Driveoutput (DRV)
De toegestane uitgangsfrequentiebereiken van de stationuitgang
(DRV) zijn de 135 kHz-band (135,700 kHz tot 137,799 kHz), 475
kHz-band (472,000 kHz tot 478,999 kHz) en de amateurbanden
tussen 1,9 en 50/70 MHz. De uitgangsimpedantie is 50 Ω en het
uitgangsniveau is ongeveer 1 mW (0 dBm).
REMOTE Connector
DRV-aansluiting
(Weergave van Achterpaneel)
Sluit aan met een
2
4
5
LKY
coaxiale kabel
1
3
6
7
ALC
Uitgangsvermogen bij ong.
GND
1 mw (0 dBm)
Driveoutput in-/uitschakelen
Druk op [DRV].
Iedere keer wanneer [DRV] wordt ingedrukt, schakelt de
stationuitvoer tussen AAN en UIT.
• Wanneer de driveoutput is ingeschakeld, gaat de [DRV]-led
groen branden.
• Tijdens uitvoer van de DRV-aansluiting worden TX-signalen
niet uitgevoerd vanaf de ANT 1- en ANT 2-connectors.
• Verzending van de DRV-terminal zal niet worden
weergegeven op de PWR-meter. ALC (automatische
niveauregeling) kan worden bediend door ALC-spanning
van een extern apparaat in te voeren naar de ALC-terminal
van de REMOTE-connector. De bedrijfsstatus zal in dit geval
op de meter worden weergegeven. Het DRV-
uitgangsniveau wordt niet geregeld als er geen ALC-
spanningsinvoer is. Het uitgangsniveau wordt zodoende
bepaald in overeenstemming met de MIC-invoer of
instellingen van de [CAR]-knop.
Let goed op de aansluiting wanneer u gebruik maakt van
●
de driveoutput zoals hierboven beschreven.
Het uitgangsniveau van de drive aanpassen
Draai aan de [POWER]-knop.
"nnn%" wordt weergegeven op basis van het geselecteerde
driveoutputniveau. [nnn: 5 tot 100]
• Een ander uitgangsniveau van de omvormer kan worden
geconfigureerd voor de AM en andere modi dan de AM-
modus.
• De resolutie [1%/5%] voor het wijzigen van het
uitgangsniveau van de omvormer kan worden geschakeld
met gebruik van het Menu 6-04 "Transmit Power Step Size"-
instelling.
Band/modus
CW/FSK/PSK/SSB/FM
/SSB-DATA/FM-DATA
HF
AM/AM-DATA
CW/FSK/PSK/SSB/FM
/SSB-DATA/FM-DATA
50M
AM/AM-DATA
CW/FSK/PSK/SSB/FM
/SSB-DATA/FM-DATA
70M
(E Type)
AM/AM-DATA
Lineaire versterker (standaardinvoer op 1 mW)
AMP
TX
Detectiecircuit
(Verzending)
Stuurspanning
+12V
ALC-voltage
Instellingswaarde
Standaard
5 tot 100 [%] (1 stap of
100
een veelvoud van 5)
5 tot 25 [%] (1 stap of
25
een veelvoud van 5)
5 tot 100 [%] (1 stap of
100
een veelvoud van 5)
5 tot 25 [%] (1 stap of
25
een veelvoud van 5)
5 tot 100 [%] (1 stap of
100
een veelvoud van 5)
5 tot 25 [%] (1 stap of
25
een veelvoud van 5)
Ingebouwde antennetuner
Het is belangrijk ervoor te zorgen dat de impedantie van de
coaxiale kabel en dat van de antenne met elkaar overeenkomen.
Een externe antennetuner of de ingebouwde antennetuner wordt
gebruikt voor het afstellen van de impedantie tussen de antenne
en deze zendontvanger.
Impedantie-matching met de antenne
1 Selecteer een TX-frequentie.
2 Houd F [ANT/PRE] ingedrukt om een antenne te
selecteren.
• Wanneer een externe antenne op de ANT 1-connector
wordt aangesloten, selecteert u ANT 2 als de ingebouwde
antennetuner dient te worden gebruikt.
• De ingebouwde antennetuner kan niet worden gebruikt met
ANT 1 wanneer deze is aangesloten op een externe
antennetuner.
3 Houd [AT] ingedrukt om het afstemmen uit te
voeren.
• De transceiver schakelt naar de CW-modus en begint met
afstemmen. Het TX-uitgangsvermogen wordt automatisch
ingesteld op 10 W en de SWR-meter wordt geselecteerd als
de TX-meter.
• <<
>> en [AT]-led zal beginnen te knipperen. <<
>> knippert wanneer de antennetuner is ingeschakeld
tijdens ontvangst.
• Om het afstemmen ongedaan te maken, drukt u nogmaals
op [AT].
• Als de SWR (staande golfverhouding) van de antenne
extreem hoog is (10:1 en hoger), zal een alarmtoon ("SWR"
in de morsecode) worden uitgevoerd en zal de ingebouwde
antennetuner worden uitgeschakeld.
• Pas de antenne aan om de SWR te laten zakken voordat u
het afstemmen opnieuw start.
4 Controleer of het afstemmen is voltooid.
• Als het afstemmen succesvol is voltooid, wordt er een
morscodetoon "T" uitgevoerd.
• Als het afstemmen is voltooid, zullen de de knipperende
<<
>> en [AT]-led ononderbroken blijven branden.
<<
>> knippert wanneer de antennetuner is ingeschakeld
tijdens ontvangst.
• Als matching gedurende 20 seconden niet wordt behaald,
zal er een alarm klinken (continu uitvoeren van "5" in de
morscode). Wanneer dit gebeurt, controleert u de SWR-
meter en drukt u op [AT] om het afstemmen te stoppen
wanneer de SWR-waarde laag is.
Het afstemmen van de ingebouwde antennetuner wordt
●
niet uitgevoerd buiten het toegestane TX-
frequentiebereik.
Afstemming wordt tijdens verzending gestart door [AT]
●
ingedrukt te houden.
Als er gedurende 60 seconden geen overeenkomst
●
wordt bereikt, wordt het afstemmen automatisch
beëindigd. Wanneer dit gebeurt, schakelt het
antennetunercircuit UIT, zal <<
en zal de [AT]-led uitschakelen.
Als het afstemmen niet automatisch eindigt, zelfs als de
●
SWR van de antenne 3:1 of lager is, past u het
antennesysteem aan om de SWR te verlagen en
probeert u opnieuw af te stemmen.
De SWR bereikt mogelijk niet 1:1 hoewel het afstemmen
●
is beëindigd.
BASISBEDIENING 4
>> verdwijnen
4-11