SUBSCHERM
Ⓐ
Ⓑ
Ⓒ
Twee frequenties display
(hoofdbandfrequentie en subbandfrequentie)
Opmerking:
◆ Druk op [S.DISP/SEL] om de inhoud van het subscherm te veranderen. Raadpleeg "BASISBEDIENING" voor verdere details.
Gebied
Display
A
B
MAIN
/
USB
of
C
VFO
00
D
E
Inhoud
Index
Ⓓ
Toont de karakteristieken van de door te laten band van het RX-filter.
Draai aan de HI/SHIFT of LO/WIDTH instelling om het scherm 2 seconden lang om te keren.
WIDTH: Verschijnt in de CW, FSK, PSK, of DATA-modus.
SHIFT: Verschijnt in de CW of DATA-modus.
LC: Verschijnt in de SSB of AM-modus.
HC: Verschijnt in de SSB, FM of AM-modus.
BW: Verschijnt in de SSB, FM of AM-modus.
Toont de filterbreedte, gevolgd door de lage of hoge afsnijfrequentie en de shiftfrequentie, en het filtertype.
Toont de frequentiespectra die een snelle Fourier transformatie (FFT) hebben ondergaan in het AF-stadium
terwijl de zendontvanger in de zendstand staat.
Toont het middenpunt van de band-stop (Notch) frequentie. Verschijnt wanneer het handmatige band-stop
filter (Manual Notch) of band-eliminatiefilter in werking is. Draai aan de NOTCH instelling om het middenpunt
van de band-stop (Notch) frequentie naar links of rechts te verschuiven.
In het midden wordt de pitch-frequentie getoond in de CW-modus en de middenfrequentie in modi anders
dan de CW-modus. In de CW-modus verschijnen de frequenties voor de door te laten bandbreedte aan
beide randen. Er verschijnt een driehoek wanneer de door te laten band van het filter voor de shift-bewerking
buiten het weergavescherm komt.
Toont de geselecteerde band, dus of de hoofdband, of de subband.
Toont welke bedieningsmodus op dit moment in gebruik is. Verschijnt (geel) wanneer de automatische
modus in werking is.
Toont de naam van de modus en het subnummer (-D1, -D2 en -D3) in de Datamodus.
Verschijnt samen met de frequentie wanneer RIT of XIT in werking is.
Verschijnt bij zenden of ontvangen met bedieningsinformatie uit een geheugenkanaal.
Verschijnt in de Tweevoudige snelgeheugenkanaalmodus.
Verschijnt in de snelgeheugenkanaalmodus.
Verschijnt in de VFO-modus.
Toont E0 t/m E9 in het display voor de invoergeschiedenis, 00 t/m 99 voor M.CH of M.SCR en Q0 t/m Q9 als
kanaalnummers voor snelgeheugenkanalen.
Toont het frequentieverschil tussen de frequentie van de hoofdband en die van de subband. Verschijnt in de
Splitmodus.
Toont een draaiknop. (Verschijnt wanneer er alleen een frequentie voor de hoofdband is geselecteerd in de
standaardmodus.)
Toont de frequentie voor de subband wanneer zowel de frequentie voor de hoofdband als die voor de
subband worden getoond.
BESCHRIJVING VAN HET VOORPANEEL 2
Ⓔ
Enkele frequentie display
(hoofdbandfrequentie/draaiknop)
Beschrijving
{pagina 4-4}
Ref. pag.
{pagina 4-4}
{pagina 4-4}
{pagina 4-7}
{pagina 4-10}
{pagina 5-13}
{pagina 10-4}
{pagina 10-4}
{pagina 10-8}
{pagina 10-4}
{pagina 10-8}
{pagina 5-1}
{pagina 4-4}
2-15