Inhoudsopgave
Advertenties
Opmerking:
◆ De hoogste frequentie die u kunt invoeren is 59.99999 MHz bij
fijnafstemming (Fine Tuning); u kunt geen 60 MHz invoeren.
◆ Druk op [ENT] terwijl u een frequentie aan het invoeren bent om de
resterende posities te vullen met 0-en.
◆ Als u een waarde invoert die buiten het zend- en ontvangstfrequentiebereik
valt, klinkt er een pieptoon en zullen de ingevoerde gegevens niet worden
geaccepteerd.
◆ Als u een waarde van 0 t/m 5 intoetst, dan wordt dat cijfer automatisch op
de 10 MHz positie ingevoerd, maar wanneer u als eerste cijfer een waarde
van 6 t/m 9 intoetst, dan wordt dat cijfer automatisch op de 1 MHz positie
ingevoerd.
◆ Als u een frequentie wilt invoeren die lager is dan 6 MHz, moet u dus eerst
een 0 invoeren (voor de 10 MHz positie).
◆ Wanneer u een cijfer invoert voor de 10 Hz positie zal er toch geen "0"
worden aangegeven.
◆ Direct invoeren van de frequentie schakel RIT en XIT uit. De respectievelijke
offset-frequenties kunnen echter niet worden vrijgemaakt.
◆ Wanneer in elke andere modus dan AM en FM de fijnafstemming is
uitgeschakeld, zal de 10 Hz positie de laagste waarde zijn die u zelf kunt
invoeren, terwijl in de AM en FM-modi de 100 Hz positie de laagste waarde
is die u zelf kunt invoeren.
◆ De bedieningsmodus verandert automatisch wanneer u een frequentie heeft
ingevoerd in de automatische modus.
TONEN VAN EERDER INGEVOERDE FREQUENTIES
Maximaal worden de 10 laatst met de cijfertoetsen ingevoerde
frequenties opgeslagen in de zendontvanger. Om een eerder
ingevoerde frequentie opnieuw te gebruiken, kunt u deze
oproepen uit de lijst met de 10 laatst ingevoerde frequenties.
1 Druk op [ENT] om de frequentie in te kunnen voeren.
Alle cijfers voor de frequentie worden weergegevenals
streepjes ("-").
2 Draa aan MULTI/CH om de eerder ingevoerde frequenties te
zien.
• De opgeslagen frequenties verschijnen met hun
lognummers. De meest recent ingevoerde frequentie en
het bijbehorende lognummer verschijnt eerst.
• Draai de MULTI/CH instelling met de klok mee om de
lognummers af te gaan en achtereenvolgens steeds oudere
logs te bekijken.
3 Druk op [ENT] om de geselecteerde frequentie te
configureren voor VFO.
Opmerking:
◆ Als de frequentie niet correct is ingevoerd, wordt deze niet opgeslagen in de
lijst met eerder ingevoerde frequenties.
◆ Als de frequentie niet correct is ingevoerd, wordt deze niet opgeslagen in de
lijst met eerder ingevoerde frequenties.
◆ Als u een frequentie invoert tijdens het configureren van een frequentiepunt
voor de automatische modus, zal deze frequentie niet in de lijst met laatst
ingevoerde frequenties worden opgeslagen.
◆ Als u de transverter inschakelt, worden alle frequentielogs gewist.
Inhoud
Index
{pagina 4-11}
GEBRUIKEN VAN DE
FREQUENTIEVERGRENDELING
De Frequency Lock (Frequentievergrendeling) kan bepaalde
toetsen en instellingen vergrendelen zodat ze niet per ongeluk
gebruikt kunnen worden om de frequentie te veranderen.
■ Vergrendelen van de frequentie van de hoofdband
1 Druk op [LOCK] (M) om de frequentie voor de hoofdband te
vergrendelen.
De "LOCK" (M) led licht oranje op.
■ Vergrendelen van de frequentie van de subband
1 Druk op [LOCK] (S) om de frequentie voor de subband te
vergrendelen.
De "LOCK" (S) led licht oranje op.
SELECTEREN VAN HET GEDRAG VAN DE
FREQUENTIEVERGRENDELFUNCTIE
U kunt instellen om alleen de Afstem-regeling te vergrendelen
wanneer de frequentievergrendelingsfunctie wordt gebruikt.
1 Selecteer Group No. 3, "Controls Configurations" van het
Menu scherm.
2 Open Menu 10, "Lock Function".
3 Druk op [SELECT] (F4) om het parametervenster te kunnen
bewerken.
4 Druk op [-] (F4) of [+] (F5) om te selecteren.
Frequency Lock: vergrendelt de toetsen en bedieningen die
in de volgende tabel worden weergegeven.
Tuning Control Lock: vergrendelt alleen de Afstem-
regeling.
De standaardinstelling is "Frequency Lock".
5 Druk op [
] (F1).
6 Druk op [MENU] om af te sluiten.
BASISBEDIENING 4
[LOCK](M)
[LOCK](S)
4-17
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
