Inhoudsopgave
Advertenties
7 SCOPE-FUNCTIES
Instellen van het referentieniveau
Pas het referentieniveau van de bandscope aan om het
doelsignaal van de ruis gemakkelijker te kunnen onderscheiden.
1 Druk op F5 [REF.LEV] om de instellingswaarde van
het referentieniveau in het midden van het
bandscope scherm weer te geven.
• Als F5 [REF.LEV] niet wordt weergegeven, druk dan op F1
[MORE] om het weer te geven F5 [REF.LEV].
2 Draai aan de [MULTI/CH] regelaar om het
referentieniveau aan te passen terwijl u kijkt naar
de bandscope golfvorm en waterval kleurniveau op
het bandscope scherm.
-20 tot 0 (standaard) tot +10 dB (stap van 0,5
Instellingswaarde
dB)
3 Druk op F5 [REF.LEV] om het aanpassen van het
referentieniveau te beëindigen.
Het referentieniveau wordt enigszins gecompenseerd
●
voor elke overspanning intern op deze zendontvanger,
zodat het zicht op de waterval niet verandert, zelfs
wanneer de frequentie van de weergavefrequentie
overschakelt. Om deze reden verandert ook de hoogte
van de golfvorm op de spectrumscope geleidelijk
wanneer de span schakelt.
De aanpassingswaarde van het referentieniveau wordt
●
opgeslagen voor elke amateurband.
De bandscope-demper schakelen
Als het doelsignaal niet kan worden geïdentificeerd op het
bandscopescherm, zelfs na het aanpassen van het
referentieniveau, als gevolg van de te hoge ingangssignalen,
demp dan het invoerniveau naar de bandscope door naar een
andere demper te schakelen.
Druk op F6 [ATT] om over te schakelen naar een
andere demper.
• Als F6 [ATT] niet wordt weergegeven, druk dan op F1
[MORE] om het weer te geven F6 [ATT].
Door telkens op F6 [ATT] te drukken, wisselt de demper.
Instellingswaarde
Off (standaard)/10 dB/20 dB/30 dB
• Het ingedrukt houden van de knop F6 [ATT] verandert
telkens de opties in omgekeerde volgorde.
• De huidige demperinstelling niveau wordt aan de bovenzijde
van de bandscope weergegeven.
"SCP OVF" (scope overloop) kan in de werkbalk van het
●
bandscopescherm worden weergegeven als de invoer
naar de bandscope excessief wordt. In dergelijke
gevallen drukt u op F6 [ATT] om de verzwakker voor de
bandscope te configureren om het ingangsniveau naar
de bandscope te verlagen.
Het wisselen van de demper voor de bandscope
●
beïnvloed niet de RX-gevoeligheid.
De instelwaarde van de bandscope verzwakker wordt
●
opgeslagen voor elke amateurband.
7-2
De snelheid van watervalverlaging configureren
De snelheid waarmee de waterval stroomt, kan worden
geselecteerd uit de beschikbare opties.
Druk op F1 [MORE] gevolgd door F4 [SPEED].
Het indrukken van F4 [SPEED] wisselt elke keer de
stroomsnelheid.
Speed1/Speed2/Speed3/Speed4
Instellingswaarde
(standaard)
• Na het wijzigen van de snelheid, wordt "Speed n" gedurende
ongeveer 1 seconde in het watervalgebied weergegeven.
• Het ingedrukt houden van F4 [SPEED] wisselt de opties in
omgekeerde volgorde.
Watervalweergave tijdens afstemming
(middenmodus)
Dit is een functie voor het omschakelen van het gedrag van de
watervaldisplay wanneer de frequentie wordt gewijzigd in de
midden modus.
Configureren in Menu [8-03] "Waterfall when Tuning
(Center Mode)"
Instellingswaarde
Straight (standaard)/Follow
Straight: Gebruikt een rechte lijn om de overgang te tonen in
het niveau van het doelsignaal dat op de waterval wordt
weergegeven wanneer de frequentie wordt gewijzigd.
Follow: Volgt en weergeeft het laatste FFT niveau op het
gedeelte waar de waterval begint te stromen wanneer de
frequentie wordt gewijzigd.
Verminderde bandscopeweergave
Een kleine bandscope (met een watervalscherm) kan worden
weergegeven op schermen zoals die voor de verschillende
instellingen, RTTY communicatie en PSK communicatie.
1 Geef het menu weer, configuratiemodi behalve de
equalizerconfiguratie en het RTTY-/PSK-
communicatiescherm.
2 Druk op [SCP].
Een kleine bandscope wordt weergegeven.
Terwijl de gereduceerde bandscope wordt
●
weergegeven, worden de horizontaal gerangschikte F-
toetsen omgeschakeld naar de functietoetsen van het
configuratiescherm en dus kunnen de bandscope
instellingen niet worden gewijzigd.
Advertenties
Inhoudsopgave
