16 HANDIGE FUNCTIES
DE REF I/O-AANSLUITING CONFIGUREREN
Voor het gedrag van de REF I/O (10 MHz)-aansluiting kunt u op
het achterpaneel kiezen uit "Off", "Input", en "Output".
De nauwkeurigheid van de frequentie kan worden verhoogd
door het voldoende nauwkeurige referentiesignaal in te voeren
in de zendontvanger en door de signalen te gebruiken als
referentiefrequentie.
Door het zoeken van de referentiefrequentie van de
zendontvanger via de REF I/O (10 MHz)-aansluiting kan de
referentiefrequentie van een andere zendontvanger worden
gebruikt.
F[ADV.]
[F1]~[F7]
1 Druk op [ADV.] (F) op het Scherm Menu om het scherm
Advanced Menu te openen.
2 Open Menu 4, "REF I/O-aansluiting configuratie".
3 Druk op [SELECT] (F4) om het vakje met parameters te
kunnen bewerken.
4 Druk op [-] (F4) of [+] (F5) om het gedrag van de REF I/O (10
MHz)-aansluiting te selecteren uit "Off", "Output", of "Input".
De standaardwaarde is "Off".
5 Druk op [
] (F1).
6 Druk op [MENU] om af te sluiten.
16-22
CONFIGUREREN VAN HET DOOR U
TOEGEVOEGDE ROOFING FILTER (ALLEEN
HOOFDBAND)
Indien u een roofing filter toevoegt, kunt u de
doorlaatbandbreedte en de verzwakking van het roofing filter
configureren in overeenstemming met de specificaties van het
filter.
[MENU]
CONFIGUREREN VAN DE DOORLAATBANDBREEDTE
U kunt de doorlaatbandbreedte in overeenstemming met de
specificaties van het toegevoegde roofing filter configureren.
1 Druk op [ADV.] (F) op het Menu scherm om het Advanced
Menu scherm te openen.
2 Roep Advanced Menu 06, "Bandwidth (Additional Roofing
Filter)" op.
3 Druk op [SELECT] (F4) om het parametervenster te kunnen
bewerken.
4 Druk op [-] (F4) of [+] (F5), of draai aan de MULTI/CH
instelling om de doorlaatbandbreedte te selecteren.
U kunt "Off" of "300 [Hz]" tot "3500 [Hz]" voor de
doorlaatbandbreedte instellen. De standaardinstelling is "Off".
Verander de standaardinstelling ("Off") van de parameter niet indien
u geen roofing filter toevoegt.
5 Druk op [
6 Druk op [MENU] om af te sluiten.
Opmerking:
◆ Vanaf februari 2019 levert KENWOOD geen optionele roofing filters meer.
◆ Wanneer u "Auto" voor het roofing filter op het RX Filter scherm selecteert,
wordt een roofing filter met een bredere doorlaatbandbreedte dan van het
DSP-filter geselecteerd. Wanneer er twee of meer roofing filters zijn, met
inbegrip van het door u toegevoegde filter, wordt het roofing filter met de
smalste doorlaatbandbreedte geselecteerd.
◆ Met een andere instelling dan "Off" voor de doorlaatbandbreedte
geselecteerd, kunt u "Add." voor de lijn voor "Roof" in het RX Filter scherm
selecteren.
F[ADV.]
[F1]~[F7]
] (F1).
[MENU]
Index
Inhoud