Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Rx-Filter Configureren; Een Dakfilter Selecteren; Wisselen Van De If-Filtervorm; Wisselen Van Het Af-Filtertype - Kenwood TS-890S Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

6 INTERFERENTIE AFWIJZEN

De RX-filter configureren

De stappen voor het configureren van de instellingen van de
verschillende typen van RX-filters zijn als volgt.

Een dakfilter selecteren

Een dakfilter helpt om sterke stoorsignalen te verminderen die
naast het doelsignaal liggen.
1 Houd [IF FIL] ingedrukt om de RX-filterscherm weer
te geven.
2 Druk op [IF FIL] of F2 [FILTER] om een RX-filter (FIL-
A/B/C) te selecteren.
3 Druk op F3 [ROOF].
Iedere keer wanneer F3 [ROOF] wordt ingedrukt, schakelt de
passbandbreedte.
Instellingswaarde
Auto (standaard)/270/500/2.7 k/6 k/15 k [Hz]
Auto: Een dakfilter met een bandbreedte die wijder is dan de
passbandbreedte van het DSP-filter wordt automatisch
geselecteerd met gebruik van de high cut/low cut of Width/
Shift. (Als er 2 of meer bandbreedtes zijn die voldoen aan de
voorwaarden, wordt de smallere geselecteerd.)
• In de AM-modus wordt een 6 kHz dakfilter automatisch
geselecteerd als de hoge kantelfrequentie 3 kHz of lager is,
en een 15 kHz dakfilter wordt geselecteerd als de hoge
kantelfrequentie hoger is dan 3 kHz.
• In de stand FM-modus, is de optie ingesteld op 15 kHz en
kan niet worden gewijzigd.
• 270 Hz is beschikbaar voor selectie wanneer de optionele
YG-82CN-1 is bevestigd.
• Het ingedrukt houden van de knop F3 [ROOF] verandert
telkens de opties in omgekeerde volgorde.
• De passbandbreedte kan ook worden aangepast door aan
de [MULTI/CH]-knop te draaien.
• "RFT:xxxx" wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek
van de filterscope. [xxxx:270/ 500/ 2.7k/ 6k/ 15k]
4 Houd [IF FIL] ingedrukt of druk op [ESC] om het
proces te beëindigen.
De IF-passbandbreedte voor de AM-modus is tweemaal
de waarde van de hoge kantelfrequentie.
Voorbeeld: als de frequentie 3.000 Hz is, is de IF-
passbandbreedte 6 kHz.
6-2

Wisselen van de IF-filtervorm

3 soorten IF-filtervormen zijn beschikbaar voor selectie op basis
van de status van interferentie en werking.
1 Houd [IF FIL] ingedrukt om de RX-filterscherm weer
te geven.
2 Druk op [IF FIL] of F2 [FILTER] om een RX-filter te
selecteren.
3 Druk op F4 [IF].
Iedere keer wanneer F4 [IF] wordt ingedrukt, wordt de vorm
van het filter gewijzigd.
Instellingswaarde
Medium (standaard)/Soft/Sharp
• Het ingedrukt houden van de knop F4 [IF] verandert telkens
de opties in omgekeerde volgorde.
• De vorm van de filter kan ook worden aangepast door aan
de [MULTI/CH]-knop te draaien.
• De IF-filteroptie wordt weergegeven als "-" en kan niet
worden gewijzigd in de FM-modus.
4 Houd [IF FIL] ingedrukt of druk op [ESC] om het
proces te beëindigen.

Wisselen van het AF-filtertype

Er zijn 3 typen doorlaatband audiofrequenties beschikbaar om te
selecteren.
1 Houd [IF FIL] ingedrukt om de RX-filterscherm weer
te geven.
2 Druk op [IF FIL] of F2 [FILTER] om een RX-filter te
selecteren.
3 Druk op F5 [AF].
Drukken op F5 [AF] verandert elke keer de vorm van de IF filter.
Instellingswaarde
Medium (standaard)/Wide/Narrow
• Het ingedrukt houden van de knop F5 [AF] verandert
telkens de opties in omgekeerde volgorde.
4 Houd [IF FIL] ingedrukt of druk op [ESC] om het
proces te beëindigen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave