Inhoudsopgave
Advertenties
4 BASISBEDIENING
Dimmer
Hieronder volgen stappen om de helderheid van het scherm en de
LED's aan te passen.
Het helderheidsniveau wijzigen
De vooraf ingestelde helderheid van het scherm en de LED's
kunnen worden aangepast aan de omgevingsomstandigheden.
1 Druk op [MENU].
2 Druk op F [DIMMER].
• Als F [DIMMER] niet wordt weergegeven, druk dan op F [MORE]
om het weer te geven F [DIMMER].
Iedere keer dat F [DIMMER] wordt ingedrukt, schakel de instelling
van de volgende volgorde: "DIMMER 1" → "DIMMER 2" →
"DIMMER 3" → "DIMMER 4".
3 Druk op [MENU] of [ESC] om het proces te beëindigen.
Instellen van het dimmerniveau
De vooringestelde waarden voor "Dimmer 1", "Dimmer 2",
"Dimmer 3" en "Dimmer 4" kunnen elk worden omgezet naar een
andere waarde voor "Display" (scherm) en "LED" respectievelijk.
1 Druk op [MENU].
2 Druk op F [DIMMER].
• Als F [DIMMER] niet wordt weergegeven, druk dan op F [MORE]
om het weer te geven F [DIMMER].
3 Druk op en houd F [DIMMER] ingedrukt.
Het Dimmerconfiguratiescherm verschijnt.
4 Druk op F2 [DIMMER] om een voorinstelling voor de
dimmer te selecteren.
5 Druk op F3 [
]/F4 [
selecteren.
6 Druk op F5 [–]/F6 [+] of draai aan [MULTI/CH] om de
instellingswaarde te wijzigen.
De instelwaarden en standaardwaarden worden hieronder getoond.
Dimmer
Display
Display
1
LED
Display
2
LED
Display
3
LED
Display
4
LED
Door "Display" voor "Dimmer 4" in te stellen op "0" en het menu
●
te verlaten, wordt de verlichting van het scherm volledig
uitgeschakeld. Door nu tijdelijk op [MENU] te drukken,
verandert de helderheid van het scherm naar een situatie
waarbij de instelwaarde van "Display" "5" is, waardoor de
weergegeven informatie kan worden gecontroleerd.
7 Druk op [MENU] of [ESC] om het proces te beëindigen.
4-2
] om "Display" of "LED" te
Instellingswaarde
Standaard
5 tot 100 (5-stappen)
100
5 tot 100 (5-stappen)
100
5 tot 100 (5-stappen)
75
5 tot 100 (5-stappen)
75
5 tot 100 (5-stappen)
50
5 tot 100 (5-stappen)
50
0 tot 100 (5-stappen)
25
5 tot 100 (5-stappen)
25
AF-versterking aanpassen
Hieronder vindt u de stappen voor het aanpassen van het volume
zodat geluid hoorbaar is vanuit de luidsprekers.
Draai aan de [AF]-knop.
Als u de knop naar rechts draait, wordt het volume verhoogd,
en verlaagd door naar links te draaien.
• Als er geen geluid te horen is of als er alleen een licht
ruisachtig geluid te horen is, zelfs als de [AF]-knop helemaal
naar rechts is gedraaid, is de squelch mogelijk gesloten. Stel
het squelch-niveau in dit geval af.
Het volume van de pieptoon, zijtoon en mededeling
●
kunnen niet worden aangepast met gebruik van de
[AF]-knop.
RF-versterking aanpassen
Hieronder staan de stappen voor het aanpassen van de
versterking van de RF-versterker. Onder normale
omstandigheden draait u de [RF]-knop geheel naar rechts. Voor
een betere helderheid wanneer er externe ruis of interferentie van
andere stations is, draait u de knop enigszins naar links om het
volume te verlagen.
Draai aan de [RF]-knop.
• Controleer eerst de piekschaal van de S-meter, gevolgd
door de [RF]-knop tegen de klok in te draaien zonder de
piekwaarde van de S-meter te verlagen. Als u dit doet,
worden signalen die zwakker zijn dan dit niveau verzwakt en
wordt de ontvangst van het gewenste station verzacht.
• Afhankelijk van het type antenne, versterkingsniveau en
toestand van de band, wordt er soms een beter effect
behaald door de [RF]-knop enigszins naar links te draaien
in plaats van helemaal naar rechts.
In de FM-modus wordt het versterkingsniveau niet
●
gewijzigd wanneer aan de [RF]-knop wordt gedraaid.
Onder normale omstandigheden draait u de [RF]-knop
geheel naar rechts.
Het squelch-niveau aanpassen
Hieronder volgen stappen om het drempelniveau voor squelch,
een functie voor het elimineren van ruis die te horen is wanneer
een frequentie zonder signaal wordt ontvangen, aan te passen.
Draai aan de [SQL]-knop.
Configureer het squelch-niveau naar de positie waar ruis
verdwijnt. Wanneer de squelch opent bij het ontvangen van een
signaal, gaat de [BUSY/TX]-led groen branden.
De stand van de [SQL]-knop waarbij ruis verdwijnt
●
varieert in overeenkomst met de sterkte van de ruis en
de omstandigheden in de omgeving, zoals de
temperatuur.
De stand van de regelaar waarbij de ruis verdwijnt
●
varieert ook afhankelijk van de zendontvanger die in de
FM-modus of een andere modus staat.
Advertenties
Inhoudsopgave
