AUTOMATISCHE MODUS
De Automatische modus is een handige functie waarmee u
automatisch kunt overschakelen naar een bedieningsmodus aan
de hand van uw band-plan.
U kunt de frequentiepunten en de corresponderende
bedieningsmodi voor de automatische modus
voorprogrammeren. Dit stelt u in staat om automatisch de
bedieningsmodus om te schakelen wanneer de gebruikte
frequentie het frequentiebereik van de automatische modus
overschrijdt.
DE AUTO MODUS IN-/UITSCHAKELEN
[F1]~[F7]
1 Druk op [MENU].
2 Druk op [A.MODE] (F1) om het Auto Mode scherm te
openen.
3 Druk op [A.MODE] (F) om de automatische modus in en uit
te schakelen.
Wanneer de automatische modus in werking is, wordt
de toetsaanduiding geel, ongeacht of de toets gebruikt
kan worden of niet. Wanneer de automatische modus is
uitgeschakeld, zijn de toetsaanduidingen wit.
4 Druk op [OK] (F6).
5 Druk op [MENU] om af te sluiten.
Inhoud
Index
F[AUTO MODE]
[MENU]
Afstem (M)
Afstem (S)
CONFIGUREREN VAN AUTOMATISCHE MODUS
FREQUENTIEPUNTEN
U kunt maximaal 32 frequentiepunten opslaan voor de
automatische modus.
1 Druk op [MENU].
2 Druk op [A.MODE] (F1) om het Auto Mode scherm te
openen.
3 Draai aan de Afstem instelling om het frequentiepunt te
selecteren.
U kunt afstemmen op frequentie voor de geselecteerde band
die u wilt opslaan.
4 Druk of druk lang op een van de modustoetsen om de
gewenste modus te selecteren en op te slaan.
5 Druk op [COPY] (F4) om de frequentie en de
bedieningsgegevens te kopiëren.
• Het geselecteerde band frequentiepunt en de modus
worden opgeslagen.
• Om een opgeslagen frequentiepunt en modus te wissen,
drukt u op [
] (F2) of [
aan de MULTI/CH instelling om de regel die u wilt wissen
te selecteren, waarna u op [DELETE] (F5) drukt. De
punten onder het gewiste punt schuiven een plek naar
boven en het display zal worden ververst.
6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 tot er frequenties en
bedieningsgegevens zijn geconfigureerd voor alle punten.
7 Druk op [OK] (F6).
8 Druk op [MENU] om af te sluiten.
BASISBEDIENING 4
] (F3), of draait u
4-11