Inhoudsopgave
Advertenties
4 BASISBEDIENING
S-metergevoeligheid FM-modus
Het standaard afbuigingstype in de FM-modus is hetzelfde als dat
in de andere modi. Als u "High" selecteert, wordt de zendontvanger
op hetzelfde afbuigingstype (hoge gevoeligheid) als onze
conventionele modellen geschakeld.
Configureren in Menu [0-07] "FM Mode S-Meter
Sensitivity"
Instellingswaarde
Normal (standaard)/High
Deze functie is beschikbaar wanneer Menu [0-11] "S-
●
Meter Scale" is geconfigureerd op "Type 1".
Analogemeterrespons
Configureer de reactiesnelheid van de analoge meterindicator.
Configureren in Menu [0-08] "Meter Response
Speed (Analog)"
Instellingswaarde
1 tot 3 (standaard) tot 4 (1 stap)
Meter met piek vasthouden
Geef de vastgehouden piek van de digitale meter weer.
Configureren in Menu [0-10] "Meter Display Peak
Hold"
Instellingswaarde
Off/On (standaard)
S-meterschaal
Schakel het type afbuiging voor de S-meter.
Configureren in Menu [0-11] "S-Meter Scale"
Instellingswaarde
Type 1 (standaard)/Type 2
Type 1: Dezelfde schaal als onze HF-producten.
Type 2: Initiële afbuiging is gevoeliger in vergelijking met Type
1.
Aanvullende opmerkingen voor "Type 2"
●
• De S-meterindicator zal te allen tijde afgebogen
worden weergegeven wanneer er externe ruis is.
• De beweging is mogelijk niet vloeiend, omdat het een
pseudo-weergave van de S-meterafbuiging is.
• Het verkleinen van de RF-versterking kan de
continuïteit van S0 naar S4 verstoren.
4-10
TX-meter (digitaal)
Behalve het analoge meterscherm kan een tweevoudige digitale
meter tegelijkertijd worden weergegeven.
Configureren in Menu [0-12] "TX Digital Meter"
Instellingswaarde
Off (standaard)/On
• De TX-meter (digitaal) verschijnt alleen in de analoge
meterweergavemodus.
• De TX-meter (digitaal) wordt weergegeven in een indeling
met twee niveaus. ALC wordt op het hoogste niveau
getoond, terwijl de weergave op het laagste niveau varieert
in overeenstemming met de instelling van de F [METER]-
digitale meter.
• Tijdens de verzending geeft de analoge meter altijd het TX-
uitgangsvermogen weer.
Schakel de antenne
Schakel de antenne die is aangesloten op de antenneaansluiting.
De ANT 1/2-, RX ANT- en DRV-instellingen worden automatisch
opgeslagen in het geheugen van de antenneband. Wanneer
dezelfde band vervolgens wordt geselecteerd, wordt dezelfde
antenne automatisch geselecteerd.
Druk op en houd F [ANT/PRE] ingedrukt.
Door F [ANT/PRE] ingedrukt te houden, schakelt de optie
tussen "ANT 1" en "ANT 2".
• Wanneer "ANT 1" is geselecteerd, wordt <<
weergegeven. Wanneer "ANT 2" is geselecteerd, wordt <<
>> weergegeven.
Selecteerbaar antennefrequentiebereik (MHz)
0,03 tot 0,522
0,522 tot 2,5
2,5 tot 4,1
4,1 tot 6,9
6,9 tot 7,5
7,5 tot 10,5
RX-antenne
Selecteer een RX-antenne.
Om een RX-antenne zoals een HF low-band drankantenne of een
directionele lusantenne te gebruiken, sluit u deze aan op de RX
IN-aansluiting op het achterpaneel. De ingangsimpedantie is 50
Ω. Een zelfgemaakte of in de handel verkrijgbaar BPF- of
opvangfilter kan ook tussen de RX IN- en RX OUT-aansluitingen
worden geplaatst.
Druk op [RX ANT].
Iedere keer wanneer [RX ANT] wordt ingedrukt, wordt de RX-
antenne van de geselecteerde band in- of uitgeschakeld.
Wanneer de RX-antenne is ingeschakeld, wordt <<
weergegeven op het scherm.
>>
10,5 tot 14,5
14,5 tot 18,5
18,5 tot 21,5
21,5 tot 25,5
25,5 tot 30,0
30,0 tot 60,0
60,0 tot 74,8 (E-type)
>>
Advertenties
Inhoudsopgave
