16 HANDIGE FUNCTIES
VERSNELDE GEGEVENSOVERDRACHT (SPLIT)
U kunt de bedieningsgegevens, bijvoorbeeld de
ontvangstfrequentie en bedrijfsfunctie, versturen naar een
zendontvanger die met deze zendontvanger is verbonden.
Deze functie is handig voor het versturen van gegevens als de
ontvangstfrequentie naar een andere zendontvanger wanneer
u bijvoorbeeld met twee personen de zendontvangers in een
wedstrijd gebruikt.
U kunt de bedieningsgegevens versturen naar zendontvangers
van de volgende modellen. Zie voor de aansluitmethodes
"AANSLUITEN OP EEN GESCHIKTE ZENDONTVANGER
(SPLIT TRANSFER)".
{pagina 1-6}
• TS-990S
• TS-890S
• TS-590S
• TS-590SG
• TS-480 serie
• TS-2000 serie
• TS-570 serie
• TS-870S
Voor het versturen van de bedieningsgegevens met Split
Transfer, moet de hoofd-zendontvanger middels een kruiskabel
met de sub-zendontvanger worden verbonden. Voor de hoofd-
zendontvanger en sub-zendontvanger moeten dezelfde
baudwaarde, stopwaarde en bestemming voor het versturen
worden geconfigureerd.
Voor Split Transfer met twee TS-990S apparaten, moet een
apparaat als de hoofd-zendontvanger en de ander als sub-
zendontvanger worden geconfigureerd.
Opmerking:
◆ Tijdens Split Transfer met gebruik van deze zendontvanger en een andere
zendontvanger, kunnen bepaalde functies mogelijk vanwege verschillende
specificaties niet worden gebruikt.
VERSTUREN VAN DE BEDIENINGSGEGEVENS NAAR
EEN SUB-ZENDONTVANGER
Volg de volgende procedure voor het gebruik van
de zendontvanger als hoofd-zendontvanger en
bedieningsgegevens naar de sub-zendontvanger te versturen.
1 Activeer Split Transfer voor zowel de hoofd-zendontvanger
als sub-zendontvanger.
Selecteer "On" in het Menu 7-02, "Quick Data Transfer." Zie voor
het versturen van gegevens van een andere zendontvanger de
handleiding van dat apparaat.
2 Schakel de zendontvanger in de VFO-functie en configureer
de bedrijfsfrequentie en bedrijfsfunctie.
3 Druk op [M.IN] (Quick Memory) van deze zendontvanger.
De getoonde bedieningsgegevens worden geregistreerd met
snelgeheugenkanaal 0 van deze zendontvanger en naar de
sub-zendontvanger verstuurd. Wanneer de RIT-functie van de
zendontvanger is geactiveerd, wordt de offset-frequentie toegevoegd
aan de verstuurde ontvangstfrequentie.
16-26
ONTVANGEN VAN DE BEDIENINGSGEGEVENS VAN DE
HOOFD-ZENDONTVANGER
U kunt deze zendontvanger als sub-zendontvanger
gebruiken voor ontvangst van bedieningsgegevens van
een hoofd-zendontvanger. Deze zendontvanger gebruikt
VFO of het snelgeheugenkanaal 0 voor ontvangst van de
bedieningsgegevens van de hoofd-zendontvanger.
1 Activeer Split Transfer voor zowel de hoofd-zendontvanger
als sub-zendontvanger.
Selecteer "On" in het Menu 7-02, "Quick Data Transfer." Zie de
handleiding van de hoofd-zendontvanger voor het instellen van Split
Transfer.
2 Selecteer Group No. 7, "Rear Connectors", van het Menu
scherm.
3 Roep Menu 03, "Overwrite Location (Quick Data Transfer)"
van de zendontvanger op.
4 Druk op [SELECT] (F4) om het parametervenster te kunnen
bewerken.
5 Druk op [-] (F4) or [+] (F5) om "VFO" of "Quick Memory" te
selecteren.
De standaardinstelling is "Quick Memory".
6 Druk op [
] (F1).
7 Druk op [MENU] om af te sluiten.
8 Verzend de bedieningsgegevens van de hoofd-
zendontvanger.
Zie de handleiding van de hoofd-zendontvanger voor het verzenden
van bedieningsgegevens.
Opmerking:
◆ Voorkom een ongewenste werking van zowel de hoofd-zendontvanger als
de sub-zendontvanger en schakel derhalve de hoofd-zendontvanger en de
sub-zendontvanger uit en weer in na het configureren.
◆ Wanneer u deze zendontvanger uitsluitend voor ontvangst gebruikt, moet u
"On" voor Menu 6-03, "TX Inhibit" selecteren zodat per ongeluk verzenden
onmogelijk is.
◆ Indien de sub-zendontvanger bedieningsgegevens ontvangt met gebruik
van de bedrijfsfrequentie (VFO) die als Simplex frequentie is geconfigureerd,
wordt de bedrijfsband voor zowel de hoofd-zendontvanger als de sub-
zendontvanger overschreven door de ontvangen bedieningsgegevens. Kies
"Off" voor RIT en XIT van de sub-zendontvanger.
◆ Indien de sub-zendontvanger bedieningsgegevens ontvangt met gebruik
van de bedrijfsfrequentie (VFO) die als Simplex frequentie is geconfigureerd,
worden de bedieningsgegevens voor het verzenden overschreven door de
ontvangen bedieningsgegevens. "Off" wordt ingesteld voor XIT van de sub-
zendontvanger, maar RIT blijft onveranderd.
◆ Bij gebruik van een andere sub-zendontvanger dan de TS-990S, worden de
bedieningsgegevens als VFO-A (Simplex) naar Quick Memory 0 kanaal met
Split Transfer verstuurd.
Index
Inhoud