AANPASSEN VAN HET DREMPELNIVEAU BIJ
RTTY DECODEREN
Ruis wanneer er geen signaal aanwezig is kan onbedoeld
worden herkend als een teken zodat er een onnodig
teken wordt weergegeven. Het drempelniveau moet zo
worden aangepast dat dit verschijnsel verminderd of
geheel geëlimineerd wordt. Als er veel foutieve tekens
worden herkend vanwege ruis, moet u het drempelniveau
verhogen.
[FSK/PSK/REV]
[F1]~[F7]
1 Druk op [FSK/ PSK/ REV] om de RTTY (FSK)-modus in te
schakelen.
2 Druk op [DECODE] (F3) om de hoofdband of subband te
selecteren.
3 Druk op [THLD] (F5) om het drempelniveau te kunnen
veranderen.
U kunt nu de instelling voor het drempelniveau onder het
watervaldisplay veranderen.
Als [THLD] (F5) niet verschijnt bij de toetsaanduidingen, moet
u op [MORE] (F1) drukken. Er zal nu een tweede pagina met
toetsaanduidingen verschijnen.
4 Druk op [-] (F4) of [+] (F5), of draai aan de MULTI/CH
instelling om het drempelniveau in te stellen.
Druk lang op [(RESET)] (F1) om de parameter terug te zetten op de
standaardinstelling. De standaardinstelling is "10".
5 Druk op [
] (F1) om af te sluiten.
Inhoud
Index
WEERGEVEN VAN DE SCOPE OM DE RTTY-
AFSTEMMING TE CONTROLEREN
FFT-SCOPE
De zendontvanger is uitgerust met een audio FET-scope
om de afstemming van de zendontvanger in de RTTY
(FSK)-modus te kunnen controleren. De audio FET-scope
wordt weergegeven op het RTTY Encode/Decode
scherm.
De twee verticale lijnen links en rechts geven de afstand
[MULTI/CH]
tussen pieken in een golf weer voor een bepaalde
frequentie. Regel bij het ontvangen van een signaal de
frequentie waarop wordt afgestemd zo af dat de twee
pieken op dezelfde manier overlappen met de twee lijnen.
MIDDELEN VAN DE GOLFVORM IN DE FFT-SCOPE
De golfvorm die wordt weergegeven op een FFT-scope
kan worden gemiddeld. Willekeurige ruis kan worden
gereduceerd door de golfvorm te middelen zodat u het
doelsignaal beter kunt onderscheiden.
[ESC]
1 Selecteer Group No. 2, "Decoding & Encoding", van het
Menu scherm.
2 Open Menu 00, "FFT Scope Averaging (RTTY Decode)".
3 Druk op [SELECT] (F4) om de inhoud van het
parametervenster te kunnen bewerken.
4 Druk op [-] (F4) of [+] (F5) en selecteer de gewenste waarde
van "0" t/m "9" in het parametervenster.
Door een grotere parameter te selecteren zullen de spectra
worden weergegeven met een gereduceerde ruiscomponent. De
standaardinstelling is "0".
5 Druk op [
6 Druk op [ESC] om af te sluiten.
Opmerking:
◆ Gebruik de fijnafstemming als het moeilijk is om goed af te
stemmen.
HULP VOOR SOEPELE QSO 5
[FSK/PSK/REV]
[F1]~[F7]
] (F1).
{pagina 4-14}
[S.DISP]
5-41