Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Markering Centreren (Vaste Modus); Melding Bij Het Overschrijding Van De Onder- Of Bovengrens (Vaste Modus); Relatieve Of Absolute Frequentieweergave Voor Het Raster Selecteren (Middenmodus); Afstemmingshulplijn Weergeven (Alleen Ssb) - Kenwood TS-890S Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Configureerbaar
Band
Frequentiebereik
[MHz]
24 MHz-band 22,00 ≦ f < 26,00
28 MHz-band 26,00 ≦ f < 30,00
50 MHz-band 30,00 ≦ f < 60,00
70 MHz-band
30,00 ≦ f < 74,80
(E Type)

Markering centreren (vaste modus)

Het scopebereik kan tijdelijk worden verschoven met de
displayfrequentiespan behouden zodat de geselecteerde marker van
de geselecteerde amateurband wordt weergegeven in de buurt van
het midden (binnen één raster links of rechts van het midden).
Druk op F4 [MKR.CTR].
• Als F4 [MKR.CTR] niet wordt weergegeven, druk dan op F
[MORE] om het weer te geven F4 [MKR.CTR].
Het scopebereik wordt verschoven met de frequentieomvang
behouden.
Wijzigingen in de onderste en bovenste frequentielimieten
als gevolg van de tijdelijke centrering van de marker en
veranderen niets aan de vooraf geconfigureerde onder en
boven frequentielimieten van de betreffende scopeband.
Melding bij het overschrijding van de onder- of
bovengrens (vaste modus)
Als de markeringsfrequentie van de bandscope buiten het
weergavebereik valt wanneer een frequentiemarker op de
bandscope in de Vaste modus wordt weergeven, verschijnt er een
scherm die de gebruiker informeert dat de markering verplaatst is
buiten het bereik van de bandscope.
Een "
" pictogram verschijnt aan de linker rand van het
bandscope scherm als de markerfrequentiewaarde kleiner is dan
de ondergrens van de frequentie, en een "
rechterkant als de markerfrequentiewaarde groter is dan de
bovengrens van de frequentielimiet.
De markeringen die aangeven dat de onderste of bovenste limiet
overschreden wordt, zijn kleur gecodeerd als volgt.
Wit: RX-frequentie
Rood: TX-frequentie
Standaard
Standaard
Bereik
Onder
Boven
Nr.
Limiet
Limiet
[MHz]
[MHz]
1
24,890
24,990
2
24,890
24,930
3
24,930
24,990
1
28,000
28,500
28,300 (K-
type)
2
28,000
28,200 (E-
type)
28,300 (K-
28,800 (K-
type)
type)
3
28,200 (E-
28,700 (E-
type)
type)
1
50,000
50,500
2
50,000
50,100
3
50,100
50,300
1
70,000
70,500
2
70,000
70,250
3
70,250
70,500
" verschijnt aan de
Relatieve of absolute frequentieweergave voor het
raster selecteren (middenmodus)
Tijdens weergave van de drager punt in het midden display in de
Center modus, kan de modus van de frequentieschaal display aan
de onderkant van de bandscope worden geschakeld worden naar
een van de beschikbare opties.
Configureren in Menu [8-06] "Frequency Scale
(Center Mode)"
Relative Frequency (standaard)/Absolute
Instellingswaarde
Frequency
Relative Frequency: Het frequentieschaaldisplay aan de
onderkant van het scopegebied geeft de relatieve frequentie
van het midden de scope weer.
Absolute Frequency: Het frequentieschaaldisplay aan de
onderkant van het scopegebied geeft de absolute frequentie
weer.

Afstemmingshulplijn weergeven (alleen SSB)

Een afstem hulplijn (geel), aangeduid als hulplijn, kan parallel
worden weergegeven aan de RX-frequentiemarker tijdens gebruik
in de SSB-modus.
Stel de hulplijn in op 400 Hz tot 500 Hz (in de buurt van de piek
van een typisch frequentiespectrum van een menselijke stem)
voor spraakcommunicatie en op de frequentie van de sub-carrier
voor datacommunicatie. Het opsporen kan eenvoudig worden
uitgevoerd door de hulplijn aan te passen naar het sterkste punt
van het spectrum op de waterval.
Configureren in Menu [8-05] "Tuning Assist Line
(SSB Mode)"
Off (standaard)/
Instellingswaarde
300/400/500/600/700/800/1000/1500/2210
[Hz]
.
Deze functie werkt alleen in de Midden modus wanneer
Menu [8-03] "Waterfall when Tuning (Center Mode)" is
geconfigureerd als "Straight".
De afstemhulplijn wordt weergegeven aan de bovenkant
ten opzichte van het drager punt in het geval van een
USB en aan de onderkant in het geval van LSB.

De gradatie van de waterval configureren

De hoeveelheid kleurverandering ten opzichte van de
signaalsterkte in het watervaldisplay kan worden geconfigureerd
met een schaal van 1 tot 10.
Het configureren van een grotere waarde verhoogt de hoeveelheid
kleurverandering, waardoor het gemakkelijker wordt om zwakke
signalen te vinden. Het configureren van een kleinere waarde
vermindert de hoeveelheid kleurverandering waardoor het
gemakkelijker wordt om sterke signalen te observeren.
Configureren in Menu [8-04] "Waterfall Gradation
Level"
Instellingswaarde
1 tot 7 (standaard) tot 10 (1 stap)
SCOPE-FUNCTIES 7
7-5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave