanneer de screensaver is
geactiveerd.
◆ U hoort een pieptoon wanneer het beeld niet kan worden opgenomen.
◆ Na het opnemen van het beeld, duurt het vastleggen van het beeldbestand
op het USB-flashgeheugen mogelijk lang. Wanneer u Safe Removal of USB
Flash Drive uitvoert, verschijnt een bericht dat u moet wachten totdat het
opgenomen beeld goed op het USB-flashgeheugen is opgeslagen.
16-12
CONFIGUREREN VAN HET NETWERK
Indien u de zendontvanger op afstand bedient met KNS
(KENWOOD NETWORK COMMAND SYSTEM), moet u het
IP-adres, de identificatie van de beheerder en het wachtwoord
instellen. Het netwerk moet tevens worden geconfigureerd voor
de juiste tijd na toegang tot de NTP-server.
Gebruik een Ethernetkabel (LAN) (recht type) en verbind de
zendontvanger met het LAN. Voor toegang tot de zendontvanger
vanaf het LAN, moet u inloggen met de ingestelde identificatie
en het wachtwoord.
DHCP is de afkorting van "dynamic host configuration protocol"
dat wordt gebruikt voor het verkrijgen van netwerkinformatie
(informatie over het IP-adres, de DNS-server, gateway en
overige items) van de DHCP-server. U kunt het IP-adres
handmatig verkrijgen of DHCP gebruiken en het IP-adres
configureren.
■ Automatisch configureren van het IP-adres (met
1 Druk op [LAN] (F) op het Menu scherm om het LAN scherm
(USB-A) aansluiting op
2 Roep Menu 00, "DHCP" op.
3 Druk op [SELECT] (F4) om het parametervenster te kunnen
4 Druk op [-] (F2) of [+] (F3) om "On" te selecteren (gebruik
5 Druk op [
6 Druk op [MENU] om af te sluiten.
CONFIGUREREN VAN HET IP-NETWERK
[F1]~[F7]
DHCP)
te openen.
bewerken.
DHCP).
De standaardinstelling is "On".
] (F1).
[MENU]
[MULTI/CH]
[UP]
[DOWN]
Index
Inhoud