Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Decodeerdrempelniveau Aanpassen; Decodeerfilter; Tekenreeksen Verzenden Via Bediening Van Usb-Toetsenbord - Kenwood TS-890S Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

• Acht codeafkortingen worden ondersteund, namelijk BT, AR,
AS, HH, SK, KN, BK en SN.
• De ontvangen code-afkorting wordt weergegeven in 2
alfabetten. Wanneer "AR" (code zonder spatie tussen "A" en
"R") bijvoorbeeld wordt ontvangen, wordt "AR" weergegeven.
• De codes worden mogelijk niet correct gedecodeerd,
afhankelijk van de kwaliteit van het signaal.
• Als de keying-nelheid van het doelsignaal halverwege
verandert, kunnen de tekens onmiddellijk vóór of na de wijziging
niet correct worden gedecodeerd.
• Tekens die niet kunnen worden gedecodeerd, worden
aangegeven door een underscore (_).
• Tijdstempel en frequentie-informatie kunnen worden
toegevoegd aan het weergavegebied TX/RX-details. (5-28)
• Deze zendontvanger biedt geen ondersteuning voor Japanse
tekens.
• Druk op [Page Up]/[Page Down] op het USB-toetsenbord om
te bladeren door de informatie die wordt weergegeven in het
weergavegebied TX/RX-details.
• Ruisonderdrukking 1, Ruisonderdrukking 2, audio-piekfilter en
RX DSP-equalizer werken niet tijdens CW-decodering.

Het decodeerdrempelniveau aanpassen

De drempelwaarde voor de signaalsterkte voor het activeren van
decodering kan als volgt worden aangepast. Verhogen van het
drempelniveau kan foutieve detectie als gevolg van ruis
verminderen.
1 Druk op F6 [THLD] in het CW-communicatiescherm
om over te schakelen naar de configuratiestand van
de drempelwaarde.
• Als F6 [THLD] niet wordt weergegeven in de
toetsaanduiding, druk dan op F1 [MORE] om het
toetsaanduidingdisplay te schakelen.
2 Druk op F4 [–]/F5 [+] of draai aan de [MULTI/CH]-
knop om een drempelniveau te selecteren.
Instellingswaarde
1 tot 10 (standaard) tot 30 (1 stap)
• Pas de drempelwaarde in oplopende volgorde aan in
overeenstemming met bijvoorbeeld de ontvangende status
van ruis. Start met een kleine waarde binnen het bereik van
1 tot 30 en configureer de drempelwaarde tot een punt waar
de ontvangst goed is.
• Door F2 [(RESET)] ingedrukt te houden, wordt de
drempelwaarde gereset naar de standaardinstelling.
3 Druk op F1 [
] om het proces te beëindigen.
COMMUNICATIEHULPMIDDELEN 5

Decodeerfilter

Een decodeerfilter (smalbandfilter dat uitsluitend wordt gebruikt
voor decodering) kan worden gebruikt wanneer er significante
interferentie of ruis is tijdens het decoderen van de morsecode.
Druk op F5 [DEC.FIL] in het CW-
communicatiescherm.
• Als F5 [DEC.FIL] niet wordt weergegeven in de
toetsaanduiding, druk dan op F1 [MORE] om het
toetsaanduidingdisplay te schakelen.
Iedere keer wanneer F5 [DEC.FIL] wordt ingedrukt, wordt de
decodeerfiltermodus geschakeld (Off/Normal/Narrow).
• De geselecteerde modus wordt ongeveer 2 seconden
weergegeven.
Tekenreeksen verzenden via bediening van USB-
toetsenbord
Tekstinvoer door het USB-toetsenbord kan in morsecode worden
verzonden.
1 Sluit het USB-toetsenbord (in de handel
verkrijgbaar) aan op deze zendontvanger.
2 Druk op F4 [QUICK].
• Als F4 [QUICK] niet wordt weergegeven in de
toetsaanduiding, druk dan op F1 [MORE] om het
toetsaanduidingdisplay te schakelen.
Iedere keer wanneer F4 [QUICK] wordt ingedrukt, schakelt de
snelle modus tussen AAN en UIT.
• <<
>> wordt weergegeven wanneer de snelle
modus is ingeschakeld.
3 Voer een tekenreeks in met het USB-toetsenbord.
Wanneer de snelle modus is ingeschakeld:
De tekens die zijn ingevoerd met gebruik van het USB-
toetsenbord verschijnen in de tekenreeksbuffer en het coderen
wordt onmiddellijk gestart.
Wanneer de snelle modus is uitgeschakeld:
De tekens die zijn ingevoerd met gebruik van het USB-
toetsenbord verschijnen in de tekenreeksbuffer. Om te
beginnen met coderen, drukt u op [Enter] op het USB-
toetsenbord of op de F4 [START]-toets.
• Als u een tekenreeks verzendt met behulp van het USB-
toetsenbord terwijl de update van TX/RX-detailsweergave is
gepauzeerd, wordt de gepauzeerde status geannuleerd.
• Het maximum aantal tekens dat kan worden ingevoerd in de
tekenreeksbuffer is 4.300 tekens.
• Als u een opeenvolgende code (code-afkorting) wilt verzenden,
voert u de tekens in na het invoeren van "~" (tilde). De tekens
zijn gecodeerd als een opeenvolgende code totdat een spatie
wordt ingevoerd.
• Wanneer bijvoorbeeld "~ HH" en "~ OSO" worden ingevoerd,
duiden ze respectievelijk een correctiecode en
noodcommunicatie aan.
• Om te beginnen met coderen vanaf een opeenvolgende code
terwijl de snelmodus AAN is, voert u het eerste teken van de
opeenvolgende code in binnen het tijdsinterval gelijk aan 7
punten (spatie tussen woorden) na het invoeren van "~" (tilde).
5-11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave