Inhoudsopgave
Advertenties
10 SCANNEN
Voorbeelden van de configuratie van Programma Scan
●
en VFO Scan:
• Configureer de geheugenkanalen voor specifieke
bandsegmenten zodanig dat de selectievakjes voor
P1, P3 en P5 zijn geselecteerd. Druk vervolgens op
F5 [SCAN]. Programma Scan start en het scannen
wordt uitgevoerd in het frequentiebereik
geregistreerd voor de desbetreffende kanalen.
• Configureer de geheugenkanalen voor specifieke
bandsegmenten zodanig dat alle selectievakjes zijn
uitgeschakeld en druk op F [SCAN]. Of druk op [VFO/
PRG] om het display te wisselen naar "VFO SCAN".
VFO Scan wordt uitgevoerd op de volledige RX-
frequentieband.
• Het selectievakje blijft uitgeschakeld voor
geheugenkanalen die geen bedieningsgegevens
bevatten. Deze selectievakjes kunnen niet worden
geselecteerd.
• Raadpleeg
"Frequentiebereik van programmascan
configureren" op pagina
het registreren van geheugenkanalen voor specifieke
bandsegmenten.
De scansnelheid wijzigen
De tijdsinterval voor het omschakelen van de Programma Scan
(VFO Scan) frequentie kan worden geconfigureerd in modi anders
dan FM.
1 Druk op F3 [–] of F4 [+] wanneer de Programma
Scan (VFO Scan) aan de gang is.
De scansnelheid wordt getoond onder de frequentieweergave.
Het frequentie-schakelinterval verandert als volgt.
Scan Snelheid Display
SCAN-SPD1
SCAN-SPD2
SCAN-SPD3
SCAN-SPD4
SCAN-SPD5
SCAN-SPD6
SCAN-SPD7
SCAN-SPD8
SCAN-SPD9
10-2
9-4
voor meer informatie over
Frequentie-schakelinterval
10 ms
30 ms
100 ms
150 ms
200 ms
250 ms
300 ms
350 ms
400 ms
Programma langzaam scannen
Programma Langzaam Scan is een functie die het frequentie
schakelinterval verlengt (voert het scannen langzamer uit) door
het vooraf geconfigureerde frequentie te gebruiken voor het
uitvoeren van de Programma Scan (frequentiepunt) voor en na dit
punt (segment). Langzaam wisselen tussen de gespecificeerde
frequentie (frequentiepunt) en het overeenkomstige segment stelt
u in staat om de communicatiestatus in detail te controleren.
• Om een Programma Langzaam Scan uit te voeren, registreert
u van tevoren een frequentiebereik naar een geheugenkanaal
voor specifieke bandsegmenten.
Programma langzaam scannen in-/uitschakelen
Om het gebruik van Programma Langzaam Scan te combineren
terwijl Programma Scan actief is, stelt u Programma Langzaam
Scan van tevoren in op AAN.
• Wanneer de gescande frequentie in het segment valt voor het
Programma Langzaam Scan tijdens de Programma Scan,
wordt "SCAN-LANGZAAM" op het scherm weergegeven en
vertraagt de snelheid van het frequentie wisselen.
Configureren in Menu [4-02] "Program Slow Scan"
Instellingswaarde
Off/On (standaard)
De frequentiepunten voor programma langzaam
scannen configureren
De frequentiepunten voor het verlengen van het frequentie-
schakelinterval tijdens Programma Langzaam Scan kunnen als
volgt worden geconfigureerd.
• Er kunnen maximaal 5 frequentiepunten worden
geconfigureerd voor elk geheugenkanaal dat is toegewezen
aan specifieke bandsegmenten (P0 tot P9).
• Om de frequentiepunten te configureren, registreert u van
tevoren een bandsegment naar een geheugenkanaal voor
specifieke bandsegmenten.
1 Druk op [M/V] om over te schakelen naar de
geheugenkanaal modus.
2 Druk op F7 [M.LIST] om het Geheugenkanaallijst
scherm te weergeven.
3 Druk op F2 [
] of F3 [
[MULTI/CH] regelaar om een geheugenkanaal te
selecteren voor specifieke bandsegmenten.
4 Druk op F5 [SLW.SCN] op om het Programma
Langzaam Scan scherm weer te geven.
], of draai de
Advertenties
Inhoudsopgave
